Het gaat in de zaak om een klant die via bemiddeling van 4-Insure Holding een uitvaartverzekering sluit. Omdat de premies niet worden voldaan, deelt Dela mee dat de verzekering per 1 december 2013 is stopgezet, en dat de afkoopwaarde zal worden uitgekeerd minus de premies die de verzekeraar nog tegoed heeft. Voor vragen verwijst de verzekeraar de klant door naar haar assurantietussenpersoon.
Tijdstip
De klant informeert bij de tussenpersoon naar het tijdstip van uitbetaling van de afkoopwaarde van de uitvaartverzekering. Die biedt aan haar bij de beëindiging te begeleiden en in dat kader bij haar thuis langs te komen. Tijdens dat bezoek ondertekent de klant een advies-bemiddelings- en serviceovereenkomst. Het gaat om 'Advies en bemiddeling op basis van € 99 uurtarief met betrekking tot lopende en nieuwe verzekeringen'.
Rekening
De tussenpersoon omschrijft later in een email zijn werkzaamheden. Hij stelt dat tijdens de afspraak is bekeken of het nog zinvol zou zijn alsnog bij Dela te blijven. Ook stelt hij dat er stukken getekend moesten worden als een definitieve opzegging, uitbetaling van de afkoopsom en een nieuw banknummer voor de uitbetaling aan de juiste persoon. En hij brengt een bedrag van € 345,51 in rekening.
Ombudsman
Maar de klant weigert te betalen. Volgens haar is € 99 overeengekomen en dat betaalt zij ook. De partijen belanden bij de Ombudsman. Die vraagt aan Dela of een opzegging wel nodig was. Dela zegt dat de verzekering per 1 december 2013 reeds was beëindigd. De klant stelt aldus: "Verzekeraar verlangde enkel nog een bankrekeningnummer waarop de afkoopwaarde van de verzekering uitgekeerd zou kunnen worden. Het hiervoor in rekening gebrachte bedrag staat niet in verhouding tot de verrichte werkzaamheden."
Geen rechtsgrond
Vervolgens komen partijen bij de Geschillencommissie. Die constateert dat de tussenpersoon duidelijk in de veronderstelling is geweest dat een officiële beëindiging van de uitvaartverzekering benodigd was. Maar: "Waarom Aangeslotene daarvan overtuigd was, is de Commissie niet duidelijk geworden. Aangeslotene heeft dan ook onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de door hem verrichte werkzaamheden in het kader van de reeds beëindigde uitvaartverzekering noodzakelijk waren. De Commissie is dan ook van oordeel dat geen rechtsgrond voor de vordering van Aangeslotene bestaat. Aangeslotene mocht wel een vergoeding vragen voor de door hem verrichte werkzaamheden nu Consument door verzekeraar naar hem was doorverwezen in verband met het uitkeren van de afkoopwaarde. Naar het oordeel van de Commissie kan deze vergoeding in alle redelijkheid niet hoger zijn dan een bedrag van € 99 hetgeen Consument reeds aan Aangeslotene heeft voldaan."
Ook moet de tussenpersoon de door de klant gemaakte kosten voor het versturen van drie aangetekende brieven (€ 24) en € 48,40 aan incassokosten vergoeden.