'Geen noodzaak
openbaar register
van convenanten'

Hirsch Ballin vraagt de verzekeraars om te bekijken of de convenanten over de buitengerechtelijke kosten ook kunnen gelden indien partijen naar de rechter gaan.
Directeur Theo Kremer van het Personenschade Instituut van Verzekeraars zegt desgevraagd, dat hij op dit punt een een mogelijke brugfunctie ziet in de komst van de deelgeschillenrechtspraak per 1 juli.

Misstand
Hirsch Ballin stelt in antwoord op de vraag van Gerkens dat hij het "als een misstand beschouwt" wanneer een belangenbehartiger in een situatie waarin de aansprakelijkheid vaststaat, een 'no cure, no pay'-afspraak aanraadt. Zo'n afspraak is dan per definitie ongunstig voor het slachtoffer, vindt de minister.

Openbaar register
Gerkens bepleitte verder de instelling van een openbaar register waarin verzekeraars verplicht registeren met welke letselschadebureaus zij convenanten hebben gesloten en wat de inhoud van die convenanten is. Hirsch Ballin: "De buitengerechtelijke kosten zijn een schadepost van het slachtoffer. Het slachtoffer moet daarom kennis kunnen nemen van afspraken van zijn belangenbehartiger over de buitengerechtelijke kosten. De taak om die informatie aan het slachtoffer bekend te maken, rust in de eerste plaats op zijn belangenbehartiger. Een van de belangenbehartigers die veel letselschadeslachtoffers bijstaat, heeft inmiddels ook de strekking van zijn afspraken met verzekeraars over buitengerechtelijke kosten publiek gemaakt op zijn website. Het Verbond van Verzekeraars heeft op zijn website al een convenant opgenomen met afspraken over onder meer de buitengerechtelijke kosten." (Formeel klopt dit niet. Het gaat om de site van het Personenschade Instituut van Verzekeraars, PIV - red. AM).

Voor dit convenant kunnen verzekeraars en belangenbehartigers zich aanmelden. Een lijst met de verzekeraars en belangenbehartigers die zich hebben aangemeld, staat eveneens op de PIV-site. "Verdergaande maatregelen acht ik niet nodig", aldus de minister.

Dubbel declareren
Belangenbehartigers krijgen de buitengerechtelijke kosten rechtstreeks vergoed door de verzekeraar van de aansprakelijke partij. Hirsch Ballin: "Indien een belangenbehartiger daarnaast ook van het slachtoffer betaling vordert van deze kosten wordt de belangenbehartiger dubbel betaald. Een dergelijke praktijk beschouw ik als een misstand."

De bewindsman wijst er op dat tussen slachtoffers en belangenbehartigers sprake is van een civielrechtelijke verhouding. "Slachtoffers staan civielrechtelijke middelen ten dienste om misstanden aan te pakken. Denkbaar is bijvoorbeeld dat slachtoffers hun overeenkomst met de belangenbehartiger dan wel een 'no cure, no pay'-beding vernietigen op grond van dwaling of bedrog."

Inzicht in betalingen
Het Verbond van Verzekeraars heeft recentelijk voorgesteld op het einde van een letselschadetraject niet alleen de belangenbehartiger, maar ook het slachtoffer inzicht te gaan geven in alle betalingen, inclusief de buitengerechtelijke kosten. Hirsch Ballin: "Dit initiatief tot meer transparantie juich ik toe, omdat op deze wijze een slachtoffer te weten kan komen dat er mogelijk dubbel is gedeclareerd. Ik heb het Verbond verzocht ook te onderzoeken of het mogelijk is om een derdenbeding op te nemen in convenanten, inhoudende dat indien de buitengerechtelijke kosten overeenkomstig het convenant worden vergoed, de belangbehartiger geen buitengerechtelijke kosten van het slachtoffer meer kan vorderen."