Mediapensioenfonds PNO stopt met vaste premies

In de zomer onderzocht Pensioenfonds PNO of het de zogeheten 'doorsneepremie' kon loslaten. Zij zijn nu het eerste grote fonds dat afstapt van vaste premies voor jong en oud. Vanaf januari betalen bedrijven met een oud personeelsbestand meer premie dan bedrijven met vooral jonge werknemers. Hiermee komt deels een einde aan de solidariteit tussen generaties. Dit schrijft het FD.

Volgens het FD loopt PNO hiermee vooruit op een "hypergevoelige landelijke discussie" over de doorsneepremie, zoals de vaste premie ook wel genoemd wordt. Het kabinet wil op termijn af van het huidige systeem waarbij een jongere voor elke euro premie net zoveel pensioen opbouwt als een oudere, terwijl de euro van de jongere nog jaren kan renderen en dus meer kan opleveren. Opheffen van dit systeem zou duur zijn en ligt gevoelig om er deelnemers zijn die hier in het verleden wel voor hebben betaald, maar er niet meer van gaan profiteren.

Uit de markt
PNO wil de discussie niet afwachten en heeft de stap nu gezet. PNO zegt zich gedwongen te voelen om voorop te lopen omdat het zich anders uit de markt prijst bij jonge bedrijven in de creatieve sector die klant willen worden. Bij volledige afschaffing van de vaste premie zou de premie per individu moeten worden berekend, en dan worden de verschillen enorm. Bij het PNO-systeem wordt het pensioen voor de meeste werkgevers hooguit 5% (dus niet: procentpunt) duurder of goedkoper.

Solidariteit
PNO-voorzitter Nelly Altenburg zegt in het FD dat het "voelt als loslaten van de solidariteit". Er waren werkgevers die zeiden: ik heb jaren te veel premie betaald. Soms moet je accepteren dat het leven er nu anders uitziet", aldus Altenburg.