De man stond op een avond in april 2016 te lassen in de buurt van een met isolatiemateriaal geblindeerd raam waarachter zich de stallen bevonden. Hij verliet zijn werkplek, omdat hij een alarm hoorde afgaan. Eenmaal terug op de plek zag hij dat het raam in brand stond. De fokker probeerde de brand nog te blussen, maar tevergeefs. Het pand brandde in dusdanige mate af dat de schade-experts niet meer konden achterhalen waar de brand was ontstaan.
Ontstaan door roekeloosheid
Volgens Achmea was de brand mogelijk ontstaan doordat de man op enkele centimeters afstand van de brandbare isolatieplaat laswerkzaamheden had verricht zonder maatregelen te treffen om brand te voorkomen. Hoewel schade door brand onder de dekking van de verzekering valt, stelt Achmea dat dekking in dit geval is uitgesloten omdat de schade met opzet of door roekeloosheid ontstaan is.
Geen brandwonden
Bij de brand kwamen tientallen dieren om het leven, echter was het varken dat zich op het moment van de brand het dichtst bij het raam bevond nog in leven. Er waren zelfs geen brandwonden op het dier te zien. Ook het speelgoed van het varken en de zogenaamde zeugkaarten op de box, waren niet (geheel) verbrand. Was de brand bij het nabijgelegen raam ontstaan, dan zou niet alleen het varken het niet hebben overleefd, maar ook beide voorwerpen zouden verbrand zijn.
Achmea heeft daarmee volgens de rechtbank onvoldoende bewezen dat de brand door het toedoen van de fokker is ontstaan.