Het aantal van 78.000 op 3 miljoen noemt de toezichthouder ‘te overzien’, maar voor hen zijn de gevolgen wel ingrijpend. Het gros van de aflossingsvrije hypotheken loopt rond 2035 af. Als er een annuïtaire aflossingsverplichting zou gelden voor de nieuwe hypotheek, dan loopt het aantal probleemgevallen verder op. Ongeveer 157.000 huishoudens heeft dan onvoldoende middelen om te herfinancieren.
Onvolledige AOW-rechten
De AFM ziet dat de risicogroep vooral bestaat uit alleenstaanden, mensen met lage inkomens en ondernemers. De eerste groep heeft naast de hypotheek vaak ook consumptieve kredieten uitstaan. Dat bemoeilijkt herfinanciering. Bovendien heeft zo’n 30 procent van de kwetsbare huishoudens onvolledige AOW-rechten opgebouwd.
Geen zicht op pensioen ondernemer
De grote vertegenwoordiging van ondernemers in de groep doet volgens de toezichthouder vermoeden dat zij over een minder riante oudedagvoorziening beschikken. Het aantal DGA’s duidt echter ook op een waarnemingsprobleem in het onderzoek. De AFM heeft geen zicht op derdepijlerpensioen en kan ook niet zien hoeveel vermogen ondernemers privé aan hun bedrijf kunnen onttrekken.
Recessie en rentestijging beperkt van invloed
Of er bij een gedwongen verkoop een restschuld ontstaat, is sterk afhankelijk van de ontwikkeling van de huizenprijzen. Opmerkelijk genoeg heeft een recessie of rentestijging veel minder invloed op de omvang van de problematiek. In dat geval loopt het aantal huishoudens met een herfinancieringsrisico op tot 110.000.
De AFM schrijft dat hypotheekverstrekkers én adviseurs van geval tot geval moeten bekijken hoe problemen kunnen worden voorkomen.