"Aangenomen mag worden dat het echtpaar bij een deugdelijke advisering van de obligatielening zou hebben afgezien", aldus de rechter. Tijdens de zitting verklaarde de tussenpersoon in eerste instantie geen zaken te willen doen met Easy Life, omdat hij niet wist wat er met de investeringen van zijn klanten zou gebeuren als het bedrijf failliet zou gaan. Later kwam Easy Life terug met een bankgarantie van Wells Fargo en besloot hij toch zaken te doen. In goed vertrouwen ging hij ervan uit dat alle aangetrokken gelden daadwerkelijk zouden worden geïnvesteerd. Ten onrechte, bleek later: van de € 42 mln die door Easy Life werd opgehaald bij ongeveer vijfhonderd beleggers, werd naar schatting slechts € 7,5 mln geïnvesteerd in Amerikaanse levenpolissen. De rechter vindt dat de tussenpersoon te lichtvaardig is geweest in het geven van vertrouwen aan Easy Life, dat toen pas twee jaar bestond, niet kon bogen op een 'track-record', niet gelieerd was aan een grote financiële instelling en ook niet onder overheidstoezicht viel.
De uitspraak van de Bossche rechter biedt volgens de advocaat van het benadeelde echtpaar perspectief aan tientallen andere beleggers in Easy Life, die hun inleg in rook zagen opgaan, om hun tussenpersoon hiervoor aansprakelijk te stellen. Mits deze niet intussen failliet is gegaan, uiteraard, zoals destijds Liocorno.
Mercedes-Benz Insurance Services