Arabische sjeik draait op voor brandschade; zorgplicht niet geschonden

Arabische sjeik draait op voor brandschade; zorgplicht niet geschonden

Het is over en uit voor de Arabische sjeik die het recht wilde laten zegevieren. Hij krijgt geen vergoeding voor de brandschade aan het pand dat hij in eigendom heeft in het Zuid-Limburgse Holset. De assurantietussenpersoon noch gevolmachtigde en verzekeraars hebben volgens de rechtbank Limburg de zorgplicht geschonden jegens de man uit Qatar.

De sjeik dagvaardde Nationale-Nederlanden, Vivat (nu NN) en ASR in de rechtszaak, evenals rechtsbijstandsdienstverlener Arag en drie niet nader genoemde BV’s, waaronder die van een assurantietussenpersoon en gevolmachtigde. De man kocht medio 2016 voormalig hotel-restaurant Mergelland in het nabij Vaals gelegen Holset met de bedoeling om het als eenmanszaak voort te zetten. Hij koos voor een zakelijke pakketverzekering, die via een tussenpersoon werd ondergebracht bij een gevolmachtigde.

NN, ASR en Vivat risicodrager

De risicodragers van de opstalverzekering en inventaris- en goederenverzekering waren NN, ASR en Vivat. De rechtsbijstandverzekering was ondergebracht bij Arag. Onder meer was een preventieclausule gekoppeld aan de schadeverzekeringen. Die komt er kort gezegd op neer dat de elektrische installatie aan een aantal voorschriften moet voldoen. Pas toen op 14 januari 2018 brand uitbraak, constateerde de eigenaar dat hij niet heeft voldaan aan de polisvoorwaarden; de brandschade van meer dan zes ton werd daarom niet vergoed.

Sjeik stapt naar rechter

De sjeik stapte naar de rechter omdat hij van mening is dat hij de polisvoorwaarden niet zou hebben gekregen. Evenmin, zei hij, was hem bekend dat sprake was van de preventieclausule. Hij voerde tijdens de rechtszaak ook aan dat de polisvoorwaarden in het Nederlands verstrekt waren en dat hij die taal niet machtig is. Verder zou hem een verkeerde polis zijn aangesmeerd, omdat zijn pand niet werd geëxploiteerd als horecagelegenheid.

Ernstig toerekenbaar tekortgeschoten?

Alle gedaagden – met uitzondering van Arag – zouden in zijn optiek “ernstig toerekenbaar tekortgeschoten zijn in de nakoming van de op hen rustende zorgplicht jegens hem als opdrachtgever”. Hij vindt daarom dat hij de brandschade alsnog vergoed moet krijgen. Vooral de tussenpersoon zou een reeks fouten hebben begaan. Echter blijkt die de zaken goed gedocumenteerd te hebben. Zo heeft de sjeik de voorwaarden aantoonbaar ontvangen; ook de taalkwestie is geen steekhoudend argument.

Polisvoorwaarden in het Nederlands

“Uitgangspunt is dat de polisbescheiden in het Nederlands worden verstrekt. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt voor anderstalige verzekerden. Nu eiser de Nederlandse taal niet machtig is, had hij – om zich van de (betekenis van de) inhoud te vergewissen – kunnen vragen om polisbescheiden in een andere taal – bijvoorbeeld in het Engels of Duits – en, voor zover die niet voorhanden zijn, de stukken kunnen laten vertalen. Kennelijk heeft hij dat nagelaten en er voor gekozen om de overeenkomst te ondertekenen, hetgeen voor zijn risico komt”, aldus de rechter.

Geen verkeerde verzekering geadviseerd

De tussenpersoon blijkt ook geen verkeerde verzekering te hebben geadviseerd. Uit de inschrijving door de sjeik in het handelsregister van de Kamer van Koophandel staat exploitatie van een hotel-restaurant vermeld. “Daarnaast komt uit de besprekingen op 29 juni 2016 meermaals naar voren dat de (reeds lopende) exploitatie als hotel-restaurant zou worden voortgezet”, vervolgt de kantonrechter. “Tevens is een vergunning aangevraagd voor de exploitatie. In het licht van dit alles mocht de tussenpersoon er redelijkerwijs van uitgaan dat het pand als hotel-restaurant zou worden geëxploiteerd – of beter: dat de exploitatie als hotel-restaurant zou worden voortgezet – en lag advisering van de gewraakte verzekering alleszins voor de hand.”

Vorderingen op verzekeraars afgewezen

Omdat de tussenpersoon niet heeft verzaakt, worden ook de vorderingen op de schadeverzekeraars afgewezen. “Immers, de stelling dat op de schadeverzekeraars en gevolmachtigde uit hoofde van de gesloten verzekeringsovereenkomst met eiser een zorgplicht rust die identiek is aan de zorgplicht die een assurantietussenpersoon als opdrachtnemer jegens een verzekerde als opdrachtgever in acht moet nemen, vindt geen steun in het recht. Daarbij komt dat enige motivering of onderbouwing hiervoor ontbreekt.”

Arag ook gedaagd

Arag was in dezelfde rechtszaak ook gedaagd. De sjeik had enkele maanden na de brand via zijn advocaat een beroep gedaan op de rechtsbijstandverzekering. De advocaat vroeg daarbij om toestemming om de sjeik op kosten van Arag te mogen bijstaan. Arag berichtte de advocaat dat zij als naturaverzekeraar in eerste instantie de rechtsbijstand zelf verleent. Arag vroeg de advocaat daarom om toezending van het dossier. Toen hieraan geen gehoor werd gegeven, is het dossier gesloten. De sjeik eiste in de rechtszaak vergoeding van de advocaatkosten, maar vond geen gehoor.

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.