De WoonIndex van ING - een graadmeter waarin woningbezitters en starters aangeven hoeveel vertrouwen ze hebben in de huizenmarkt – staat op hetzelfde niveau als in 2013. Toen klom het vertrouwen net weer omhoog na de financiële crisis. De reden voor het lage vertrouwen is overigens anders: schaarste. Potentiële starters lopen volgens ING op de trend vooruit. Hun vertrouwen duikt voor het eerst sinds de crisis onder de 100 punten.
Hoge prijzen, weinig aanbod
Veel respondenten in het onderzoek zeggen dat ze het een ongunstige tijd vinden om een huis te kopen. Ook verwachten ze dat het aantal woningverkopen zal afnemen. “Ook in 2019 zal het sentiment op de woningmarkt waarschijnlijk verder dalen, omdat de prijzen hoog blijven en het aantal beschikbare woningen beperkt is”, voorziet manager Wonen van de bank Wim Flikweert. “Voor een belangrijke groep, de potentiële starters, is de schaarste op de woningmarkt extra vervelend. Ze hebben moeilijk toegang tot de koopmarkt, terwijl ze wel heel graag willen.”
Ook uit onderzoek van Vereniging Eigen Huis bleek donderdagochtend al dat het vertrouwen in de woningmarkt niet hoog is. Volgens de belangenvereniging van woningbezitters verwacht bijna de helft van de Nederlanders binnen afzienbare tijd een nieuwe huizencrisis.
Klussen weerhoudt niet van kopen
ING onderzocht ook het sentiment rondom klussen. Meer dan 9 op de 10 woningbezitters hebben in de afgelopen vijf jaar klussen uitgevoerd aan het huis. In de helft van de gevallen deden ze dat zelf of met hulp van bekenden. Hoewel slecht 10% het echt voor zijn plezier doet, vindt bijna twee derde (63%) het niet erg om te klussen. “Bij starters ligt het op ongeveer hetzelfde niveau. Klussen is ook voor hen geen reden om af te zien van het kopen van een eigen woning. Slechts 18% van de starters ziet het onderhoud echt als een nadeel, in vergelijking met 13% van de woningbezitters”, aldus Flikweert.