Collectief verzekerde duurder uit dan buurman met individuele zorgpolis

Collectief verzekerde duurder uit dan buurman met individuele zorgpolis

Sinds dit jaar mag er niet meer 10 maar maximaal 5 procent korting worden gegeven op een collectieve zorgverzekering. Individueel verzekerden zijn mede daardoor gemiddeld voor het eerst goedkoper uit dan collectief verzekerden, zo blijkt uit de Zorgthermometer van Vektis Intelligence. De gestage daling van het aantal collectief verzekerden zet ook door.

Vektis berekent naast de gemiddelde nominale jaarpremie ook de gemiddelde jaarpremie met aftrek van kortingen op de basiszorgverzekering, zoals bijvoorbeeld een collectiviteitskorting of een hoger eigen risico. Hoewel het lastig vergelijken is, valt wel op dat individuele polishouders nu gemiddeld minder betalen.

Meer premieomzet bij minder verzekerden

Door het verlagen van de maximale collectiviteitskorting, nam de totale premieomzet van collectieven toe. Terwijl het aantal collectief verzekerden met 1,8 procentpunt afnam tot 63,5 procent van het totaal. Die daling is ingezet sinds 2015 en zet dus door. In 2014 was nog 70,5 procent alle Nederlanders collectief verzekerd.

Marktaandeel grote spelers daalt iets

Veruit de meeste Nederlanders zijn verzekerd bij een van de labels van Achmea, VGZ, CZ of Menzis. Samen verdelen ze 84,9 procent van de markt. Hun aandeel ten opzichte van de kleinere spelers neemt wel iets af, met ongeveer een procentpunt.

De grote winnaars zijn Eucare met +260 procent (ging in 2020 verder als exclusieve verzekeraar achter volmachtpartij Aevitae), ASR met + 25,8 procent en Ohra met + 24 procent. Aan de onderkant verloren vooral FBTO (- 12,9%) AnderZorg (-10,1%) en Stad Holland (-9%). Het aantal overstappers is al jaren stabiel: vorig jaar wisselde 6,5 procent van de Nederlanders van aanbieder.

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.