De evenementenverzekering en corona: de lessen voor de toekomst

Moeten verzekeraars dekking bieden voor schade die verband houdt met de coronapandemie? Jolieke Claessens en Pieter Schoenmakers van advocatenkantoor Loyens & Loeff belichten die vraag aan de hand van de uitspraak in de rechtszaak tussen evenementenbureau ID&T en verzekeraars.

Sinds het begin van de coronacrisis bestaat veel discussie over de vraag of verzekeraars dekking moeten bieden voor aan de pandemie gerelateerde schade. De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam deed in dit kader een interessante uitspraak in een door ID&T aangespannen zaak over een evenementenverzekering van verzekeraars Nationale-Nederlanden (NN), Amlin, Reaal en Chubb. De rechtbank maakt in deze uitspraak van 29 juni 2020 korte metten met het betoog van de verzekeraars dat zij geen coronadekking hoeven te verlenen (ECLI:NL:RBAMS:2020:3766). De uitspraak geeft aanleiding tot het formuleren van enkele belangrijke lessen voor de toekomst.

De ID&T-zaak: de achtergrond

In het najaar van 2019 laat ID&T – één van de grootste evenementenbureaus van Nederland en bekend van onder meer Tomorrowland en Awakenings – tussenpersoon De Miranda naar een Nederlandse verzekering zoeken voor door haar georganiseerde evenementen. De Miranda schakelt verzekeringsmakelaar Klap in, die de evenementenverzekering op de assurantiebeurs aanbiedt. NN reageert hierop met een offerte, waarin zij schrijft dat zij bereid is om een leadaandeel op de polis te nemen. Avéro, Amlin, Chubb en Reaal verklaren zich eveneens bereid om aandelen op deze evenementenverzekering te nemen, alle voor uiteenlopende percentages en onder voorbehoud van definitieve acceptatie. Tijdens de onderhandelingen over de voorwaarden gaan de nieuwsberichten over het coronavirus vanuit China de wereld over. Waarna Chubb en Amlin aan Klap berichten dat voor alle evenementen geldt dat schade in verband met de uitgebroken pandemie niet verzekerd is. NN en Reaal volgen kort daarna met soortgelijke, algemene uitsluitingen.

Dekking intrekken of niet?

Op 3 maart – zes dagen voordat onze minister-president per abuis de hand van de directeur van het RIVM schudt en 20 dagen vóór onze ‘intelligente lockdown’ – laat ID&T aan De Miranda weten de offerte te willen accepteren. Avéro trekt echter, nog voordat De Miranda de acceptatie aan Klap doorgeeft, haar aanbod in. De Miranda bericht de verzekeraars vervolgens via Klap dat ID&T het aanbod accepteert, onder de vermelding dat de verzekeraars slechts in algemene zin hun voorwaarden hebben gewijzigd en dat zij de gedane offerte derhalve gestand moeten doen. NN reageert hierop met het bericht dat zij dekking biedt zonder corona-uitsluiting. Reaal geeft aan het oordeel van NN als leadverzekeraar te volgen. Chubb geeft daarentegen aan dat zij geen coronadekking biedt.

Enkele dagen nadat ID&T de offerte heeft geaccepteerd, verbiedt het kabinet grote evenementen en klopt ID&T bij de verzekeraars aan (op Avéro na). Daaropvolgend bevestigt NN haar aandeel in de verzekering, maar zij geeft aan geen coronadekking te bieden. Ook Amlin en Chubb bevestigen hun aandeel in de verzekering (en Chubb accordeert de polis in e-ABS), waarbij Amlin aangeeft dat een dekkingsuitsluiting in verband met corona van toepassing is. Reaal betoogt op haar beurt dat er geen overeenkomst met ID&T tot stand is gekomen, omdat ID&T de offerte niet binnen een redelijke termijn zou hebben geaccepteerd.

Vanzelfsprekend meent ID&T dat de verzekeraars haar schade in verband met geannuleerde evenementen – naar schatting 10 miljoen euro – moeten vergoeden. Omdat de verzekeraars hier niet in meegaan, spant ID&T een kort geding aan bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam.

Overeenkomst met of zonder coronadekking?

Bij de rechtbank komt de vraag aan de orde of er tussen partijen een verzekeringsovereenkomst tot stand is gekomen. Volgens de voorzieningenrechter is dit het geval. Ook de vraag of deze verzekeringsovereenkomst coronadekking biedt, beantwoordt zij bevestigend. Zo concludeert de rechtbank dat de algemene voorwaarden bij NN’s offerte geen corona-uitsluitingsclausule bevatten en dat NN ook bevestigde dat geen corona-gerelateerde uitsluiting van toepassing is. Reaal heeft zich bij het standpunt van NN aangesloten. Chubb en Amlin hebben in te algemene bewoordingen laten weten dat zij een corona-uitsluiting hanteren en hieruit blijkt volgens de rechtbank niet dat zij dit ook ten aanzien van de offerte aan ID&T hebben willen doen gelden.

