Koolmees wijzigt het wetsvoorstel om de fiscale consequenties van het opnemen van een bedrag ineens op pensioendatum te verzachten. Wie in het jaar dat hij AOW-gerechtigd wordt, een bedrag ineens opneemt, kan afhankelijk van de maand waarin de AOW-leeftijd wordt bereikt, voor een extra belastingdruk (extra AOW-premie) komen te staan. Koolmees wil daarom het wetsvoorstel wijzigen. "Het beoogde doel van deze aanpassing is dat mensen meer mogelijkheden krijgen om het moment van opnemen van een bedrag ineens beter aan te laten sluiten bij wat voor hun persoonlijke situatie opportuun is, voor zover ze er gebruik van willen maken."
Alternatieven niet haalbaar
De minister heeft de mogelijkheden besproken met de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars. Een extra keuzemoment was een optie, maar dat leidt tot extra en complexer werk voor pensioenuitvoerders. Een al ingegaan pensioen moet op het tweede keuzemoment handmatig worden herrekend en aangepast. Het niet meenemen van het bedrag ineens in de grondslag voor de premies voor werknemers- en volksverzekeringen en het beperken van de doelgroep voor een tweede keuzemoment tot de groep mensen die in hetzelfde jaar met pensioen gaan als dat ze de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken, vielen ook af als reparatiemogelijkheid. "Die passen niet binnen de huidige fiscale en juridische kaders."
Lumpsum in uitkeringsstroom opnemen
Het keuzerecht beperkt houden tot de pensioeningangsdatum en de mogelijkheid bieden om het bedrag ineens alvast op te nemen in de uitkeringsstroom van periodieke levenslange uitkeringen is wel een werkbaar alternatief. "De deelnemer krijgt voorafgaand aan zijn/haar gewenste pensioeningangsdatum de keuze om een bedrag ineens tot uitkering te laten komen op de pensioeningangsdatum óf in de maand februari van het jaar volgend op het jaar waarin de AOW-gerechtigde leeftijd wordt bereikt. Het blijft dus één keuzemoment, waardoor de pensioenuitvoerder in beginsel niet te maken krijgt met een herrekening van een reeds lopende periodieke pensioenuitkering."In feite komt de aanpassing erop neer dat de eenmalige opname kan worden verschoven naar het volgende kalenderjaar, zodat de som niet meetelt voor het bepalen van de af te dragen belastingen en premies in het jaar van pensionering.
Rekening houden met piek-uitkering
Op de ingangsdatum van het pensioen wordt de hoogte van de periodieke pensioenuitkeringen berekend vóór en na het uitkeren van een bedrag ineens en de hoogte van het bedrag dat ineens wordt opgenomen. "In deze uitkeringsstroom kan dus al rekening worden gehouden met een 'piek-uitkering' op een later moment." Koolmees wil dit alternatief in de wet opnemen. "Ondanks het feit dat dit voorstel ook extra uitvoeringscomplexiteit en uitvoeringskosten voor pensioenuitvoerders met zich meebrengt, wordt hiermee tegemoet gekomen aan de wens om maatwerk in te bouwen voor deelnemers om een keuze te maken die zoveel mogelijk aansluit bij de persoonlijke situatie." Wel is nog steeds nodig dat iemand een eigen afweging maakt bij het keuzerecht. "Iedereen moet voor zich bepalen wat een gewenste uitkomst is. Daarom blijft een goede informatievoorziening erg belangrijk. Dit voorstel vergt ook extra inzet ten aanzien van de uitlegbaarheid en communicatie richting deelnemers."
Hoog-laagconstructie
Als er sprake is van een overbruggingspensioen met een hoog-laaguitkering, dan kan die niet ook nog gecombineerd worden met een bedrag ineens, geeft Koolmes verder aan. "Dat geldt zowel als het bedrag ineens tot uitkering komt op de pensioeningangsdatum, als aan het begin van het jaar volgend op het jaar waarin de AOW-gerechtigde leeftijd wordt bereikt."