Scheidend Verbondsdirecteur De Boer: 'Wij zijn volkomen distributieneutraal'

Scheidend Verbondsdirecteur De Boer: 'Wij zijn volkomen distributieneutraal'

Begin vorige maand maakte Leo de Boer zijn afscheid bekend als directeur Schade bij het Verbond van Verzekeraars. De Boer blikt nog één keer terug op zijn loopbaan van ruim een kwart eeuw in de verzekeringsbranche. Het intermediair mag daar wat hem betreft niet bij ontbreken. "Wij zijn volkomen distributieneutraal."

Natuurlijk gaat Leo de Boer zijn onafscheidelijke mede-directeur Richard Weurding missen. “We zijn hier in korte broek groot geworden”, vertelt De Boer op een mooie herfstmorgen in wat zijn laatste weken bij het Verbond van Verzekeraars zijn. “Zonder al te dramatisch te willen klinken ga ik ook Harold (Herbert, directeur Leven/Inkomen, red.) en alle andere collega's missen. We zijn met pakweg 100 mensen groot genoeg om een professionele brancheorganisatie te zijn en klein genoeg om persoonlijk te zijn. Als er iemand hier ziek is weet ik dat binnen twee uur ook.”

Toch kiest De Boer bewust na een kwart eeuw voor een “change of scenery”. “Je kan in de verzekeringsbranche elke dag je hart ophalen met alles wat er gebeurt. Maar ik was toe aan iets anders en dan moet je ook nog het geluk hebben dat er iets voorbij komt. Verenigingsmanagement is echt mijn ding. Wat betreft kom ik bij het gecombineerde bureau van VNO-NCW en MKB Nederland nu terecht bij de moeder aller brancheorganisaties. Daar ben ik best wel trots op.”

Lobbykracht

Bij het gecombineerde bureau van de brancheorganisaties werken twee keer zoveel mensen als bij het Verbond, maar buiten dat zijn er volgens De Boer vooral overeenkomsten tussen zijn oude en nieuwe werkgever. “Natuurlijk voel ik me na al die tijd een halve verzekeraar, maar ook in mijn functie bij het Verbond ben ik voor 60% een verenigingsmanager. Je geeft leiding aan het bureau en invulling aan de lobby en de dossiers die er spelen. Ik kijk er naar uit omdat ook te gaan doen bij VNO-NCW en MKB Nederland. Ik vind het mooi om te werken op het scheidsvlak tussen een invloedrijke brancheorganisatie en de politiek. Met alle respect had een overstap naar de vereniging van kabel- en leidingleggers wat minder voor de hand gelegen.”

Bij VNO-NCW lijkt De Boer wat dichter op het politieke vuur te zitten, maar de lobbykracht is er volgens hem niet per se veel groter. “Het is moeilijk met elkaar te vergelijken omdat als lobby's succes hebben, ze worden gedeeld, maar als dat niet zo is je er niet over hoort. Qua lobby en dienstverlening is het Verbond best een geoliede machine. Het loopt gesmeerd als wij iets aan willen kaarten. Bij VNO NCW is die invloed meer geïnstitutionaliseerd. Ze schuiven aan in het SER-overleg en kunnen ook regelmatig een telefoontje van de minister-president verwachten. De kans dat ik Rutte aan de lijn krijg is overigens niet zo groot, daar hebben we met Hans de Boer een beroepsvoorzitter voor.”

Cas is mijn liefste kikker”

Provisieverbod

Gevraagd naar de dossiers waar het Verbond de afgelopen kwart eeuw een invloedrijke lobby voerde onderscheid De Boer drie periodes, die van  “groei en bloei” van 1992 tot 2004,  die van “dreunen en kreunen” tijdens de crisisjaren en de huidige periode van “innovatie en consolidatie”. Elke periode kende zijn eigen “’grote dossiers”. Respectievelijk de komst van Solvency-wetgeving, de komst van het gedragstoezicht (AFM) en het provisieverbod ziet hij persoonlijk als belangrijke dossiers waarop de Verzekeraars hun invloed hebben kunnen laten gelden.

“Het meest pittige was by far het provisieverbod”, stelt De Boer. “Maar ik beschouw het als een succes dat het er is gekomen. In 2009 en 2010 moest ik al de blaren op mijn tong praten in de tweede kamer over problemen met onder meer betalingsbeschermers. Het was ook de tijd dat Theodoor Kockelkoren het namens de AFM had over de branche die knollen voor citroenen verkocht. We zaten op een dead end street. De fail saves hadden duidelijk niet gewerkt. De verzekeraar werkte als producent niet vlekkeloos, in de distributie was er een mismatch en de klant accepteerde het. Het systeem had verandering nodig.Daarom kwamen wij zelf in 2010 met CAR (customer agreed remuneration),  wat eigenlijk een mooi woord voor provisieverbod is. Niemand was eerder met dit idee gekomen. Het uiteindelijke provisieverbod heeft gezorgd voor zuivere verhoudingen tussen verzekeraars en intermediair en daarmee duurzaamheid van de branche.”