Wat hadden de verzekeraars dan wel moeten doen om corona-gerelateerde schade van dekking uit te sluiten? De rechtbank oordeelt dat de verzekeraars in duidelijke bewoording kenbaar hadden kunnen (lees: moeten) maken dat zij hun offerte aan ID&T wilden herzien. Daarnaast hadden zij de offerte – net als Avéro – in kunnen trekken. Nu zij dit hebben nagelaten, kan ID&T aanspraak maken op een voorschot van in totaal 1,3 miljoen euro. Het is daarmee duidelijk dat de gevolgen voor de verzekeraars groot kunnen zijn. Welke lessen zijn er uit het voorgaande te trekken?

Mogelijke gevolgen en lessen voor de toekomst

In september is bekend geworden dat ID&T de zaak met NN en Reaal heeft geschikt voor een onbekend bedrag. Het FD berichtte dat ID&T gesprekken met Amlin en Chubb begint en dat zij verwacht ook met hen een schikking te zullen treffen. Vermoedelijk komt er op korte termijn dus meer duidelijkheid over het vervolg van deze zaak, waarbij ook een bodemprocedure nog tot de mogelijkheden behoort. Wij zien ruimte voor discussie over de juistheid van (de motivering van) het oordeel van de rechtbank Amsterdam, maar denken wel dat hieruit enkele belangrijke handvatten voor de praktijk zijn af te leiden.

Heldere bewoording

Het lag volgens de voorzieningenrechter op de weg van de verzekeraars om in duidelijke bewoordingen aan Klap te laten weten dat hun uitlatingen over het coronavirus (mede) betrekking hadden op hun offerte aan ID&T. Daarin schuilt precies wat De Miranda en Klap in dit geval goed hebben gedaan: zij maakten in heldere bewoording concreet wat de algemene uitlatingen van de verzekeraars in de ogen van ID&T betekenden. Het is vanuit de gedachte om klantvriendelijk over te komen en om berichten ‘zacht te willen laten landen’ begrijpelijk dat berichten vaak in algemene termen worden opgesteld (“Met het oog op [X] is dekking voor [Y] onder toekomstige polissen uitgesloten”). In juridisch opzicht verdient het echter de voorkeur om duidelijk kenbaar te maken wat je in een specifiek geval wilt bereiken (“Indien u ons aanbod zoals beschreven in [X] accepteert, dan verlenen wij u dekking voor [Y], maar niet voor [Z].”). Het adagium ‘hard op de inhoud, zacht op de persoon’ vormt hiervoor een goed uitgangspunt.

Proactief beheer

Daarnaast onderschrijft deze uitspraak het belang van een (pro)actief beheer van uitstaande offertes. Ter voorkoming van discussie over de vraag of een offerte binnen een redelijke termijn is geaccepteerd, verdient het aanbeveling om een geldigheidsduur aan offertes te verbinden. Uiteraard moet men in dat geval rekening houden met de situatie waarin juist de aanbieder (ondanks het verstrijken van de geldigheid van het aanbod) belang heeft bij de totstandkoming van de overeenkomst. Communicatie blijft dan ook te allen tijde cruciaal, waarbij het, zoals gezegd, is aan te raden om ontwikkelingen en wensen zoveel mogelijk tot specifieke, individuele gevallen te concretiseren.

Risico's van de volger

Ten slotte benadrukken we dat men er alert op dient te zijn dat het volgen van de beslissingen van een leadverzekeraar – op basis van een ‘to follow-clausule’ en/of een daaropvolgende (vrijwillige) referentie aan het oordeel van de lead – het risico met zich meebrengt dat deze lead beslissingen of vergissingen maakt die verstrekkende gevolgen voor de volger kunnen hebben. Hoewel een dergelijke volgbeslissing de uniformiteit en efficiëntie van de behandeling van claims onder de polis natuurlijk ten goede komt, kan het eveneens ten koste gaan van de invloed die men vervolgens nog op deze behandeling kan uitoefenen.

Mr. J.M.P.W. (Jolieke) Claessens en mr. P. (Pieter) Schoenmakers zijn advocate/advocaat bij Loyens & Loeff te Rotterdam.

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.