Mager fraudeonderzoek Centraal Beheer bewijst opzetaanrijding niet

Mager fraudeonderzoek Centraal Beheer bewijst opzetaanrijding niet

Er waren best een aantal red flags in de schademelding die een verzekerde van Centraal Beheer in februari 2017 deed. Een aanrijding met een huurauto, inconsistenties tussen de opgave op het SAF en het track en trace-systeem, en een wel heel snelle afhandeling langs de weg. De rechtbank in Roermond vond de afwijzing en het royement terecht, maar het gerechtshof in Den Bosch vernietigt die uitspraak. Het bewijs is te dun.

Dat er iets heeft plaatsgevonden, blijkt wel uit het onderzoek dat Achmea liet uitvoeren. Op beide auto’s zijn sporen gevonden van onderling contact. Op de vangrail ter hoogte van de aanrijding is er ook lak gevonden van de Achmea-verzekerde. Desalniettemin gaat de verzekeraar er vanuit dat er sprake is van een geënsceneerde aanrijding.

Tijdstip klopt niet

Uit de track en trace-data van de huurauto blijkt dat de auto tot ongeveer middernacht stilstond. Op het schadeformulier staat echter dat het ongeval zo rond 22:45 plaatsvond. Pas bij confrontatie werd het tijdstip volgens Achmea aangepast. Het hof ziet dat anders. Al bij de eerste vraag van de onderzoeker over het tijdstip geven beide partijen direct en onafhankelijk van elkaar aan dat het tijdstip niet klopt, en dat ze elkaar daar de nacht van de aanrijding nog over gebeld hebben.

Geen voorkennis

Omdat de uitnodiging voor het onderzoek ‘neutraal’ was, dus zonder te vermelden dat het om een vermoeden van fraude ging, ligt het volgens de rechter niet voor de hand dat beide partijen onderling meteen al afspraken hebben gemaakt over het aanpassen van het tijdstip. Dat het gebeurde na confrontatie is volgens de rechter dus onjuist.

Alleen een suggestie

Achmea kon evenmin aantonen dat beide partijen elkaar al kenden. Het enige wat zichtbaar was, is dat de bestuurder van de huurauto een maand voor het ongeval bij een garagebedrijf geweest is waar de verzekerde zijn auto’s in onderhoud had. Zonder onderbouwing is dat volgens de rechter niet meer dan een suggestie. “In dit verband merkt het hof (ten overvloede) nog op dat tijdens het toedrachtonderzoek kennelijk geen aanleiding werd gezien om een medewerker van het autobedrijf op dit punt vragen te stellen.”

Onvoldoende kennis over track en trace

Tot slot stelt Achmea dat uit de track en trace-data blijkt dat de huurauto tijdens de ongevalsrit nooit heeft stilgestaan. De rit is ononderbroken en duurde in totaal 50 minuten, slechts 8 minuten langer dan volgens de ANWB routeplanner gebruikelijk is voor dat traject.

Ook dat kon succesvol worden weersproken. Volgens de bestuurder wordt een rit pas weggeschreven als afgerond, als de sleutel uit het contact is gehaald. “De fraudecoördinator van Achmea verklaarde desgevraagd ter zitting […] dat zij niet wist of de registratie van een lopende rit in het track en trace-systeem ‘doorloopt’ als de motor van het voertuig weliswaar wordt afgezet, maar de sleutel in het contact wordt gelaten en ‘op contact’ blijft staan”, schrijft de rechter, die daarom uitgaat van de lezing van de verzekerde.

Tip van de tussenpersoon

Dat het contact na de aanrijding wel heel snel is verlopen, is volgens de verzekerde verklaarbaar. Op aanraden van zijn assurantietussenpersoon staan op zijn schadeaanrijdingsformulier zijn NAW-gegevens vooraf al ingevuld. Bovendien was er ’s nachts amper verkeer op de weg, waardoor de ANWB-routeplanner de tijd ruim berekende. Het hof gaat mee in die verklaring.

Centraal Beheer moet alsnog de schade van 6.150 euro vergoeden. De frauderegistraties moeten doorgehaald worden en de proceskosten zijn voor de verzekeraar.

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.