Je bent sinds april 2014 commissaris bij Onderlinge ’s-Gravenhage. Waarom heb je destijds ‘ja’ gezegd tegen deze rol?
“Ik had net bedacht dat ik ‘ooit’ een keer een toezichthoudende rol wilde gaan vervullen. Men zocht een vrouw met beleggingservaring. Ik wilde vooral niét worden benoemd omdat ik vrouw ben, maar vanwege de inhoud. Toch ben ik het gesprek aangegaan, en heb ja gezegd omdat ik het gevoel had inhoudelijk veel te kunnen toevoegen. Verder heb ik mijn intuïtie gevolgd. De Onderlinge ‘s-Gravenhage leek me een mooie organisatie, met een mooie missie: ‘op onderlinge basis risico’s nemen die deelnemers individueel niet kunnen dragen'. En ze hadden geen historie met verkeerde producten.”
Dacht je ook een moment: ‘kan ik dit wel?’
“Zeker, ik vroeg mij af of ik genoeg ervaring zou hebben, geloofwaardig zou zijn en een goede gesprekspartner voor de directie. Uiteindelijk durfde ik de sprong te wagen, in de verwachting te kunnen starten vanuit mijn inhoudelijke bijdrage.”
Als de antwoorden uiteenlopen, weet ik dat er iets aan de hand kan zijn en dat ik dieper moet graven”
Hoe heb je je in deze rol ontwikkeld?
“Ik breng nu iets gemakkelijker mijn mening in, ik keek in eerste instantie wat meer de kat uit de boom, zeker over onderwerpen buiten mijn eigen portefeuille. Ik had immers nog geen ervaring als toezichthouder. Ik ben daarnaast meer gaan nadenken over de rolverdeling tussen toezichthouder en bestuurder waardoor je ook andere vragen gaat stellen. Nog steeds is mijn intuïtie een belangrijk element.”
Wat dacht je vooraf aan toegevoegde waarde mee te brengen en is dat ook gelukt?
“Ik dacht dat ik vooral vanuit mijn inhoudelijke bagage, onder meer op het gebied van beleggingen, waarde kon toevoegen, en dat blijkt ook zo te zijn. In de loop der jaren is mijn toegevoegde waarde ook in de breedte toegenomen. Ik ben voorzitter van het Audit & Risk Committee. We beoordelen de risico’s die de organisatie neemt zodat directie en RvC onderbouwde besluiten kunnen nemen. In die rol ben ik nog aan het leren, maar het is erg leuk om die in te vullen.”
Met welke dilemma’s krijg je te maken?
“Ik was benieuwd hoe om te gaan met het dilemma dat je als RvC op afstand bent van de organisatie en toch met elkaar beslissingen moet nemen. Het is verantwoordelijk werk, het zijn lastige tijden voor levensverzekeraars en de raad bestaat uit vijf individuen. Daarnaast is een besluit nooit zwart-wit. Hoe heb je het vertrouwen dat je vanuit die rol de goede beslissingen neemt? Het betekent dat je veel gesprekken moet voeren, ook in de organisatie. Wat ik veel doe is dezelfde vraag aan meerdere personen stellen. Als de antwoorden uiteenlopen, weet ik dat er iets aan de hand kan zijn en dat ik dieper moet graven. Als commissaris moet je verdraaid goed weten wat het verdienmodel van de organisatie is. En je houdt in de gaten dat de organisatie ‘compliant’ is. Rapportages moeten goed zijn, daar moet je ook heel goed op letten."
Jullie zitten met twee vrouwen in de RvC en de directie telt twee vrouwen. Wat betekent dat voor jou?
“De diversiteit is goed in beide gremia. Ik denk in algemene zin dat vrouwen meer en sneller vragen stellen als ze iets niet begrijpen. Maar de diversiteit in de RvC gaat verder: bijna alle leden hebben een dagelijkse baan naast dit commissariaat en dat geeft een mooie wisselwerking en nieuwe inzichten. Ook zijn we diverser qua leeftijd dan voorheen.”
Wat vond je van de externe toetsing en hoe kijk je aan tegen de contacten met DNB?
“Toen ik in 2014 werd getoetst door DNB was er in de media veel negatieve aandacht voor de toetsingen. Ik heb die echter als prettig ervaren: ik had een leertraject doorlopen bij Onderlinge ’s-Gravenhage en heb veel met ervaringsdeskundigen gesproken, veel technische bagage opgedaan. De aandacht in het gesprek ging vooral uit naar de gedragskant van toezicht. Ook wilde men weten wat ik aan mijn eigen ontwikkeling zou gaan doen. Inmiddels heb ik bij de Erasmus Universiteit een programma doorlopen en ben ik recent voor de tweede maal getoetst, nu als voorzitter van het Audit & Risk Committee. Wij houden natuurlijk in de gaten of datgene dat DNB vraagt van de organisatie ook ‘proportioneel’ en redelijk is. Naast de contacten die de directie met DNB heeft, onderhouden wij als RvC ook onze contacten met de toezichthouder.”
Wat zijn je ambities op toezichthoudend vlak?
“Een tweede commissariaat past nu even niet, ik ben veel op reis naar de VS, Canada en het VK voor de Shell-pensioenfondsen in mijn takenpakket. Ik vind de combinatie van een baan en een toezichtrol heel waardevol, beide kanten op. Ik zou er op termijn naast mijn huidige rollen nog wel een commissariaat naast willen hebben, maar dan wel in een andere branche dan de verzekeringssector.”
Dit artikel verscheen eerder in am:46.