Het aantal opgespoorde verzekeringsfraudeurs betekent een record. Sinds het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit van het Verbond van Verzekeraars de cijfers bijhoudt, liepen niet zoveel fraudeurs tegen de lamp.
Dat lijkt vooral te komen doordat verzekeraars meer onderzoek doen, onder andere via data-analyse en algoritmen. Van de 45.000 onderzochte zaken bleek ruim 28 procent inderdaad fraude. Een jaar eerder werden veel minder claims tegen het licht gehouden (ruim 28.000). Bij ruim 40 procent van die zaken werd daadwerkelijk fraude vastgesteld. In 2016 bedroeg dat percentage ruim 36 procent. In de laatste zes jaar lag alleen in 2015 het percentage opgespoorde fraudeurs lager. Toen resulteerden ruim 31.000 fraudeonderzoek in zo'n 8.300 hits (bijna 27 procent).
Zakelijke fraude
Voor het eerst publiceert het Centrum ook cijfers over fraude met zakelijke verzekeringen. Verzekeraars onderzochten in 2018 zo’n 2.500 verdachte claims van ondernemers. Ze konden in 595 gevallen bewijzen dat er ook fraude is gepleegd.
Fraudebedrag
Met het opsporen van fraudeurs hebben verzekeraars vorig jaar 82 miljoen euro bespaard, aldus het Verbond. Dat is minder dan de 101 miljoen euro in 2017. Het gemiddeld bedrag per gepakte fraudeur kwam afgelopen jaar uit op zo’n 6.300 euro. Een jaar eerder lag dat 2.400 euro hoger.
Voor de rechter zonder politieonderzoek
Het Verbond wil graag een grotere rol in de opsporing van fraudeurs en het verzamelen van de bewijslast. Binnenkort dienen bij de rechtbank Rotterdam enkele proefzaken waarbij verzekeraars zonder tussenkomst van de politie vermeende fraudeurs voor de rechter brengen. Daarop komt ook kritiek. Wetenschappers, advocaten en schade-experts zetten vraagtekens bij de kans van slagen van deze aanpak.