De man werd tussen september 2016 en oktober 2017 als externe kracht ingehuurd door de bank. Hij legde daarvoor de bankierseed af. Op zijn eerste werkdag had hij ook een afspraak bij de notaris voor de koop van een woning. Toen hij daar niet kwam opdagen, is een boeteprocedure in gang gezet tegen de bankmedewerker en zijn partner. Zij wilden zich daarin beroepen op de ontbindende voorwaarde van een financieringsvoorbehoud.
Adviesgesprek
In die rechtszaak bracht de man een brief in met logo van de bank en als onderwerp ‘Ons gesprek t.b.v. uw hypotheekvragen’. In de brief bevestigt een bankmedewerker op verzoek van de man dat er op 1 augustus 2016 een gesprek heeft plaatsgevonden over een aantal hypotheekvragen. De adviseur stelt dat hij de financiële situatie van de man heeft bekeken. Hij adviseert hem niet over te gaan tot het aanvragen van een hypotheek.
De bankmedewerker die de brief heeft opgesteld, heeft verklaard dat hij de man niet kent. Bovendien is de handtekening niet van hem. Hij bereidt als financieel adviseur weliswaar adviesgesprekken voor, maar voert geen klantgesprekken.
Ook de verweerder erkent overigens dat het adviesgesprek nooit heeft plaatsgevonden. Hij wil geen openheid geven over hoe de brief tot stand is gekomen en hoe die in de rechtszaak terecht is gekomen.
Geen openheid van zaken
Voor de Tuchtcommissie Banken staat vast dat de man verantwoordelijk voor de brief is. Hij had toegang tot briefpapier van de bank, kon een naam van een collega kiezen die bij hypotheekadvies betrokken is en hij had er een belang bij dat de brief in de procedure terechtkwam.
De tuchtcommissie noemt het voor eigen gewin indienen van een valse brief in een gerechtelijke procedure “verre van integer”. Dat het niet gelukt is ook voordeel te halen uit de brief, doet daar niets aan af. De commissie rekent het hem zwaar aan dat hij in de tuchtprocedure geen openheid van zaken heeft willen geven. De man krijgt daarom een beroepsverbod van zes maanden.
Weigering fraudeonderzoek
In een andere tuchtzaak legde de tuchtcommissie eveneens een beroepsverbod op van zes maanden aan een medewerker van een onbekende bank. In die zaak weigerde de geschorste werknemer mee te werken aan een fraudeonderzoek naar overboekingen van rekeningen van klanten. Alles wees erop dat daarvoor was ingelogd met de mobiele telefoon van de man.
Een beroepsverbod van drie maanden was er voor een vrouw die de limieten op haar eigen bankrekening en die van haar echtgenoot verhoogde. Deze bankmedewerker deed volgens de tuchtcommissie zeven mutaties die allemaal niet op de reguliere wijze tot stand zijn gekomen.
Nieuwe beroepsverboden in handtekeningenzaak ABN Amro
Aan de enkele tientallen beroepsverboden voor (voormalig) hypotheekadviseurs van ABN Amro zijn twee nieuwe gevallen toegevoegd. Twee medewerkers mogen vier weken hun beroep niet uitoefenen. In de zaak die vorig jaar aan het licht kwam kopieerden hypotheekadviseurs van de bank stelselmatig handtekeningen van klanten onder herstel adviezen. In augustus 2018 leverde dat al tien schorsingen op. Dit voorjaar volgden er nog 61.
Alle uitspraken dateren van eind juni. Ze zijn vandaag door de Tuchtcommissie Banken gepubliceerd.