Vektis berekent naast de gemiddelde nominale jaarpremie ook de gemiddelde jaarpremie met aftrek van kortingen op de basiszorgverzekering, zoals bijvoorbeeld een collectiviteitskorting of een hoger eigen risico. Hoewel het lastig vergelijken is, valt wel op dat individuele polishouders nu gemiddeld minder betalen.
Meer premieomzet bij minder verzekerden
Door het verlagen van de maximale collectiviteitskorting, nam de totale premieomzet van collectieven toe. Terwijl het aantal collectief verzekerden met 1,8 procentpunt afnam tot 63,5 procent van het totaal. Die daling is ingezet sinds 2015 en zet dus door. In 2014 was nog 70,5 procent alle Nederlanders collectief verzekerd.
Marktaandeel grote spelers daalt iets
Veruit de meeste Nederlanders zijn verzekerd bij een van de labels van Achmea, VGZ, CZ of Menzis. Samen verdelen ze 84,9 procent van de markt. Hun aandeel ten opzichte van de kleinere spelers neemt wel iets af, met ongeveer een procentpunt.
De grote winnaars zijn Eucare met +260 procent (ging in 2020 verder als exclusieve verzekeraar achter volmachtpartij Aevitae), ASR met + 25,8 procent en Ohra met + 24 procent. Aan de onderkant verloren vooral FBTO (- 12,9%) AnderZorg (-10,1%) en Stad Holland (-9%). Het aantal overstappers is al jaren stabiel: vorig jaar wisselde 6,5 procent van de Nederlanders van aanbieder.