Het voorstel beschrijft de nieuwe regels voor het pensioen dat een werknemer samen met de werkgever opbouwt. Met de reacties uit de internetconsultatie wordt het wetsvoorstel verbeterd, zodat de wet per 2022 kan ingaan. Daarna hebben sociale partners en pensioenuitvoerders tot 2026 om over te gaan naar het nieuwe stelsel.
Pensioenfederatie: betrek effecten UFR-aanpassing
De Pensioenfederatie is positief, maar ziet de gefaseerde invoering van een strengere Ultimate Forward Rate (UFR) als aandachtspunt. "Die heeft een verzwarend effect op de dekkingsgraden. De minister geeft aan dat er nog een handleiding zal komen die guidance moet geven bij evenwichtig invaren. Het is volgens de Pensioenfederatie belangrijk om de effecten van de UFR-aanpassing daarin te betrekken." Verder vindt de federatie dat pensioenfondsen die kiezen voor het nieuwe pensioencontract de ruimte moeten krijgen eigen keuzes te maken bij het inrichten van het beschermingsrendement. Fondsen moeten een evenwichtige afweging van belangen kunnen maken: "Er moet in dat kader bij de transitie ruimte zijn om daar ook andere overwegingen bij te betrekken dan alleen de mathematisch theoretische 'nettoprofijtberekeningen', zoals het effect op ingegane uitkeringen of vervangingsratio’s."
Verder wil de koepel meer duidelijkheid over de rolverdeling tussen sociale partners en pensioenfondsbesturen in het nieuwe pensioenstelsel, waar het gaat om de keuze van contract, het invaren en de periode van de transitie. "De Pensioenfederatie zal toetsen of de verantwoordelijkheidsverdeling helder genoeg is beschreven."
VCP: niet blindstaren op transitiefase
De Vakcentrale voor Professionals (VCP) vindt het positief dat er meer zicht is hoe de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel vorm gaat krijgen, maar wijst erop dat voor deelnemers ook veel afhangt van het nieuwe pensioenstelsel, dat in 2026 ingaat. “We moeten ons niet blindstaren op de transitiewetgeving, maar ook oog hebben voor het pakket aan wetgeving dat nu op tafel ligt over de toekomst van ons pensioenstelsel. Dat is vele malen ingrijpender voor de pensioendeelnemers”, zegt VCP-bestuurder Ruud Stegers.
Communicatie
De VCP is benieuwd hoe de zogeheten parameters doorwerken in het transitie-Financieel toetsingskader en wat de impact daarvan zal zijn op de stijgende premies en de afnemende pensioenopbouw. "De parameters bepalen in grote mate of het transitie-FTK daadwerkelijk positief zal uitpakken voor deelnemers." De vakcentrale is blij dat er een pakket voorligt voor consultatie. "Onze aandacht gaat onder meer uit naar de compensatieregeling, waarover we eerder onze zorgen hebben geuit. Niemand mag buiten de boot vallen. Daarnaast zullen we ook veel aandacht besteden aan de manier waarop de communicatie naar de deelnemers vormgegeven gaat worden. Het nieuwe stelsel moet uitlegbaar en transparant zijn en dat begint met heldere communicatie en vertrouwen van deelnemers in dit stelsel."
Ouderenbonden: slechtste van twee werelden
De ouderenbonden vinden dat de belofte om indexatie sneller mogelijk te maken een dode mus is. "De komende jaren wordt het voor gepensioneerden met de uitholling van de pensioenen zeker minder, waar het in het nieuwe stelsel minder zeker wordt. Het slechtste van twee werelden wordt zo bijeen gebracht", reageren ANBO, KBO-PCOB en de Koepel Gepensioneerden op het transitie-FTK. "Gepensioneerden zullen na twaalf jaar stilstand niet of nauwelijks profiteren van het nieuwe stelsel." De gehanteerde gemiddelde cijfers gelden niet voor grote fondsen als ABP en PFZW, aldus de bonden. "De invloed van de hoogte van de premie en de renteregels drukken de dekkingsgraden bij die fondsen tot 14% in plaats van 6%. Daardoor dreigen de komende vijf jaar kortingen voor gewezen politieagenten, verpleegsters en ambtenaren. Bovendien neemt de koopkracht van pensioenen met tien procent af als gevolg van niet gecompenseerde prijsstijgingen." De bonden missen bij premie en rente het evenwicht tussen de oudere en jongere generaties.