Dik van Velzen (Nibe-SVV): 'Shurgard mocht polissen verkopen via legale Fenex-bepaling'

Dik van Velzen (Nibe-SVV): 'Shurgard mocht polissen verkopen via legale Fenex-bepaling'
Dik van Velzen

Shurgard kon zonder vergunningen brandverzekeringen verkopen omdat de AFM de verkoop niet als vergunningsplichtige bemiddeling ziet. Dat zegt Dik van Velzen (Nibe-SVV) in een reactie op de blog van Eric Horssius over de dure en inadequate polissen die kwamen bovendrijven na een brand bij het opslagbedrijf. De uitzondering wordt volgens Van Velzen gemaakt op basis van de ongedocumenteerde Fenex-bepaling.

Bemiddelaars in verzekeringen kunnen onder voorwaarden vrijgesteld worden van de vergunningsplicht. Bijvoorbeeld de fietsenmaker die een eenvoudige diefstalverzekering verkoopt hoeft daarvoor niet over Wft-diploma’s te beschikken. Volgens jurist Eric Horssius voldeed Shurgard echter niet aan de voorwaarden om die vrijstelling te krijgen.

Moederpolis of raamcontract: de andere legale uitzondering

Van Velzen schrijft in een blog dat hij ervan uitgaat dat Shurgard gebruikmaakte van een andere door de AFM gelegitimeerde uitzondering: de zogeheten Fenex-bepaling. Bij dergelijke contracten sluit de afnemer een moederpolis (of raamcontract) bij een verzekeraar. Daarna verkoopt de afnemer dochterpolissen (certificaten) aan individuele klanten. Omdat de verzekering in feite al gesloten is – de moederpolis – is er bij de doorverkoop volgens de AFM geen sprake meer van vergunningsplichtige bemiddeling.

Wat is de oorsprong van de Fenex-bepaling?

Bij de invoering van de Wft stuitte de wet op verzet van de branchevereniging voor vervoerders Fenex. De aangesloten transportbedrijven waren voor het lidmaatschap verplicht om hun klanten op verzoek van een goederenverzekering te voorzien. Een vergunningsplicht zou de vervoerders te veel geld (en handel) kosten. De Fenex-lobby zorgde ervoor dat de constructie met verkoop via een moederpolis en dochterverzekeringen niet onder de Wft-plicht viel. Een methode die uiteindelijk ook in veel andere branches gekopieerd werd onder de naam Fenex-bepaling.

Geen Wft, geen zorgplicht

Via deze constructie worden volgens Van Velzen heel veel verzekeringsproducten in Nederland verkocht. Ook bijvoorbeeld leasebedrijven die een extra SVI of OVI proberen te slijten, maken gebruik van de constructie. De Shurgard-huurders ondervinden nu de gevolgen van de verkoop van financiële producten door ongekwalificeerd personeel in dienst bij vergunningsloze bedrijven. Omdat de Wft helemaal niet meer van toepassing is, gelden er immers ook geen regels omtrent de zorgplicht.

'Raamcontract is geen verzekering'

Dat er sprake is van gelegitimeerde verkoop volgens staand AFM-beleid, betekent voor Van Velzen niet dat het gewenst is. “De verzekering in het raamcontract is eigenlijk helemaal geen verzekering. In het hypothetische geval dat er geen klanten worden gevonden, betaalt de afnemer geen premie en draagt de verzekeraar geen risico.”

De grond waarop de uitzondering wordt gemaakt, is wat Van Velzen betreft dus niet geldig. Mede daarom zou de AFM volgens hem al enige tijd van de Fenex-bepaling af willen. Van bronnen bij de toezichthouder kreeg Van Velzen echter te horen dat het beraad meerdere keren vooruitgeschoven werd.

Geen mandaat voor vrijstellingen

De programmamanager van Nibe-SVV zet daarnaast ook vraagtekens bij de legitimiteit van de Fenex-bepaling. De AFM heeft volgens hem niet het mandaat om dit soort vrijstellingen zelf te bedenken.“Het zegt eigenlijk al genoeg dat er geen enkel openbaar document te vinden is waarin deze bepaling besproken wordt.”

Reactie AFM op Shurgard en de Fenex-bepaling

De AFM heeft in een reactie aan AM laten weten geen uitspraken te kunnen doen over individuele gevallen. De toezichthouder bevestigt wel dat er momenteel onderzoek gedaan wordt naar de invoering van een vergunningsplicht voor bedrijven die werken met raamcontracten. Lees hier de volledige reactie van de AFM.

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.