De ondernemer verklaarde dat hij op 30 december voor het laatst bij het bedrijfspand geweest was. Hij had enkele uren wat administratie bijgewerkt en was daarna weer naar huis gegaan. Na afloop had hij alle alarmzones weer ingeschakeld. Op 2 januari ontdekte hij de diefstal. Hij had in de tussentijd van het beveiligingsbedrijf geen alarmmelding gehad.
Bij de tweede melding op 6 januari kwam die alarmmelding wel binnen, rond half vier ’s ochtends. Het duurt echter tot half acht voordat er iemand van het bedrijf poolshoogte gaat nemen.
Twee zones uitgeschakeld
Uit het logboek van het alarmsysteem blijkt dat de man op 30 december niet een paar uur, maar slechts een kwartier binnen is geweest. Bij zijn vertrek schakelt hij één van de vier alarmzones niet in. Na een minuut schakelt hij bovendien nog een zone uit. Precies uit deze twee zones wordt de handelswaar gestolen.
Geconfronteerd met deze informatie verklaart de man dat hij met zijn hoofd al bij nieuwjaar was, en daarom snel weer naar huis was gegaan. Dat hij nog eens een extra zone uitschakelde, kwam omdat hij zich realiseerde dat hij een van de vier alarmknoppen over had geslagen. In plaats van het inschakelen van de vergeten zone, zette hij per ongeluk nog een zone uit.
Verklaring aangepast
De rechter vindt dat niet geloofwaardig. “Het is ook, anders dan [installateur] […] betoogt, niet een aanvulling van [installateurs] verklaring met feiten die hij door het tijdsverloop was vergeten, maar een heel andere verklaring, die op zijn minst de schijn wekt te zijn afgestemd op de bevindingen van Achmea.”
Een minuut is lang
De verzekeraar merkt ter zitting bovendien nog op dat er tussen het inschakelen van drie zones en het vervolgens ‘herstellen van de fout’ door het uitschakelen van nog een zone, een minuut zit. Volgens Achmea geldt dat als zeer lang voor het inschakelen van een alarm, wat er op duidt dat het een handeling betrof waarover nagedacht is.
Wat betreft de tweede inbraak noemt de rechter het bevreemdend dat iemand die enkele dagen daarvoor al getroffen is door een inbraak, er vier uur over doet om een alarmmelding op te volgen. “De slotsom is dat [installateur] gezien het voorgaande niet consistent en logisch heeft verklaard en zodoende onvoldoende gemotiveerd onderbouwd heeft gesteld dat de inbraken en diefstal hebben plaatsgevonden”, schrijft de rechter.
Alarm moest ingeschakeld zijn
Bovendien kan de eerste schade volgens de rechtbank alleen al afgewezen worden op het feit dat het alarm niet was ingeschakeld, terwijl dat volgens de polisvoorwaarden wel noodzakelijk was. In het geval van de tweede inbraak is met een reactietijd van bijna vier uur geen sprake van een adequate alarmopvolging.
Achmea hoeft de 91.406 euro schade niet te vergoeden. Voor de installateur komen daar nog ruim 5.000 euro aan juridische kosten bij.