Van Dijk (werkzaam bij het Centraal Planbureau) en Voogt (Autoriteit Consument & Markt) onderzochten het gedrag van 87.000 huishoudens in de periode 2006-2013. Dat is ongeveer een derde van het totaal aantal doorstromers. Ze combineerden data over de overwaarde met gegevens over de hoeveelheid geld die ze extra leenden voor verbetering en onderhoud van hun nieuwe woning. Hun resultaten publiceerden ze vandaag in Economisch Statistische Berichten (ESB).
Samenstelling van het budget
De bijleenregeling is in 2004 in het leven geroepen om doorstromers te bewegen hun overwaarde te investeren in hun nieuwe woning. Anders verliezen ze over een deel van hun lening de hypotheekrenteaftrek. Van Dijk en Voogt wilden onderzoeken of huizenkopers hierop zouden reageren zoals verwacht. Met andere woorden: of ze de overwaarde daadwerkelijk gebruiken om de hypotheek te verlagen.
Gemiddeld lenen doorstromers minimaal 8% van de verwervingskosten van de nieuwe woning bij voor een verbouwing. Dat blijkt uit hun belastingaangifte. Tot zover niets vreemds, stellen de onderzoekers in hun ESB-artikel. Er blijkt echter ook dat hoe groter het aandeel van de overwaarde is in het totale budget voor het nieuwe huis, des te groter ook het deel van het budget is dat wordt gebruikt voor verbouwing. Uitsluitend door een andere verhouding tussen eigen en vreemd vermogen gaan huishoudens extra geld uitgeven aan verbouwen. Het totale budget is niet anders, enkel de samenstelling.
Niet goed begrepen of toegepast
“Hoe kleiner de eigenwoningschuld voor de nieuwe woning van doorstromers maximaal mag zijn als gevolg van de bijleenregeling, hoe meer zij aangeven geld bij te lenen voor onderhoud of verbetering van de nieuwe eigen woning. Dat verband is nogal merkwaardig”, concluderen de onderzoekers.
Ze zeggen niet dat de overwaarde en de eigenwoningschuld van de nieuwe woning bewust onjuist wordt opgegeven bij de belastingaangifte. “Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat de bijleenregeling niet door alle huishoudens altijd even goed begrepen of toegepast wordt bij het invullen van hun belastingaangiftes. Het zou bijvoorbeeld kunnen dat sommige huishoudens de volledige hypothecaire schuld (en bijbehorende rentelasten) opgeven, ook al is een deel van de schuld niet daadwerkelijk aangewend voor woningonderhoud of -verbetering. Op grond van onze data kunnen wij dat echter niet nagaan”, schrijven ze.