De NVB vermeldt in haar reactie op de internetconsultatie: “Daarbij geldt dat kredietverlening altijd verantwoord moet zijn en overkreditering moet worden voorkomen. Met deze wijziging worden de drempels voor woningeigenaren om te verduurzamen verlaagd. Wij onderschrijven de ontwikkeling om verduurzaming toegankelijker te maken. Tegelijkertijd moedigen we de overheid aan verdere stappen te zetten om de verduurzaming van de gehele gebouwde omgeving te faciliteren en te versnellen.”
Op een verantwoorde wijze
Directeur Colinda Rosenbrand van de OvFD is juist tegen het afschaffen van de kennis- en ervaringstoets: “Wij vinden het belangrijk dat woningeigenaren energiebesparende voorzieningen kunnen financieren via hun hypotheek, maar dat moet dan wel op een verantwoorde wijze geschieden. Wij vinden het voorstel om de kennis- en ervaringstoets te laten vervallen onverantwoord en absoluut niet in het belang van de consument. De OvFD pleit daarom voor het handhaven van de kennis- en ervaringstoets.”
Gerichte verkorte adviesoplossing
De OvFD ziet mogelijkheden voor een verkort advies voor energiebesparende voorzieningen. “Wij vinden het belangrijk dat adviseurs meer comfort en zekerheid krijgen als ze een verkort advies voor duurzaamheidsmaatregelen willen verstrekken. Het voordeel is dat de consument dan niet uitsluitend hoeft te kiezen tussen execution only en integraal advies.” Even later: “Wij stellen daarom voor om in overleg met het ministerie en de AFM een gerichte verkorte adviesoplossing voor dit specifieke traject te ontwikkelen.”
Toets verslechterd
De OvFD noemt het “een gemiste kans, dat er geen voorstel ligt om de kennis- en ervaringstoets te verbeteren. Integendeel, voorgesteld wordt om de kennis- en ervaringstoets voor aanvullende kredieten te laten vervallen. Feitelijk wordt het beleid met betrekking tot de kennis- en ervaringstoets dus niet verbeterd, maar verslechterd. De bestaande toets blijft verder wel in stand indien een consument via execution only wil afsluiten, maar wordt niet verbeterd.”
Bepaling buitensporig
De NVB kan zich niet vinden in de uitwerking van de opgenomen meldplicht voor bepaalde voorgenomen wijzigingen binnen een groep. “Daarnaast gaat het hierbij om de vereiste dat de verplichting tot het melden van wijzigingen in een afgegeven groepsverklaring van geen bezwaar rust op alle bij die wijziging betrokken groepsmaatschappijen in plaats van alleen de top holding. Deze bepaling zien wij als buitensporig.”
Definitie geautomatiseerd advies onduidelijk
De NVB stelt ook vragen over geautomatiseerd advies. “De voorgestelde definitie van geautomatiseerd advies is wat ons betreft nog onvoldoende duidelijk. Zowel in de toepassing van technologie en de mate van automatisering. Wat als er wordt gewerkt met modelportefeuilles? Als een natuurlijk persoon betrokken is bij de indeling hiervan is er dan geen sprake is van geautomatiseerd advies? Wat als een advies wordt opgesteld door een geautomatiseerd systeem zonder tussenkomst van een natuurlijk persoon? Wat betekent dat voor de invulling van de portefeuille op instrumentniveau? En voor het bepalen van de uitgangspunten/geschiktheid?”
Niet strikt noodzakelijk
De NVB stelt onder de paragraaf ‘geautomatiseerd advies’ ook vraagtekens bij de verplichting om per financieel product verantwoordelijken aan te wijzen. “Waarom gebeurt dat niet per geautomatiseerd systeem? Wij menen tevens dat het niet strikt noodzakelijk is dat de verantwoordelijken over vakbekwaamheid beschikken om zelf te adviseren. Die noodzaak is er wel voor de medewerkers die zich bezighouden met de inrichting en testen van het geautomatiseerd systeem.”
Belangrijke waarborgen
Ook de OvFD gaat in op geautomatiseerd advies. “In het Wijzigingsbesluit staat belangrijke voorwaarde; geautomatiseerd advies moet minimaal aan dezelfde eisen voldoen als advies door een natuurlijke persoon. Minimaal, omdat het complexer is om de klant via geautomatiseerde systemen van een passend product te voorzien. Het is dan belangrijk dat de systemen zorgvuldig worden ontwikkeld, gecontroleerd en onderhouden. Wij denken dat via dit voorstel belangrijke waarborgen worden ingebouwd.”
Alleen symptoombestrijding
De OvFD zegt dat het kostprijsmodel ervoor moet zorgen dat de kosten tussen de verschillende distributiekanalen vergelijkbaar, juist en controleerbaar zijn. “Wij begrijpen dat aanbieders niet blij zijn met hoge nalevingskosten en dat dit gevolgen heeft voor de prijzen van financiële producten. Dat mag niet de bedoeling zijn, maar wij begrijpen absoluut niet dat er nu alleen aan symptoombestrijding (verlagen van de frequentie van de accountantscontrole) wordt gedaan en niets wordt gedaan met de onderliggende kwaal (onduidelijk en subjectief kostprijsmodel). De OvFD roept al jaren dat de normen waar het kostprijsmodel op is gebaseerd te open en subjectief zijn. De advies- en distributiekosten moeten daardoor op basis van open- en subjectieve normen worden toegerekend aan het financieel product.”
Geen level playing field
De OvFD wijst tot slot in haar reactie ook op het feit dat er bij het aanbieden van nazorg geen level playing field is met aanbieders. “Aanbieders kunnen nazorg ‘gratis’ geven door het te verrekenen in de prijs van het product, terwijl adviseurs voor nazorg wel een prijs in rekening moeten brengen. Het resultaat is dat consumenten terughoudend zijn in de vraag naar nazorg uit de vrees daarvoor te moeten betalen Daarnaast proberen klanten advieskosten te voorkomen door ‘gratis’ zelf wijzigingen via de aanbieder te bewerkstelligen. Verder slagen adviseurs er niet goed in een stabiel verdienmodel voor nazorg te ontwikkelen.”