Distributie uitvaart

Dat uitvaartpolissen vaak worden aangegrepen om te staven dat het provisieverbod ook zijn schaduwzijdes heeft begrijpt hij niet zo. “Als ik kijk naar de cijfers die wij hebben is er sinds 2013 niet minder maar juist meer uitvaart gesloten. Als er minder uitvaart via het intermediair wordt gesloten is het de vraag of de klant daarmee slechter af is. Dat ook uitvaartverzekeraars aan de bel trekken over onverzekerenden heeft in mijn beleving vooral met hun distributievisie te maken. Waarbij ik me er wel over verbaas dat sommigen voor 2013 al schande riepen als financieel adviseurs uitvaart niet mee namen in hun advies en er nu schande van spreken dat adviseurs het wel zouden willen maar nu niet mee zouden kunnen nemen door het provisieverbod. Het blijft best lastig om de waarde van advies over het voetlicht te krijgen, dat blijft de grote opdracht. Ik denk dat advies best van nut kan zijn bij uitvaart, maar je moet je wel dan afvragen op welke klanten je je dan richt en op welke wijze je daar bijvoorbeeld moderne IT bij kunt inzetten.”

Kikkers

Toen de inkt van de evaluatie van het provisieverbod op complexe producten nog amper droog was kwam de AFM eind vorig jaar met een pleidooi voor verplichte actieve transparantie voor de provisie op schadeverzekeringen. Een pleidooi dat direct werd ondersteund door het Verbond van Verzekeraars, hoewel al snel bleek dat niet alle Verbondsleden het eens waren met de openlijke steun voor provisietransparantie. Met name Cas Verhage van Nh1816  nam in stevige bewoordingen afstand van het voorstel, nadat hij een jaar eerder al had verkondigd dat zijn collega-verzekeraars stiekem toewerkten naar ongelijk speelveld voor henzelf en het intermediair.

Op de vraag aan De Boer of het als verenigingsmanager niet lastig is om alle kikkers in de kruiwagen te houden antwoordt de scheidend directeur: “Cas is mijn liefste kikker. Jaar in jaar uit zijn wij met 100 tot 120 lobbydossiers bezig. In 80% van de gevallen zitten binnen no time op één  lijn, in 20% van de gevallen is er meer discussie. In het geval van distributie geldt dat al onze leden er verstand van hebben. Als vereniging zijn wij volkomen distributieneutraal. Het is ons om het even voor welke methode een lid kiest. De leden verschillen onderling in hun visie op distributie, maar als het gaat om zelfregulering of wetgeving worden we uiteindelijk het altijd wel eens. Echt, wat dat betreft is het Verbond van Verzekeraars een oase van rust”, knipoogt hij.

Het Verbond is als brancheorganisatie is een ecosysteem avant la lettre”

Betalen voor goed advies

De Boer benadrukt dat er wat het Verbond betreft een level playingfield moet zijn voor direct writers en het intermediair. “Tegelijkertijd moeten we af van dat loodzware kostenmodel voor distributie. Door vereenvoudiging van systemen kunnen we op dat vlak al heel veel bereiken.” De geopperde actieve transparantie voor schadeverzekeringen ziet hij niet als een middel om de kosten in de keten te drukken maar als een teken des tijds. “De maatschappelijke trend wint altijd. Het is bijna 2019, je komt niet meer weg met het standpunt ‘wat de klant betaalt voor zijn dienstverlening, vertellen we niet’. Hoe je vervolgens invulling geeft aan die transparantie is vers 2.”

“Wij huldigen het standpunt dat duidelijk moet zijn dat er provisie wordt betaald. Dat vergroot de duurzaamheid in de keten omdat de verschillende rollen naar de klant toe helder zijn. Ik ben niet bang dat klanten om die paar euro in de maand aan schadeprovisie massaal weglopen bij het intermediair. Van een adviseur verwachten ze onafhankelijk advies. Dat verwachtten ze niet van een aanbieder. Ik denk zelf dat de toegevoegde waarde van advies in de beleving van de klant zal toenemen. Die zal zich realiseren dat de adviseur heel wat voor hem doet voor een naar verhouding klein bedrag. Natuurlijk zullen er kantoren zijn die voor hun inkomsten vrijwel volledig afhankelijk zijn van de doorloop op schade en die niet zitten te wachten op actieve transparantie. Maar ik ken ook heel veel schadekantoren waar echt geweldige ondernemers in zitten. Die echt begrijpen dat het belangrijk is dat hun klanten beseffen dat ze zich goed moeten beschermen. Ook voor schadeverzekeringen geldt dat veel klanten gebaat zijn bij goed advies. Daar wil je graag voor betalen.”

