Het draait in de kwestie om de spaarproducten die adviesbedrijf VRB Bedrijfspensioenen uit Utrecht vanaf begin 2011 aan de man brengt voor Westland Utrecht Bank. De adviseur, Pim van Rijswijk, krijgt hiervoor jaarlijks 0,2% provisie over de waarde van de totale spaarportefeuille die hij heeft aangebracht. Er ontstaat een probleem als Westland Utrecht Bank per 1 juli 2014 ophoudt te bestaan en opgaat in Nationale-Nederlanden Bank.
Contractuele prestatie verricht
NN Bank grijpt het samengaan aan om de samenwerkingsovereenkomst met Van Rijswijk op te zeggen. Vanaf dat moment ontvangt hij geen provisie meer voor de portefeuille. De adviseur komt in verweer. Wat hem betreft staat niet ter discussie dat NN Bank de samenwerking met hem mag opzeggen. Wel dient de bank wat hem betreft de provisiebetalingen voor al aangebrachte spaartegoeden te hervatten. De contractuele prestatie voor het aanbrengen van klanten is immers verricht, daar tegenover staat de verplichting van NN Bank tot doorbetaling van de provisie tot het einde van de portefeuille.
NN Bank stelt daar tegenover dat Van Rijswijk al eind augustus 2013 was voorgelicht over de opzegging van de overeenkomst en dat het logische gevolg is van de opzegging dat alle verplichtingen eindigen, ook de provisie. Daarnaast zou het gaan om een “uitzonderlijke situatie” waarbij VRB na het aanbrengen van de klanten géén en de bank na het aanbrengen van de klanten alle werkzaamheden verrichte.
Nakomen van afspraken
De rechter is het daar niet mee eens. “In de overeenkomst staat niet dat VRB voor het verkrijgen of behouden van de provisie nog andere werkzaamheden moet verrichten dan het verstrekken van genoemde gegevens.” Volgens de rechtbank kan NN Bank niet zomaar de betaling voor al verrichte prestaties stopzetten. “Naar de rechtbank aanneemt heeft de Bank daar ook profijt van gedurende de tijd dat de klanten bij haar een spaarportefeuille aanhouden. Dat alles heeft te maken met het nakomen van afspraken, daar is niets onredelijks aan. Die afspraken kunnen niet zomaar eenzijdig door de Bank worden gewijzigd en worden ook niet geraakt door het opzeggen van de overeenkomst.”
Geen eeuwige plicht tot doorbetalen provisie
De rechter veroordeelt NN Bank tot het hervatten van de provisiebetalingen aan VRB met terugwerkende kracht per 1 juli 2014, waarbij een bedrag van € 33.053 mag worden afgetrokken dat de bank tussentijds heeft voldaan. Volgens de rechtbank betekent dit niet dat NN Bank een eeuwige plicht heeft tot het betalen van de provisie. Ze wijst op het sterk slinkende spaarsaldo, dat eind september 2016 nog slechts € 13.744 bedroeg.
Verstrekkende gevolgen
Deze uitspraak zou volgens assurantiemakelaar Cisco Barao verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor andere aanbieders die willen morrelen aan hun provisiestructuur richting het intermediair. Hij werd door adviseur Van Rijswijk benaderd om te bepalen wat de reële waarde van de spaarportefeuille was. “Dit speelt momenteel bij meer partijen, zie ook het conflict dat Regiobank heeft met haar zelfstandig adviseurs. Feitelijk heeft de rechter hier gezegd dat je als aanbieder niet eenzijdig de financiële afspraken voor bestaande productie kunt veranderen of opzeggen.”