Onder meer als het gaat om het opnemen van terugvalopties in contracten. Dit blijkt uit de analyse van een gezamenlijke uitvraag.
Opdrogen liquiditeit
Als gevolg van manipulaties in interbancaire referentierentes (IBORs) en het opdrogen van de liquiditeit in de markt voor interbancaire financiering is wereldwijd besloten tot een overgang naar alternatieve benchmarks. De alternatieve benchmarks bestaan onder andere uit €STR, Sonia en Sofr . Ook Euribor geldt als alternatieve benchmark. "Marktpartijen moeten hun contracten overzetten naar een alternatieve benchmark", stellen AFM en DNB. "Daarnaast moeten zij, als zij gebruik maken van Euribor, terugvalopties opnemen voor het geval dat Euribor wegvalt."
Zorgen blijven bestaan
Veel contracten zijn volgens de twee overheidsinstanties inmiddels gebaseerd op toekomstbestendige benchmarks, waaronder Euribor. "Er resteren echter nog steeds belangrijke aandachtspunten, zoals het opnemen van terugvalopties in financiële contracten in het geval dat de gebruikte benchmark verdwijnt. Marktpartijen hebben moeite met het in gebruiknemen van goede terugvalopties en wachten op standaarden van werkgroepen, zoals de Working Group on EU Risk-Free Rates, of internationale brancheorganisaties." De AFM en DNB zijn van mening dat marktpartijen op dit punt ook initiatief moeten nemen.
Mogelijke systeemrisico’s
Een slechte voorbereiding op de transitie kan leiden tot meerdere risico’s, stellen de twee instanties. "Deze omvatten onder andere onduidelijkheid over betalingen of waarderingen, juridische conflicten, reputatieschade, operationele problemen, en het verminderen van liquiditeit in markten voor veelgebruikte derivaten. Een stapeling van risico’s kan uiteindelijk de financiële stabiliteit bedreigen." De AFM en DNB zeggen de overgangsfase daarom nauwlettend te monitoren en roepen financiële instellingen op om over te gaan op geschikte, alternatieve rentebenchmarks en terugvalopties in contracten op te nemen waar dit van toepassing is.