Met de uitgave van Advies in Cijfers wil Adfiz – naar eigen zeggen – inzicht geven in de omvang, het belang en de impact van onafhankelijk advies in Nederland. Bij het samenstellen van de uitgave werd alleen nog geen rekening gehouden met de impact van de corona-crisis.
De cijfers op een rijtje:
Drie op de vier Nederlandse consumenten zijn klant bij een onafhankelijk financieel adviesbedrijf. En negen op de 10 bedrijven.
Er zijn nu 6209 zelfstandige advieskantoren en ze hebben in totaal 7761 vestigingen. Ondanks een sterke consolidatietrend kenmerkt 88 procent van de kantoren zich als klein (tot 5fte). De 25 grootste kantoren hebben een adviesomzet tussen 20 en 400 miljoen euro.
De werkgelegenheid bij de advieskantoren is in 2019 gestegen met 550 fte tot iets meer dan 29.000 banen. De groei zit volledig bij de kantoren boven 20 fte. De meeste werkgelegenheid zit wel nog steeds bij de kantoren tot 20 fte, 6 op de 10 adviseurs werkt bij deze kantoren.
De werkgelegenheid bij de advieskantoren is in 2019 gestegen met 550 fte tot iets meer dan 29.000 banen. De groei zit volledig bij de kantoren boven 20 fte.”
Onafhankelijk financieel adviseurs zijn verantwoordelijk voor de bemiddeling bij bijna 90 miljard euro aan verzekeringen en hypotheken. Dat is 61% van het totaalvolume.
Het marktaandeel van onafhankelijk advies is over de hele linie stabiel tot licht stijgend. Het aandeel bij schade, leven en pensioen is stabiel. Bij inkomen en hypotheken neemt het aandeel van onafhankelijk adviseurs licht toe.
De pdf van Advies in Cijfers 2020 staat hier.
In 2006 waren er nog 12.000 advieskantoren. In 2010 waren dat er 9973. In 2016 6880 en in 2019 6296. Nu zijn er dus nog 6209. Onafhankelijk adviseurs behoren grotendeels tot het kleinbedrijf. Meer dan de helft van de kantoren zijn eenmansbedrijven, 88 procent heeft maximaal 5 fte in dienst. Aan de bovenkant telt de markt ongeveer 15 zelfstandige 100+ bedrijven met meer dan 15 miljoen omzet.
Acht op de tien advieskantoren hebben de omzet in 2019 met gemiddeld 16 procent zien toenemen (8 procent rapporteert een daling, 13 procent blijft gelijk).”
De meeste advieskantoren zijn in 2019 opnieuw gegroeid in klantenaantallen en in omzet. Acht op de tien advieskantoren hebben de omzet met gemiddeld 16 procent zien toenemen (8 procent rapporteert een daling, 13 procent blijft gelijk). Hypotheek geeft het meest wisselvallige beeld (bij de helft omzetstijging, bij een derde omzetdaling). De zakelijke markt zorgt bij de meeste adviesbedrijven (80 procent) voor een stijging, terwijl ook particulier vooral groeit (bij 67 procent van de kantoren). Zakelijk is bij de kantoren wel de grootste bron van omzet geworden.

Illustratie: Emanuel Wiemans
Adfiz laat in het boekwerkje zien dat de achterban ook een belangrijke rol speelt of kan spelen in het leven van consumenten. Door advisering van onafhankelijk hypotheekadviseurs behalen consumenten namelijk gemiddeld 0,37%-punt rentevoordeel. Bij een gemiddelde hypotheek van € 237.000 levert dit rentevoordeel over de looptijd een besparing op tussen de €12.000 (lineaire hypotheek) en € 14.000 (annuïtaire hypotheek). Onafhankelijk advies kost gemiddeld €800 meer dan het advies van de geldverstrekker zelf. Adfiz: “Deze extra investering betaalt zich binnen twee jaar terug en geeft over tien jaar een gemiddeld rendement van 83 procent per jaar”.
De toegankelijkheid van advies is door het provisieverbod verslechterd, meldt de brancheorganisatie weer eens. “Door nadruk op advieskosten verschuift de voorkeur om een bepaalde vorm van advies in te winnen van onafhankelijk advies naar doe-het-zelven. Van iedere 10 mensen die voorkeur hebben voor persoonlijk advies van een onafhankelijk adviseur zien er 6 af van deze vorm. Deels omdat men niet bereid is de kosten te betalen, deels omdat men de advieskosten niet kan betalen.”
De kosten van het toezicht blijven hoog en dat zit Adfiz nog altijd dwars.
Pijnlijk is dat de verschuiving van onafhankelijk advies naar doe-het-zelf het sterkst is onder de groep consumenten die juist het meest gebaat lijkt bij financieel advies; financieel laag geletterden, zo meldt Adfiz.
Tot slot: de kosten van het toezicht blijven hoog en dat zit Adfiz nog altijd dwars. Ook al betaalt de achterban een steeds kleiner deel van de totale kosten. “De totale toezichtskosten die door de markt gedragen worden zijn sinds 2011 meer dan verdubbeld. In 2015 is de overheidsbijdrage volledig komen te vervallen. Na 2015 is de begroting van de AFM met 32,5 procent toegenomen. In 2019 is het aandeel dat adviseurs bijdragen aan de begroting gedaald van 21 naar 13,4 procent.