De man kocht een huis met een bijgebouw, deze waren beide aangesloten op verschillende meterkasten en waterleidingen. Hij schakelde Vitens in om de wateraansluiting uit het bijgebouw te verwijderen. Het drinkwaterbedrijf zaagde de aansluitleiding door en verwijderde de watermeteropstelling in het bijgebouw. Ook werd de dienstkraan onder de stoep langs het perceel dichtgedraaid.
Gebouw is doordrenkt
Een aantal jaar later ontdekt de verzekerde vochtplekken aan de buitenkant van het bijgebouw. Hij denkt op dat moment dat dit het gevolg is van een hoge grondwaterstand. Een paar jaar later schakelt de man toch een bedrijf in om drainagepijpen aan te leggen. Bij aanvang van die werkzaamheden blijkt dat er water uit de spouwmuur van het bijgebouw stroomt, terwijl de watermeter stilstaat. Na verder onderzoek blijkt dat alle muren van het bijgebouw doordrenkt zijn met water.
Kraantje dichtgedraaid
Vitens wordt ingeschakeld en wat blijkt: de dienstkraan laat water door, waardoor via de leiding water onder het perceel stroomt. Achmea laat een expertiseonderzoek uitvoeren en vordert de herstelkosten van ruim twee ton. Volgens Achmea had Vitens de wateraansluiting namelijk niet verwijderd maar slechts het kraantje van de betreffende dienstleiding dichtgedraaid. Het drinkwaterbedrijf had de betreffende dienstleiding af moeten kappen en af moeten doppen.
Verklaring van de monteur
Vitens beroept zich op de taalkundige uitleg in de verklaring van de monteur die destijds de werkzaamheden verrichtte. Daarin stond dat de aansluitleiding was ‘afgekapt’, waardoor Vitens veronderstelde dat er kap of dop was geplaatst. De rechtbank zegt niet alleen op basis van de taalkundige interpretatie te kunnen concluderen dat er destijds een dop is geplaatst. Daarnaast blijkt uit andere stukken juist dat er geen dop is geplaatst op het afgezaagde uiteinde van de leiding bij het bijgebouw.