Tussen 1 januari en 31 oktober 1996 werden al meer dan één miljard individuele levensverzekeringen gesloten: 1,060 mln tegen 0,980 mln in dezelfde periode vorig jaar. De nieuwe polissen brachten in totaal f 7,2 (6,2) mld aan premie binnen: een stijging van 16%.
De totale koopsomproductie steeg met 15% naar f 5,0 (4,4) mld premie-inkomen; afkomstig uit 167.800 polissen. Verantwoordelijk voor die stijging zijn de koopsommen met lijfrente- of pensioenclausule. In tien maanden tijd werden al 134.000 (124.000) van zulke koopsompolissen gesloten, ter waarde van f 4,5 (3,8) mld premie-inkomen (+17%).
De relatief grootste stijging doet zich andermaal voor in de categorie beleggingsverzekeringen. Het premie-inkomen uit levensverzekeringen gerelateerd aan beleggingen beloopt tot en met oktober f 1,4 (1,0) mld: een groei van liefst 41%. Het aantal gesloten unit-linkedpolissen komt uit op 254.000 (207.200).
Beleggingen
De zeven grootste verzekeringsmaatschappijen hadden eind september f 284,4 (250,3) mld vermogen belegd. Het belegd vermogen van de pensioenfondsen beliep op dat moment f 579,5 (524,5) mld. De waarde van de beleggingen van pensioenfondsen en verzekeraars is daarmee in een jaar tijd met f 90 mld toegenomen tot f 863,9 mld. Dit is f 200 mld meer dan het voor 1996 geraamde bruto binnenlands product.
In het derde kwartaal van dit jaar belegden de pensioenfondsen en de verzekeraars per saldo voor f 5 mld in aandelen en voor f 14 mld in obligaties.