“Kent u een bedrijf dat is opgericht voordat Bach zijn Matthäus Passion had geschreven? Dat bestond in de tijd dat Nederland nog een republiek was? Én dat vandaag nog zelfstandig bestaat?”, schrijft De Onderlinge van 1719 trots in een persbericht over de 300ste verjaardag. De maatschappij zag als begrafenisfonds het levenslicht op 12 februari 1719. De kleine Haarlemse verzekeringsmaatschappij is daarmee de oudste zelfstandige van Nederland. Het bedrijf doorstond onder andere de financiële crises van 1929, 1987 en die van 2008. “Zelfs een grote cholera-epidemie in 1832 heeft de Onderlinge niet ten onder doen gaan”.
Financieel gezond
“We zijn een kleine maatschappij en werken hard om voldoende te groeien”, vertelt directeur José Groot van de jarige telefonisch aan am:web. “We zijn nog steeds financieel heel gezond. 300 jaar vooruitkijken vind ik wat ver, maar onze toekomst ziet er goed uit. We zouden wel wat meer leden kunnen gebruiken. Maar dat is geen uniek probleem voor De Onderlinge van 1719. Dat speelt bij meer maatschappijen, vooral bij uitvaartverenigingen.”
Behoefte aan kleinschaligheid
Groot noemt het jammer dat in een consoliderende markt maatschappijen verdwijnen. “Schaalvergroting is niet altijd een verbetering. Ik geloof zelfs dat er meer dan voorheen behoefte gaat ontstaan aan kleine maatschappijen. Kijk naar de opkomst van broodfondsen. In feite zijn wij dat ook, alleen dan een doodfonds.”
Nadat afgelopen weekend het Haarlems Dagblad schreef over de geschiedenis van de 300-jarige, zag Groot plots nieuwe leden zich melden omdat ze het verhaal van de verzekeraar zo bijzonder vinden. “Mensen zoeken naar kleinschaligheid, een heldere organisatie, daarin moeten wij ons onderscheiden”, zegt ze.
Uitjes in Haarlem
Vanavond viert De Onderlinge van 1719 met het huidige bestuur en oud-bestuurders feest in Haarlem. Ook leden worden bij het verjaardagsfeest betrokken. Het hele jaar door organiseert de verzekeraar gratis uitjes in Haarlem, zoals een stadswandeling, een rondvaart en een bezoek aan meerdere musea in de stad.
Opera
Een ander feestelijk hoogtepunt volgt in het najaar, vertelt Groot. “De Stichting Haarlemse Opera heeft een opera over onze geschiedenis geschreven. Die wordt in oktober opgevoerd. Wij zijn er niet zelf bij betrokken geweest, al hebben we wel het script meegelezen. De Haarlemse Opera maakt eens in de vier à vijf jaar een muziekstuk over iets dat met de stad te maken heeft. Zo hebben ze een paar jaar geleden een opera over Malle Babbe geschreven. Nu wilden ze iets voor ons doen. Heel bijzonder.”