Met de aanpassing wil minister Hoekstra de Vrijstellingsregeling Wft beter laten aansluiten op de huidige hypotheekmarkt. Regiepartijen als Munt, Venn, Vista en Tulp hebben afgelopen jaren een opmars gemaakt. Onder de huidige regeling zou het kunnen zijn dat institutionele beleggers, vaak pensioenfondsen en verzekeraars, een vergunning moeten aanvragen voor het aanbieden van krediet.
Regiepartij blijft na overdracht kredietaanbieder
Om dat te voorkomen schrapt de bewindsman het begrip ‘kredietbeheerder’. Bovendien wil hij verduidelijken dat de regiepartij als oorspronkelijke aanbieder van de kredietovereenkomst op basis van zijn vergunning voor het aanbieden van hypotheken die overeenkomst kan blijven beheren en uitvoeren.
Regiepartijen dragen in de praktijk vrijwel direct na het sluiten van de hypotheek de vorderingen uit hoofde van die overeenkomst over aan een investeerder. Meestal is dat een institutionele belegger zoals een pensioenfonds. Consumenten merken hier niets van. De oorspronkelijke kredietovereenkomst blijft bestaan. Daarom wil Hoekstra verhelderen dat regiepartijen geen bemiddelaar worden, maar kredietaanbieder blijven. Zij moeten blijven voldoen aan de gedragsregels voor aanbieders.
Alleen als de oorspronkelijke aanbieder van een krediet zijn hele rechtsverhouding overdraagt aan een derde, met medeweten van de consument, wordt die derde partij de kredietaanbieder die moet voldoen aan de gedragsregels. Regiepartijen dragen enkel de vorderingen over.
Consultatie tot half februari
De minister heeft de wijziging ter consultatie voorgelegd aan de markt. Betrokken partijen hebben tot 16 februari de tijd om te reageren op de voorgestelde aanpassingen.
Aanpassingen BAV-bedragen
In dezelfde internetconsultatie meldt Hoekstra ook de aanpassing van de dekkingsbedragen in de beroepsaansprakelijkheidsverzekering voor adviseurs en bemiddelaars. Die gaan per 1 april 2020 met zo’n 50.000 euro omhoog.