Hof: verzekeraars hoeven kosten asbestopruiming niet te betalen

Hof: verzekeraars hoeven kosten asbestopruiming niet te betalen

Wat is zaakschade? Over die principiële vraag boog het gerechtshof in Amsterdam zich. Het oordeelde dat onder meer RSA en Achmea als verzekeraars van een transportbedrijf de kosten van asbestopruiming niet hoeven te vergoeden.

Een transportbedrijf, gespecialiseerd in vervoer en opslag van groente en fruit, sluit via Aon een opstalverzekering die in coassurantie wordt ondergebracht bij leidende verzekeraar RSA, HDI Global, Vienna Insurance en Achmea. De polis biedt € 36 miljoen dekking voor een eigen gebouwencomplex. In januari 2016 vliegt een pand aan de overkant van weg in de brand, waarbij ook het complex van de transporteur schade lijdt. Expert Dekra constateert schade aan de beplating van de westgevel door hitte-uitstraling en roetaanslag. Ook is er schade op het terrein en aan dakvlakken door brandresten en asbestdelen die door de vuurkolom en de wind zijn verspreid. In totaal is 15.000 m² dakoppervlak vervuild. In totaal zal het herstel ruim € 122.000 gaan kosten, begroten Dekra en contra-expert Troostwijk.

De verzekeraars weigeren schadevergoeding deels: de opruimingskosten met betrekking tot de asbestdeeltjes worden niet door de opstalverzekering gedekt. Het bedrijf, dat uit de elders gesloten milieuschadeverzekering nog wel € 25.000 vergoed krijgt, blijft zitten met bijna € 82.000 aan herstelkosten. Voor de rechtbank krijgt het bedrijf echter gelijk: de asbest-opruimingskosten voldoen volgens de rechter aan het schadebegrip zoals de verzekeraars dat hebben gedefinieerd.

Aanvullend rapport

De verzekeraars gaan in hoger beroep: ze stellen onder meer dat de polis geen dekking biedt voor schade als gevolg van zaakbeschadiging, maar enkel voor de materiële schade aan de verzekerde objecten zelf. Gevolgschade is niet gedekt en normaal te reinigen objecten worden niet als beschadigde objecten beschouwd. Er staat niet vast dat het dakgrind door de asbest beschadigd was.
Dekra stelt in dat kader een aanvullend rapport op waarin wordt aangegeven dat het bedrijf zelf opdracht wilde geven voor een asbestsanering van terrein en gebouwen, "omdat hij bestuursdwang onwenselijk achtte". "Wij hebben destijds, onder voorbehoud van de dekkingsvraag, intensief met de door verzekerde ingeschakelde deskundige van Troostwijk Expertises diverse scenario’s hiertoe besproken en laten calculeren ten behoeve van de schadevaststelling."

De Dekra-expert geeft aan dat van een aantasting van de stoffelijke structuur van het grind door de asbestvervuiling geen sprake is. "Ook kan het grind makkelijk van het dak worden verwijderd en teruggelegd zonder de dakbedekking te beschadigen door middel van het wegzuigen van het grind met een speciale zuigwagen, waarna het dak kan worden gereinigd en een 100% vrijgave van asbest kan worden verstrekt door een gecertificeerd bureau. Dat is, voor zover ons bekend, ook op deze wijze uitgevoerd, waarna het grind is vervangen door zonnepanelen, die automatisch de ballast vormen."

Asbestverwijdering via spoelen van het grind met water is prima mogelijk, gaat het rapport verder. "Als er geen saneringsmaatregelen zouden zijn getroffen, zou het asbest deels door regenwater via het hemelwaterafvoersysteem zijn weggespoeld en deels op het dak zijn achtergebleven, bijvoorbeeld als de losse brokjes te groot/zwaar zouden zijn om met de betreffende regenbui weg te spoelen of omdat wegspoelen belemmerd zou worden door het grind of vuilslib (los zand/stof) op het dak waar de asbest tussen kan komen te liggen. Het bevoegd gezag zou deze situatie overigens niet hebben toegestaan. Sanering was verplicht vanwege de mogelijke gezondheidsrisico’s van asbest in de publieke ruimte."

