Voor hypotheken die na 31 december 2000 zijn afgesloten, geldt dat de hypotheekrente maximaal dertig jaar van het belastbaar inkomen mag worden afgetrokken. Ook voor hypotheken die al liepen is deze periode in 2001 ingegaan. De netto woonlasten zijn door deze fiscale regeling fors lager, dan zonder deze aftrek. In 2031 eindigt de fiscale ondersteuning voor veel Nederlanders. Alleen in 2001 werden er naar opgave van het CBS al ruim 480.000 hypotheken afgesloten.
Verlaging renteaftrek is al in gang gezet
“Het is belangrijk dat huiseigenaren die met deze beëindiging te maken krijgen, zich verdiepen in wat voor hen de financiële gevolgen zijn”, zegt Singh. “Tien jaar lijkt nog ver weg, maar deze tijd is nodig om de hogere woonlasten van straks op te vangen. Daarnaast is er nu al een flinke verlaging van de hypotheekrenteaftrek in gang gezet.”
Pensioeninkomen is ook een issue
Hij geeft aan dat het wegvallen van de hypotheekrenteaftrek al snel leidt tot honderden euro’s hogere netto woonlasten per maand. “Maar, dit is niet het enige effect waarmee deze groep consumenten rekening moet houden.” Hij geeft aan dat veel van de betreffende consumenten rond 2031 de pensioengerechtigde leeftijd bereiken. “Toen men in 2001 de hypotheek afsloot werd uitgegaan van een hoger pensioeninkomen, dan in werkelijkheid nu en straks wordt uitgekeerd.”
Lage rente zorgt voor lagere opbrengsten verzekeringen
Tevens brengt hij onder de aandacht dat verschillende verzekeringen en andere financiële producten die in het verleden zijn afgesloten om de hypotheek op het einde van de looptijd af te lossen, als gevolg van de lage rente een lager rendement hebben opgeleverd bij het afsluiten daarvan had verwacht. “Al deze effecten bij elkaar kunnen ertoe leiden dat consumenten, die hier niet op voorbereid zijn, na 2031 in de problemen komen en hun woonlasten niet meer kunnen betalen”.
Consument moet zich nu op nieuwe werkelijkheid voorbereiden
Juist door de effecten van het wegvallen van de hypotheekrenteaftrek nu in beeld te brengen, hebben consumenten de tijd om zich op de nieuwe werkelijkheid voor te bereiden. Bijvoorbeeld door iets extra te gaan sparen, of bepaalde uitgaven toch maar niet te doen.