Hotels krijgen kosten lockdown alsnog deels vergoed op bedrijfsschadepolis

Hotels krijgen kosten lockdown alsnog deels vergoed op bedrijfsschadepolis

Drie Noord-Hollandse hotels krijgen op hun gezamenlijke brand- en bedrijfsschadeverzekering bijna een ton aan kosten vergoed die zij in 2020 hebben gemaakt vanwege de lockdowns die toen van kracht waren. Ze hadden meer geëist van verzekeraars NN, HDI en Zurich, maar de rechter oordeelt dat er sprake is van één gebeurtenis.

De bedrijven Aparthotel 't Suyderduyn, Hotel Golfzang en S-Four Exploitatie exploiteren ieder een hotel in Egmond aan Zee of Wijk aan Zee. In maart 2020 moeten die op last van de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord gedeeltelijk dicht in het kader van de coronamaatregelen. De sluiting duurt tot 1 juni 2020; half december 2020 volgde een nieuwe sluiting.

Gezamenlijke polis

Via de BV Tushold hebben de hotels een brandverzekering gesloten met NN (voor 40 procent), HDI en Zurich (ieder voor 30 procent) als risiodragers. Daarop is ook een bedrijfsschadedekking van toepassing: "Deze verzekering dekt tevens extra bedrijfskosten, tot een maximum bedrag van € 100.000 per gebeurtenis en per locatie, voor het verlies van exploitatiekosten, indien het bedrijf tijdelijk geheel of gedeeltelijk in opdracht van het bevoegd openbaar gezag moet worden gesloten, als gevolg van: [onder meer] besmettelijke ziektes." De Nederlandse Beursvoorwaarden voor zaak- en bedrijfsschadeverzekering (NBZB 2006) zijn van toepassing. Namens NN stelt de expert van EMN de extra kosten om omzetverlies te beperken voor de hotels (media-uitingen, beschermende maatregelen en extra personeelskosten) vast op: Golfzang minimaal € 111.000, Hogeduin minimaal € 107.500 en Zuiderduin minimaal € 225.000. Daar gaat de expert van de hotels mee akkoord. Maar NN als leidende verzekeraar weigert dekking.

Clausule boven voorwaarden

De hotels stappen naar de rechter. Die ziet zich voor de vraag gesteld of de gedeeltelijke sluiting - die vooral betrekking had op het restaurantgedeelte - valt onder de clausule 'Bijzondere Extra kosten voor Hotelaccommodaties'. De verzekeraars vinden van niet omdat er geen (directe) relatie bestaat tussen (de oorzaak van) die sluitingen en de hotels. Het is nooit beoogd dat de clausule het risico van een lockdown in verband met een pandemie zou verzekeren.

Maar dat ziet de rechter anders. De clausule gaat boven de polisvoorwaarden en voorziet in een extra dekking voor bedrijfsschade/extra kosten buiten en boven de dekking die de polisvoorwaarden bieden, zo is het oordeel. "Het eerste volgt uit de op het polisblad vermelde prioriteitsbepaling en het feit dat de clausule onder het kopje ‘Aanvullende voorwaarden met betrekking tot horeca risico’s’ staat. Het tweede volgt uit de tekst van de clausule zelf, in het bijzonder het woord tevens in de zin 'Deze verzekering dekt tevens extra bedrijfskosten, tot een maximum bedrag van € 100.000,00 per gebeurtenis en per locatie'." Over de tekst van de clausule is niet onderhandeld. Die zou zijn geformuleerd door intermediair Zicht, aldus verzekeraars, maar dat wordt betwist door de advocaat van Zicht. "Wat daarvan zij, het gaat om een ter beurze gesloten polis en verzekeraars hebben ingeschreven op de tekst van de polis, inclusief deze clausule, kennelijk zonder daarover vragen te stellen."

Sluiting rechtstreeks gevolg

En op basis van de gebruikelijke taalkundige betekenis van de bewoordingen van de clausule valt de (gedeeltelijke) sluiting van de hotels op grond van het besluit onder de clausule, aldus de rechtbank. "Immers, het besluit is genomen door het bevoegd openbaar gezag in verband met het coronavirus en niet ter discussie staat dat dit virus een besmettelijke of infectueuze ziekte oplevert. Anders dan NN c.s. aanvoert vereist de tekst 'indien het bedrijf tijdelijk geheel of gedeeltelijk in opdracht van het bevoegd openbaar gezag moet worden gesloten, als gevolg van: Besmettelijke ziektes' ook niet, dat het gaat om een uitbraak van een besmettelijke ziekte op de betreffende locatie. Voldoende is dat het bedrijf op last van het bevoegd gezag moet worden gesloten en dat die noodzaak tot sluiting het gevolg is van een besmettelijke ziekte. Het besluit is, naar vaststaat, genomen in het kader van de Covid-19-pandemie. De noodzaak tot sluiting is dan ook een (rechtstreeks) gevolg van de besmettelijke ziekte in de zin van de clausule." En die gaat dus boven de polisvoorwaarden. Bovendien hebben de verzekeraars de gevolgen van een lockdown wegens een pandemie in de vorm van extra kosten en/of bedrijfsschade niet uitgesloten.

Serieschadeclausule

De extra bedrijfskosten moeten dus worden vergoed, is het oordeel. De dekking is in de clausule gelimiteerd tot € 100.000 per gebeurtenis en per locatie met een eigen risico van € 2.500. Maar de uitleg van die dekking levert ook twistpunten op: moeten de gedeeltelijke sluitingen van de drie hotels als één gebeurtenis of als drie gebeurtenissen worden aangemerkt? De rechter overweegt dat de van toepassing zijnde serieschadeclausule een gebeurtenis definieert als een voorval of een reeks met elkaar verband houdende voorvallen die één en dezelfde oorzaak hebben. "Naar het oordeel van de rechtbank, dat op dit punt afwijkt van het voorlopig oordeel ter zitting, leidt de serieschadeclausule ertoe dat weliswaar sprake is van drie verzekerde voorvallen, maar van één gebeurtenis in de zin van de polis."

Het verzekerd voorval is de sluiting van het bedrijf in opdracht van het bevoegd gezag. Nu op basis van hetzelfde besluit van het bevoegd gezag op hetzelfde moment meerdere locaties gedeeltelijk zijn gesloten als gevolg van dezelfde pandemie, is sprake van een reeks met elkaar verband houdende voorvallen die één en dezelfde oorzaak hebben, zo stelt de rechter. "Dat betekent, dat ingevolge de serieschadeclausule sprake is van één gebeurtenis en dat het dekkingsmaximum per gebeurtenis dus ziet op de schade ten gevolge van de drie voorvallen samen." Dat betekent dat de drie hotels tezamen aanspraak kunnen maken op een vergoeding van maximaal € 100.000, te verminderen met éénmaal het eigen risico van € 2.500. Vervolgens twisten hotels en verzekeraars nog over welke extra kosten gedekt zijn. De verzekeraars willen alleen de extra personeelskosten vergoeden. Daar is de rechter snel klaar mee, want die post komt al boven het bedrag van € 100.000 uit. De andere schadeposten worden daarom niet besproken.

De rechter veroordeelt de verzekeraars tot betaling van € 97.500 aan de hotels, waarvan Zuiderduin met € 68.620,50 het grootste deel ontvangt.

Uitspraak rechtbank Rotterdam, 12 januari 2022

Rob van de Laar

Rob van de Laar

redacteur AM

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.