Uitleg schadebegrip

Het hof vat de zaak zo samen: ter discussie staat de uitleg van het schadebegrip volgens de Nederlandse Beursvoorwaarden voor Uitgebreide Gevarenverzekering (NBUG) 2006 en de dekking van de aan asbestvervuiling gerelateerde reinigingskosten. In artikel 2.1 van de NBUG 2006 wordt schade omschreven als “schade aan of verlies van” de verzekerde gevaarsobjecten als gevolg van gedekte evenementen. Dat kan volgens het hof redelijkerwijs niet anders worden uitgelegd dan dat onder gedekte schade wordt verstaan ‘zaakbeschadiging’. "Niet is weersproken dat deze uitleg de op de assurantiebeurs gebruikelijke uitleg is." Een ruimere uitleg is niet aan de orde, zo oordeelt het gerechtshof. "Allereerst is de uitleg van het schadebegrip als ‘zaakbeschadiging’ in lijn met de aard en het beoogde doel van de opstalverzekering. Het hof neemt daarbij tevens in aanmerking dat [het bedrijf], naast de afgesloten opstalverzekering, een milieuschadeverzekering heeft afgesloten, die bij uitstek bedoeld is voor de thans ter discussie staande schade." Een andere overweging is dat een ruimere uitleg van het begrip ‘schade aan gevaarsobjecten’, waarbij ook vermogensschade binnen de dekking valt, het risico voor brandverzekeraars aanzienlijk zou vergroten met forse premiestijgingen tot gevolg.

Reinigingskosten

Maar vallen dan de reinigingskosten alsnog onder de dekking omdat er sprake is van materiële beschadiging (vervuiling) van het dakgrind, de putten, het riool en het terrein, waardoor verwijdering van de asbestdeeltjes zonder schade niet mogelijk was? Van zaakbeschadiging is sprake bij "een objectieve aantasting van de structuur die naar verkeersopvattingen de stoffelijke gaafheid van die zaak kenmerkt", zo begint het hof. Vervuiling van verzekerde objecten is geen beschadiging, tenzij de hechting van de vervuiling niet zonder schade verwijderd kan worden, "althans als deze slechts met zeer grote inspanning, moeite en tegen hoge kosten is te verwijderen". Maar daar is geen sprake van, vindt het hof.

Hechting of geen hechting?

Het transportbedrijf heeft te weinig ingebracht tegen het Dekra-rapport, is het ooordeel. "Met name haar stelling dat de asbestdeeltjes dusdanig aan het dak(grind) waren gehecht dat het wezenlijk element van dat dak(grind), namelijk het op zichzelf beschouwd toegestaan gebruik als ballast, was verdwenen, is in dat licht onvoldoende onderbouwd." "Weliswaar heeft [het bedrijf] aangevoerd dat het schoonspoelen van het grind niet kon worden uitgevoerd zonder schade, maar daarbij doelde zij niet op de stoffelijke beschadiging van het grind, maar op de kosten die daarmee gemoeid zouden zijn. Het woord schade dient echter in dit verband te worden begrepen als beschadiging. Deze stelling leidt dan ook niet tot de conclusie dat sprake is van hechting die niet kan worden verwijderd zonder schade." Ook de relatief hoge kosten van de verwijdering maken nog niet dat er van zaakschade sprake is: "De verwijdering van de asbestdeeltjes van het dak(grind) diende dan ook niet om een beschadiging van het dak(grind) te herstellen, maar gebeurde (op overheidsgezag) om gezondheidsschade als gevolg van asbestdeeltjes in de openbare ruimte te voorkomen. Dit is schade die niet gedekt is onder de opstalverzekering."

Verlies van dakgrind is evenmin aan de orde, nu het bedrijf zelf heeft besloten om er zonnepanelen voor in de plaats te leggen. Er is geen dekking voor de verwijderingskosten.

Gerechtshof Amsterdam, 22 juni 2021, gepubliceerd 29 juli 2021

Rob van de Laar

Rob van de Laar

redacteur AM

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.