De AG concludeert dat een verzekeraar die in het verleden beleggingspolissen verkocht, niet alleen vanwege het voldoen aan de toen geldende informatierichtlijnen ook heeft voldaan aan zijn privaatrechtelijke informatieplicht. "De prejudiciële vragen betreffen de verhouding tussen de voor verzekeraars geldende specifieke wet- en regelgeving met betrekking tot precontractuele informatie en de algemene beginselen van Nederlands recht en het Europees recht. Het (138 pagina’s tellende) advies van de advocaat-generaal heeft betrekking op veel aspecten van Nederlands en Europees recht. Nationale-Nederlanden zal het advies nader bestuderen, maar kan al vaststellen dat de advocaat-generaal van mening is dat de naleving door verzekeraars van informatieplichten die volgen uit specifieke wet- en regelgeving, niet zonder meer betekent dat daarmee toereikende informatie is verstrekt", zo geeft NN een eerste reactie. "Eventuele aanvullende informatieplichten moeten wel voldoen aan de vereisten zoals gesteld door het Europese Hof van Justitie in het arrest NN/Van Leeuwen."

Geen verandering

Wat NN daar zelf van vindt, laat het in het midden. "De advocaat-generaal geeft een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad over de beantwoording van de gestelde rechtsvragen. De Hoge Raad is vrij om bij de beantwoording van deze rechtsvragen dit advies al dan niet te volgen", zo wijst het op de optie dat de hoogste rechter toch anders oordeelt. "Na dit advies van de advocaat-generaal en de eventuele reacties hierop van de partijen bij de prejudiciële procedure, zal de Hoge Raad uitspraak doen over de gestelde rechtsvragen. Na beantwoording, zal het Hof Den Haag de collectieve procedure tussen de Vereniging Woekerpolis.nl en Nationale-Nederlanden hervatten, waarbij rekening zal worden gehouden met de door de Hoge Raad gegeven antwoorden. Het advies van de advocaat-generaal brengt geen verandering in de eerder door Nationale-Nederlanden gepubliceerde opvattingen en conclusies met betrekking tot beleggingsverzekeringen."