In dit convenant maakten verzekeraars, ngo’s, de overheid en de vakbeweging vorig jaar afspraken over internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO). Ze willen een positieve impact hebben op milieu, sociale omstandigheden en ondernemingsbestuur, ook in hun beleggingsbeleid. Gezamenlijk beleggen de verzekeraars zo’n 500 miljard euro.
Succes verschilt
De monitoringscommissie die toeziet op uitvoering van het convenant constateert dat grote verzekeraars vaak al verder op weg zijn om afspraken na te komen dan kleinere. Het beeld bij de middelgrote verzekeraars is divers. “Maar ook voor grote verzekeraars zijn er nog uitdagingen, bijvoorbeeld op het gebied van transparantie en het implementeren van sector- en themaspecifiek beleid”, aldus het eerste evaluatierapport.
Meer inzicht in risico's
De commissie draagt verzekeraars op snel meer inzicht te krijgen in de IMVO-risico’s van hun beleggingen. Ook moeten ze die risico’s vervolgens verminderen. Maatschappijen moeten beleid opstellen waarin ze onder andere aangeven hoe ze hun invloed aanwenden als sprake is van misstanden. De monitoringscommissie verlangt in ieder geval van alle verzekeraars dat ze volgend jaar de richtlijnen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) hebben onderschreven. Ook moet er een handtekening staan onder de VN-richtlijnen voor bedrijven en mensenrechten.
Daarnaast beveelt de commissie aan zo snel mogelijk het Environmental, Social and Governance (ESG)-due dilligence te integreren in het beleggingsbeleid van verzekeraars. Het opstellen van zo’n duurzaam beleggingsbeleid vormt de basis van verdere afspraken uit het convenant.
Geen compleet beeld
Overigens kan het beeld van de monitoringscommissie vertekend zijn. Alle 106 leden van het Verbond is gevraagd een vragenlijst in te vullen. Daaraan heeft de helft (54) gehoor gekregen. 28 verzekeraars hebben helemaal niet gereageerd en de andere verzekeraars hebben aangegeven dat er geen belegd vermogen is of dat dat vanuit het buitenland wordt belegd.
