Ook bemiddelaar moet klant met pensioenproduct tijdig informeren over keuze voor opname ineens

Aanbieders én bemiddelaars moeten klanten met een pensioenproduct in de derde pijler, zoals een lijfrenteverzekering, uiterlijk zes maanden voor het einde van de looptijd gaan informeren over het recht om 10% van de aanspraken ineens op te nemen. Dat staat in een voorgestelde wijziging van het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen.

Pensioendeelnemers kunnen op pensioeningangsdatum ineens maximaal 10% van hun aanspraken opnemen. Dat keuzerecht geldt ook voor derdepijlerproducten als lijfenteverzekeringen en -rekeningen. Minister Koolmees (Sociale Zaken) vindt dat consumenten beter moeten worden begeleid in het maken van die keuze. Daarom consulteert hij een algemene maatregel van bestuur die ook een wijziging van het Bgfo behelst.

Expliciet en tijdig informeren

In het besluit is uitgewerkt dat de pensioenuitvoerder de deelnemer tijdig voor de pensioendatum expliciet over het recht op gedeeltelijke afkoop moet informeren. Verder wordt vastgelegd dat de deelnemer in elk geval informatie moet krijgen over de hoogte van de afkoopwaarde
en de hoogte van het periodiek uit te keren ouderdomspensioen als gebruik wordt gemaakt van het keuzerecht, en over de hoogte van het periodiek uit te keren ouderdomspensioen als geen gebruik wordt gemaakt van het keuzerecht.

Wijzen op fiscale gevolgen

Ook moeten uitvoerders nadrukkelijk wijzen op de fiscale gevolgen van het kiezen voor een bedrag ineens. “Deze waarschuwing is niet alleen relevant bij het nieuwe keuzerecht om een deel van de waarde van de opgebouwde aanspraken op ouderdomspensioen op pensioeningangsdatum te laten afkopen, maar is ook relevant bij andere keuzemogelijkheden rondom pensioeningangsdatum”, aldus Koolmees in de toelichting. “Denk bijvoorbeeld aan een hoog-laaguitkering, het vervroegen of uitstellen van pensioen, en het uitruilen tussen ouderdomspensioen en partnerpensioen. Ook bij deze keuzemogelijkheden, en zeker bij een combinatie van keuzemogelijkheden, is het belangrijk dat mensen weten dat dit gevolgen kan hebben op de verschuldigde inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen en de inkomensafhankelijke regelingen waar recht op bestaat.”

Pensioenregister

Het pensioenregister moet de indicatieve gevolgen tonen voor het pensioeninkomen als gebruik wordt gemaakt van het recht op gedeeltelijke afkoop met 5% en het maximum van 10% op pensioeningangsdatum, en de bijbehorende indicatieve afkoopbedragen. “Dit stelt de deelnemer in staat om gerichter een financiële planning te maken en na te denken over de consequenties die gebruikmaking van het keuzerecht heeft.”

Is de lijfrente afgesloten door tussenkomst van een bemiddelaar, dan dient de informatie te worden verstrekt door de bemiddelaar”

Ook de bemiddelaar heeft informatieplicht

In het Bgfo wordt opgenomen dat de aanbieder van een derdepijlerproduct de klant zes maanden voor het eind van de looptijd van de oudedagsvoorziening over het keuzerecht moet informeren. “In lijn met de informatieverplichtingen die gelden ten aanzien van het tweedepijlerpensioen, geldt dat de aanbieder van het uitkeringsproduct de consument in ieder geval dient te informeren over de hoogte van de gedeeltelijke uitkering als bedrag ineens en de resterende hoogte van de periodieke uitkeringen na gebruik van het keuzerecht, alsmede over de resterende hoogte van de periodieke uitkeringen als geen gebruik wordt gemaakt van het keuzerecht. Daarnaast dient de aanbieder van een uitkeringsproduct de consument uitdrukkelijk te wijzen op de mogelijke invloed van de gedeeltelijke uitkering als bedrag ineens op de verschuldigde inkomstenbelasting, de inkomensafhankelijke regelingen en de verschuldigde premie volksverzekeringen. De AFM houdt toezicht op de naleving van deze informatieverplichtingen.”

Die verplichtingen gelden ook voor bemiddelaars, zo staat in de tekst van de aanpassing: “Indien de consument de lijfrenteverzekering, lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht heeft afgesloten door tussenkomst van een bemiddelaar dan dient de informatie over het recht op opname van een bedrag ineens voor de oudedagvoorziening te worden verstrekt door de bemiddelaar tenzij de bemiddelaar en de aanbieder van de lijfrenteverzekering, lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht anders zijn overeengekomen.”

Verbeteringen in kader verbeterde premieregeling

Koolmees vindt dat pensioendeelnemers ook in het kader van de Wet verbeterde premieregeling beter begeleid moeten worden. Daar zijn diverse maatregelen voor genomen, schrijft hij aan de Tweede Kamer: het Verbond heeft een begrippenlijst samengesteld die meer duidelijkheid moet bieden. Ook is er een impacttabel die zicht geeft op het mogelijke effect van risico’s op een specifiek product. Tot nu toe gaat het om veranderingen in beleggingsrendementen op zakelijke waarden, rente en vastrentende waarden, gemiddelde levensverwachting en de spreidingsduur. Het Verbond ontwikkelt nog een risicomeetlat.

Meer aandacht voor voorlopig keuzemoment

Op het zogeheten voorlopig keuzemoment, 10 tot 15 jaar voor pensionering, kan de begeleiding beter, vindt Koolmees. “Op dit moment wordt het voorlopige keuzemoment nog onvoldoende benut. In de praktijk ontvangen deelnemers nog dikwijls slechts een verwijzing naar algemene informatie over de verschillende uitkeringsvormen. Ik vind het belangrijk dat deelnemers gericht worden begeleid bij het maken van de keuze met inachtneming van de individuele risico’s en gevolgen daarvan.” De minister gaat daarom het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling uitbreiden, zodat deelnemers een bewustere keuze kunnen maken.

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.