'Audalet staat niet ter discussie'

In het interview in AM 12 heeft letselschade-expert Berth Groot enkele dingen 'geroepen' over Audalet. De voorzitter van het College van Advies van Audalet, Armand Blondeel, wil na rijp beraad reageren op de uitspraken van "mijn voorganger".

"In het interview geeft Groot aan, dat hij een dubbel gevoel heeft bij Audalet. Hij vindt het enerzijds positief dat Audalet zich heeft ontwikkeld tot neutrale rekenstandaard. In een eerder interview (AM van 28 mei 1999), dat Groot bij zijn aantreden als voorzitter van het College van Advies gaf, heeft hij die voordelen al eens over het voetlicht gebracht en een lans gebroken voor marktbrede acceptatie van het Audaletmodel.
Anderzijds geeft Groot aan dat hij zich op enig moment ernstige zorgen ging maken over de kwaliteit van het product en de uitstraling van Audalet. Zijn gevoel is, dat Audalet zijn leidende positie is kwijtgeraakt. Groot spitst zich in dit verband toe op de constatering dat meerdere bureaus eigen rekenmodellen gingen ontwikkelen. Hij noemt het model van Bert Pals (Vias) en van Andriessen & Geurst (CWP). Naar mijn mening is het voor een oordeel over de kwaliteit van een rekenmodel niet zozeer van belang of op enig moment een aantal partijen in de markt besluiten om eigen rekenmodellen te ontwikkelen. Daaraan kunnen voor een ondernemer immers velerlei redenen ten grondslag liggen. Inhoudelijke argumenten over een kwalitatieve achteruitgang van Audalet tref ik in het interview niet aan. Laat staan een antwoord op de vraag of de rekenmodellen van bedoelde bureaus het rekenmodel van Audalet kwalitatief zouden hebben overvleugeld.
Drempel verlaagd
Om met Vias te beginnen: in AM van 16 juli 1999 reageerden de heren Pals en Verkruisen, beiden verbonden aan het Vias-model, op het bovengenoemde interview met Groot in AM. Op, eufemistisch uitgedrukt, minder elegante wijze openden zij de aanval op wat zij noemden: "Auda(k)let(s), of het sprookje van Groot-kapje en de wolf". Op de stellingen van Pals en Verkruisen is adequaat gereageerd, onder meer door Groot zelf, in AM van 6 augustus 1999. De komst van Vias heeft er niet toe geleid dat de uitstraling of de kwaliteit van het Audaletmodel in de markt ter discussie is komen te staan.
Voor wat betreft het CWP van Andriessen & Geurst stelt Groot, dat hij Audalet daar twee jaar geleden voor heeft gewaarschuwd. Hij heeft het een jaar aangekeken en is toen gaan praten met CWP om dat gezamenlijk als alternatief voor Audalet op de markt te brengen. Waarin een gebrek aan kwaliteit van het Audalet rekenmodel ten opzichte van CWP zou schuilen, noemt Groot niet. Waarom hij het slechts een jaar heeft willen aanzien evenmin.
Groot Expertisebureau heeft steeds een vertegenwoordiger gehad in het College van Advies. Hij moet daardoor goed op de hoogte zijn geweest van het feit dat Audalet wel degelijk heeft gereageerd op de introductie van nieuwe rekenprogramma's zoals CWP. De unanieme conclusie is steeds geweest, dat er inhoudelijk niets mankeerde aan Audalet. Wel is geconstateerd dat er in de markt wellicht behoefte bestond aan een grotere gebruikersvriendelijkheid en een andere lay-out van de schermen en de rapportage. Hierop is naar mijn mening wel adequaat ingespeeld door Audalet. Reeds een jaar geleden, in september 2004, is er een vernieuwde versie uitgekomen, welke inmiddels tot het nieuwe model A-letsel 5.1 heeft geleid. A-letsel 5.1 is door de gebruikers enthousiast ontvangen. De complexiteit van het Audalet-programma, en daarmee de drempel voor gebruik, bleek aanzienlijk te zijn verlaagd.
Stansaardisering
De keuze van Groot om een jaar na de introductie met CWP te gaan praten over samenwerking, komt op mij dan ook meer over als een keuze die voortvloeit uit ondernemerschap dan uit technische onvolkomenheid van Audalet. Groot geeft zelf ook aan dat exploitatie van CWP een van de pijlers onder zijn Rekenbureau is.
De andere pijler van het Rekenbureau is volgens zeggen het op een waardevrije manier maken van een berekening. De kwaliteit van een rekenprogramma wordt daarvoor van belang geacht. In één adem wordt aangegeven dat het Rekenbureau behalve met CWP ook met alle gangbare rekenmodellen, waaronder Audalet, kan werken. De vraag die dan opkomt, is wat in kwalitatieve zin de toegevoegde waarde van CWP boven Audalet is. Een vraag die ik relevant vind, omdat Groot zich meermalen publiekelijk heeft uitgesproken als voorstander van een voor alle partijen inzichtelijke marktstandaard, hetgeen de transparantie van de letselschadeberekeningen voor alle betrokkenen ten goede komt. Het werken aan een doorstart van CWP staat feitelijk haaks op die visie.
Zoals Berth Groot en Rob Andriessen gezamenlijk in de Expertise Almanak 2005 aangeven, zijn hun opdrachtgevers verantwoordelijk voor de uitgangspunten ter berekening van een letselschade. Het Rekenbureau verzorgt alleen het neutrale rekengebied, dus de technische input en de integrale rapportage. Juist dit neutrale speelveld leent zich wat mij betreft nou juist voor standaardisering en transparantie, in plaats van een diversiteit aan rekenmodellen. Indien een van de bij een letselschaderegeling betrokken partijen geen inzicht heeft in hoe een rekenmodel functioneert, is dit aanleiding tot vermijdbare vragen. Hierin schuilt ook het nut van het College van Advies van Audalet, dat inmiddels echter door zowel Groot Expertisebureau als door Andriessen & Geurst vanwege de introductie van hun CWP de rug is toegekeerd. Veronderstelde onvrede over bestaande software, als zou die ouderwets en niet flexibel zijn, is hierboven bij de bespreking van het vernieuwde A-letsel 5.1 al gelogenstraft. Audalet is goed in staat om in te spelen op relevante wijzigingen binnen bijvoorbeeld fiscale of sociale regelgeving, die aanpassing van de rekensoftware vereisen.
Vanuit het College van Advies van Audalet vond ik een reactie op het interview in AM van 10 juni 2005 desalniettemin op zijn plaats. Vooral omdat daarin de indruk wordt gewekt, dat naast de ondernemerskeuze om via het Rekenbureau het rekenprogramma CWP op een vernieuwde manier in de markt te zetten, ook de kwaliteit en inhoud van het Audalet Rekenmodel ter discussie zou staan. Van dat laatste is mij niet gebleken."
Armand Blondeel, voorzitter College van Advies Audalet

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.