De expert schrijft in het rapport aan Vivat dat het bonnetje onprofessioneel oogt. Hij vraagt de vrouw waarom ze een laptop van 1349 euro kocht bij een beveiligingsbedrijf. Volgens de vrouw was het bedrijf een handelsonderneming die de laptop goedkoper kon aanbieden. De partner van de verzekerde blijkt in het verleden ook een beveiligingsbedrijf te hebben gerund, maar volgens de consument was dat niet het bedrijf waar zij de computer kocht.
Model werd pas later geïntroduceerd
Het expertisebureau ziet dat de prijs van de laptop overeenkomt met de standaardprijs in andere winkels. Nog opvallender is dat het model geïntroduceerd werd in juli 2017, terwijl de factuurdatum juni 2016 is. Een controle in het KvK-register leert bovendien dat het verkopende beveiligingsbedrijf wel degelijk op naam van de partner van verzekerde stond. Stónd, want het bedrijf blijkt al in 2014 te zijn opgeheven.
‘Verkeerd jaartal opgeschreven’
Geconfronteerd met deze gegevens zegt de vrouw dat de factuurdatum inderdaad onjuist was. Dat had juni 2017 moeten zijn, dat beweerde ze de expert ook mondeling te hebben gezegd. Hoewel er geen grote transacties van haar rekening waren gedaan, beweerde ze de laptop te hebben betaald van de 1.976 euro die ze terugkreeg van de Belastingdienst.
Vivat keerde geen schadevergoeding uit en nam de vrouw op in de verwijzingsregisters. De consument stapte daarop naar de rechter. Bij de rechtbank werden haar klachten verworpen, het gerechtshof in Amsterdam bekrachtigde dat vonnis.
Nooit cash in huis
De vrouw kon niet verklaren waarom er 2016 op de factuur stond terwijl de laptop volgens haar in 2017 werd gekocht. Evenmin kon ze vertellen hoe het mogelijk was dat ze een laptop geleverd kreeg van een bedrijf dat al drie jaar niet meer bestond. “Tot slot is zij ook niet ingegaan op het feit dat zij de aanschafprijs van deze laptop contant heeft betaald, terwijl zij naar eigen zeggen nooit contant geld in huis heeft”, schrijft het hof in het vonnis.
Vanwege de opzettelijke poging tot misleiding was Vivat gerechtigd om de complete claim van 8.086 euro te weigeren. De vrouw draait ook op voor de proceskosten.