De prijzen blijven stijgen en de overbiedingen op vraagprijzen nemen de laatste maanden fors toe. Deze tendens is volgens de statistieken van Ortec in maart 2018 begonnen bij de appartementen; waar de vraagprijzen inmiddels al bijna 7 procent worden overboden. Voor rijwoningen wordt 5 procent meer betaald dan de vraagprijs, terwijl de koopsommen van twee-onder-een-kapwoningen ruim 2,5 procent hoger zijn dan de vraagprijs.
Woningprijzen stijgen in april iets minder
In april 2021 stegen de woningprijzen in Nederland iets minder hard dan in maart (ruim 0,6 procent). Ten opzichte van een jaar geleden zijn de prijzen bijna 12 procent gestegen. Het aantal transacties is in april 2021 lager dan in maart. Dit is een seizoeneffect; ten opzichte van april 2020 is het aantal transacties min of meer gelijk. Ondanks de stijging zijn er toch gemeenten waar de prijzen licht dalen.
Drentse prijzen stijgen het hardst
De prijzen daalden het meest in de Noord-Brabantse gemeenten Boxtel, Vught en Heusden met ongeveer 0,6 procent. De provincie Utrecht kent de laagste prijsontwikkeling van net iets meer dan 0 procent. De prijzen in de gemeente Assen en de aangrenzende gemeenten stegen deze maand het meest met meer dan 1,6 procent. Van alle provincies stijgen de prijzen het meest in de provincie Friesland. In deze provincie stijgen de prijzen deze maand meer dan 1,3 procent. Drenthe kent op dit moment de hoogste stijging op jaarbasis van ruim 14,6 procent.