One man, one vote

Van Arie van den Berg, directeur van intermediairbedrijf BeneVia/Heinenoord en dit jaar prominent in de am: top 100, de vraag of inmiddels Achmea wel niet een heel erg grote stempel drukt op het beleid van  het Verbond. Dit mede gelet op het feit dat Achmea-CEO Willem van Duin sinds deze zomer ook voorzitter is van de brancheorganisatie.

De Boer is bekend met de vraag die ook wel eens door anderen wordt gesteld. “Het klopt dat Achmea onder onze leden de grootste verzekeraar is, al gooit NN door de overname van Delta Lloyd ook hoge ogen. Maar buiten die handvol hele grote verzekeraars zijn er ook nog veel middelgrote en kleine verzekeraars onder onze leden. Er is minder machtstvertoon dan mensen denken. In belangrijke discussie is het meestal  one man, one vote. Het gaat toch om de argumentatie. Het Verbond is als brancheorganisatie is een ecosysteem avant la lettre. Met 180 leden hebben we alle smaken aan boord maar zijn we toch verrassend stabiel en scherp.”

Met de stelling dat het Verbond wel heel ‘politiek’ is heeft hij weinig. ‘Het Verbond is politiek, in die zin dat wij veel met de politiek te maken hebben. Maar als iemand van onze leden een andere mening heeft is dat prima. Daar raken we niet meer van de leg van. We zijn geen monolytisch blok waarin de verzekeraars in een achterkamer besluiten nemen. Die tijd is allang voorbij. Dialoog, transparantie en accountability in de relatie met de stakeholders zijn nu de toverwoorden. Als branche hebben wij er zelf alle baat bij om in contact te blijven met de samenleving. Daar vloeien ook zaken als de solidariteitsmonitor en de risicomonitoren uit voort.”

2019 wordt het jaar van de waarheid voor het volmachtkanaal”

Overstromingen

Waarmee De Boer bijna aan het eind van het gesprek daar naar gevraagd nog een paar successtory’s noemt. “Minder blij ben ik met het gegeven dat ik het overstromingsdossier niet heb af kunnen maken. Het was frustrerend dat we in 2013 dichtbij een oplossing waren die echter werd afschoten door de NMa. Ik ben blij dat we nu ieder geval hebben kunnen vaststellen dat een vrijwillige dekking voor lokale overstromingen wel mogelijk is.”

Wat De Boer ook niet meer gaat afronden is de aanhoudende discussie over de beloning in het volmachtkanaal. Twee weken geleden kwam de NVGA nog met een rapport waarin de volmachtvereniging heeft laten becijferen dat in dit kanaal de schadelast veelal lager ligt dan in het directe kanaal van de verzekeraars. Dit in weerwil van verzekeraar die stellen dat het andersom is en de tekencommissie daarom best naar beneden kan. “Ik heb het rappport nog niet kunnen lezen, maar ben benieuwd of de IBNR (Incurred But Not Reported, red.) cijfers goed zijn verwerkt. De beloningsdiscussie sec is geen discussie waar het Verbond zich in mengt”, aldus De Boer. “Het gaat om individuele discussies tussen volmachtbedrijven en verzekeraars over de beloning die wordt gehanteerd.”

Jaar van de waarheid

“Waar wij ons wel druk om maken is of in het volmachtkanaal de datakwaliteit op orde en riskmanagement op orde zijn. Bij de datakwaliteit heb je het dan onder meer over de schadecijfers van de volmachtbedrijven en de verzekeraars zelf. Daar zit licht tussen, bijvoorbeeld omdat gegevens te laat of onvolledig worden aangeleverd. Niet voor niets staan deze risico’s in het volmachtkanaal volgend jaar in de top 3 van aandachtspunten van De Nederlandsche Bank en de AFM . In die zin is 2019 het jaar van de waarheid voor dit kanaal. In dit geval geldt nog steeds dat wij geen voorkeur hebben voor een distributiekanaal, maar het zou te makkelijk zijn om ons daar achter te verschuilen. Als verzekeraar geef je wel de verantwoordelijkheid voor een klant af aan een volmachtbedrijf.”

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.