Twee procent hogere verkoopprijs door investering in energiebesparing

Twee procent hogere verkoopprijs door investering in energiebesparing

Een beter energielabel leidt tot een gemiddeld 2% hogere verkoopprijs. Dit blijkt uit onderzoek van Calcasa, waarbij alle sinds 2015 verkochte woningen werden geanalyseerd. In Zeewolde wordt het meeste werk gemaakt van energiebesparende maatregelen, in Zwijndrecht het minst.

Een onderzoek naar de relatie tussen verkoopprijzen en energielabels was eerder niet mogelijk, omdat onvoldoende woningen verkocht werden met een definitief energielabel. De in 2015 geïntroduceerde mogelijkheid om zelf een energielabel vast te stellen (het 3-sterrenenergielabel), heeft echter geleid tot een sterke stijging van het aantal verkopen met een definitief energielabel.

Verkoopprijzen per vierkante meter

Het prijseffect is onderzocht door verkoopprijzen per vierkante meter van dezelfde soort verkochte woningen met een verschillend energielabel te vergelijken. In de analyse is steeds gezocht naar setjes van verkochte woningen waarbij alleen het energielabel verschilt: de verkochte woningen hadden namelijk een gelijke locatie , een gelijk woningtype en een gelijke bouwperiode.

€ 6.000 meeropbrengst

Uit het onderzoek blijkt dat vergelijkbare woningen die met een beter energielabel worden verkocht, gemiddeld 2% meer opleveren. In Nederland is de gemiddelde woningwaarde momenteel € 297.000; een beter energielabel levert dan € 6.000 op. Indien een energielabel 2 of meer labelstappen beter is dan dat van een vergelijkbare verkochte woning, dan stijgt het verschil in verkoopprijs naar gemiddeld 2,8% en bij een verbetering van 3 of meer labelstappen naar gemiddeld 3,6%.

Rijtjeswoningen met energielabel

Sinds de introductie van het 3-sterrenenergielabel in 2015, is het percentage woningen dat met een definitief energielabel wordt verkocht sterk gestegen. Desondanks heeft 15% van de verkochte woningen nog steeds geen energielabel. Bij verkochte vooroorlogse woningen ontbreekt zelfs bij 20% het definitieve energielabel. Rijtjeswoningen worden het meest met een energielabel verkocht (89%) en dan met name rijtjeshuizen met bouwjaar na 2001 (93%). Daarentegen hebben verkochte beneden- en bovenwoningen en vrijstaande huizen het minst vaak een energielabel. Hetzelfde geldt voor hele oude woningen. Zo is slechts 72% van de verkochte woningen met een bouwjaar voor 1905 voorzien van een label.

Zeewolde en Zwijndrecht

Tussen de verschillende gemeenten bestaan grote verschillen in de aanwezigheid van de verschillende label. Van de gelabelde woningen heeft in Zeewolde 64% van de woningen al een A of B-label, Met name in de Drechtsteden zal er nog flink geïnvesteerd moeten worden in verduurzaming van woningen om te voldoen aan de doelstelling van de overheid dat in 2030 het gemiddelde koophuis energielabel A heeft en in 2020 de gemiddelde corporatiewoning energielabel B.  In Zwijndrecht heeft slechts  14% van de woningen een A of B-label. Dordrecht is de grootste gemeente uit de top 10 met de minste A/B labels.

Hoge investeringskosten

Of verkopers hun investering in energiebesparende maatregelen eruit halen vermeldt het onderzoek niet. Investeringen in energiebesparende maatregelen kosten veel geld, zo haalde Berenschot eerder dit jaar boven water voor Vereniging Eigen Huis. Voor een tussenwoning met energielabel C of D (de meeste woningen hebben het label C) gaat het om een investering van € 20.650. Daarvoor krijgt de eigenaar dan vloer- en spouwisolatie, een warmtepomp, isolatieglas, radiatoren en vloerverwarming die geschikt zijn voor een warmtepomp en tien zonnepanelen.

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.