Twee maanden kan een deelnemer van het Spoorwegpensioenfonds (SPF) genieten van een brutopensioen van zo’n 5.000 euro. Zijn ouderdomspensioen is ingegaan in september 2016, maar in november meldt SPF dat er een fout is gemaakt. Zijn pensioenuitkering wordt verlaagd naar bruto 3.200 euro.
Die fout blijkt te dateren uit 2002, niet toevallig het jaar van de invoering van de euro. De man verzoekt dat jaar om een offerte voor waardeoverdracht van opgebouwde pensioenaanspraken bij het ABP en de Stichting Pensioenfonds Stork. In de opgaves die SPF stuurt staat een te laag ‘inkomen voor berekening’ van ruim 34.000 euro. De man heeft op dat moment een jaarinkomen van ruim 75.000 euro, maar SPF voert dat bedrag in guldens in en rekent het vervolgens om naar euro’s.
Man krijgt door fout twaalf extra pensioenjaren
Door die fout wordt de man een te hoog aantal pensioenjaren toegekend: ruim 19 in plaats van iets meer dan 7. In alle berichtgeving – inclusief de Uniform Pensioenoverzichten (UPO's) en de toekenningsbrief van zijn pensioen in augustus 2016 – rekent SPF met het verkeerd aantal pensioenjaren. Tot na twee pensioenuitkeringen de fout wordt ontdekt, en hersteld.
Daar zijn de man, die inmiddels is overleden, en zijn erfgenamen het niet mee eens. Zij eisen dat het Spoorwegpensioenfonds vast blijft houden aan een levenslang ouderdomspensioen van 5.000 euro per maand en bijbehorend nabestaandenpensioen.
Pensioenreglement is bepalend
In een tussenuitspraak veegt het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden die eis van tafel. De brief van augustus 2016 met een te hoog toegekend pensioen vormt geen wilsuiting of aanbod van de zijde van SPF op grond waarvan een pensioenovereenkomst tot stand is gekomen. De aanspraak op zijn pensioenuitkering wordt ontleend aan het pensioenreglement. Dat is bepalend, en dat staat ook in een voorbehoud in de brief van SPF. “De fout bij de waardeoverdracht en de daarop gebaseerde toekenning van de pensioenuitkering mocht dus door het Pensioenfonds hersteld worden”, aldus het hof.
Pensioenwet verplicht fonds correcte informatie te verschaffen
Dat betekent niet dat het pensioenfonds rechtmatig heeft gehandeld. SPF heeft zo’n dertien jaar foutieve informatie verstrekt. Niet alleen UPO’s waren onjuist, ook maakte het fonds in 2015 berekeningen rondom de echtscheiding van de man waarbij verkeerde bedragen zijn gebruikt. Dat is in strijd met de in de Pensioenwet opgenomen plicht om correcte informatie te verschaffen. Het hof acht SPF daarom aansprakelijk voor de door de man geleden schade als gevolg van het onrechtmatig handelen.
Van eigen schuld is volgens het hof geen sprake. "Deelnemers mogen op de juistheid van de door een pensioenuitvoerder verstrekte informatie afgaan." Dat is wellicht anders bij een evidente fout, een die ook iemand zonder kennis van pensioenen wel had moeten ontdekken. Ook dat is hier niet aan de orde, vindt het hof. Voor een leek is niet evident zichtbaar dat het aantal pensioenjaren te hoog was.
Erfgenamen moeten schade verder onderbouwen
Hoe hoog de schade uitvalt, behandelt het gerechtshof in een volgende zitting. Het hof vindt het voldoende aannemelijk dat de man voorzieningen zou hebben getroffen als hij de werkelijke hoogte van zijn pensioen had gekend. Hij vond het belangrijk de studie van zijn kinderen te kunnen betalen. Dat wordt volgens het hof onderstreept door het feit dat de man weer als zzp’er is gaan werken toen bleek dat zijn pensioenuitkering werd verlaagd.
Het Spoorwegpensioenfonds betwist dat de man een pensioenvoorziening had kunnen treffen. De erfgenamen stellen echter dat hij over twee ton beschikte uit de verkoop van een onderneming. Daarvan zou hij de helft hebben willen investeren om zijn pensioentekort van ongeveer vier ton op te vangen. Het hof geeft de erfgenamen de kans te onderbouwen welke voorzieningen de man had kunnen treffen.
Hof wijst vergoeding loonderving en misgelopen alimentatie af
Andere schadeposten wijst het hof in de tussenuitspraak al af. SPF hoeft geen vergoeding van loonderving als gevolg van opzegging van het dienstverband te betalen. De man heeft die schade zelf beperkt door weer als zzp’er aan de slag te gaan.
De rechter ziet evenmin reden om gemiste alimentatie toe te kennen. De man zou die hebben afgedongen als hij wist van zijn lagere pensioen, maar volgens het hof heeft hij niet toegelicht dat zijn ex dat had kunnen opbrengen. Een immateriële schadevergoeding vindt het hof ook niet nodig. De rechtszaak gaat volgende maand verder.