De man ging in de zomer van 2018 in gesprek met de bank over de mogelijkheden om een hypothecaire geldlening af te sluiten omdat hij een verhuiswens had. Hij vroeg of het verkrijgen van een hypotheek problemen kon opleveren omdat hij nog geen jaar ondernemer was. Kort daarna zetten de man en zijn vrouw hun handtekening onder een voorlopige koopovereenkomst. Op 1 april 2019 zou de overdracht plaatsvinden; de ontbindende voorwaarden liepen eind februari af.

Adviseur bleef positief

Of de bank de hypotheek zou verstrekken hing onder meer af van de jaarrekening die verstrekt moest worden. Medio januari 2019 meldde de man aan zijn adviseur dat het spannend zou worden of dat op tijd zou lukken. De adviseur bleef positief en meldde ervan uit te gaan dat de lening verstrekt zou worden.

Ontbindende voorwaarden al afgelopen

Op 5 maart – 5 dagen na het verstrijken van de ontbindende voorwaarden – meldde de koper zich via e-mail bij zijn adviseur met de mededeling dat de jaarrekening medio maart geleverd zou worden. Ook vroeg hij of de woningoverdracht dan nog wel kon doorgaan op 1 april. De adviseur vroeg daarop aan de koper wanneer de ontbindende voorwaarden af zouden lopen.

Elders lening afgesloten

De klant mailde terug dat dat op 1 april zou zijn. Hij had de vraag echter niet begrepen en dacht dat gevraagd werd naar de overdrachtsdatum. De ontbindende voorwaarden konden in maart immers niet meer worden ingeroepen. In april wees de bank de hypotheekaanvraag ongemotiveerd af. De verkoper van de woning stelde de koper medio april in gebreke, waarop de man tot de uiteindelijke overdracht begin juni 2019 een vergoeding van € 4.500 moest betalen voor de te late aanvaarding. De hypothecaire geldlening kon elders wel worden afgesloten.

ING had termijn in de gaten moeten houden

De consument vindt dat ING voor de extra kosten moet opdraaien. De geschillencommissie van Kifid ging daar deels in mee. De commissie vindt dat de hypotheekadviseur de koper niet afdoende heeft gewaarschuwd voor het verstrijken van de termijn voor het inroepen van de ontbindende voorwaarde.

Inroepen financieringsvoorbehoud niet taak adviseur

“Het inroepen van een financieringsvoorbehoud behoort niet tot de taken van een hypotheekadviseur. Het behoort wel tot de zorgplicht dat hij de gegeven termijn van het financieringsvoorbehoud bewaakt en consument (tijdig) waarschuwt  voor het verlopen van deze termijn”, aldus de commissie in haar bindende advies. Dat laatste is niet gebeurd. Omdat de adviseur hier pas na het verstrijken van de termijn op wees, is hij tekortgeschoten in de uitvoering van zijn verplichtingen. De schade van € 4.500 die dit tot gevolg heeft gehad, moet deels worden vergoed. De consument heeft volgens de commissie zelf ook schuld, omdat hij “als ondernemer ervaring heeft met het ondertekenen en begrijpen van contracten".

Extra kosten komen voor rekening consument

De ondernemer claimde nog duizenden euro’s aan andere kosten, zoals het inschakelen van een adviseur (aan ING hoefde hij niets te betalen), het niet zelf kunnen klussen in het huis in verband met de latere overdracht en voor de extra kosten die gemaakt moesten worden omdat hij wekenlang in een huis heeft gewoond zonder keuken. Voor de commissie is duidelijk dat die kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen, omdat de adviseur – ondanks zijn niet aflatende optimisme – nooit heeft gezegd dat ING de lening zeker zou verstrekken.