door Frank van Schagen
Stichting MeMo, Mens- En Milieuvriendelijk Ondernemen, komt voort uit de alternatieve beweging van eind jaren zeventig/begin jaren tachtig. De stichting had ten doel beginnende 'groene' bedrijfjes op weg te helpen. Al snel bleek er behoefte aan een assurantieafdeling om de startende ondernemers en hun zaak te verzekeren. Maar het was in de oprichtingsperiode not done om samen met banken en verzekeraars rond de tafel te gaan zitten. Kuiper, directeur van het assurantiekantoor MeMo: "Het heeft hevige discussies opgeleverd of dat wel kon. Uiteindelijk moest het natuurlijk wel; iemand die een biologische boerderij of een natuurvoedingswinkeltje wil beginnen heeft tenslotte verzekeringen en geld nodig. Ook voor de verzekeraars was het vreemd, wat moeten ze met zo'n winkeltje? Wat dat betreft zijn het zeer conservatieve organisaties: wat ze niet kennen, moeten ze niet. We hadden eigenlijk twee functies, aan de ene kant bij verzekeraars bekendheid geven, en aan de andere kant risico's afdekken. Een terugkerend probleem was: de waarde van een beginnende onderneming te bepalen. Winkelstellingen werden bijvoorbeeld van afvalhout gebouwd, maar verzekeraars gingen uit van de nieuwwaarde. Er moest in overleg naar oplossingen worden gezocht. Dat is in het begin een belangrijk deel van onze taak geweest. Verdienen was niet aan de orde. Met het grootste gemak ging je voor een tientje provisie naar Groningen."
Tegenwoordig is MeMo gespecialiseerd in verzekeringen voor vrijwilligers, mensen in de alternatieve gezondheidszorg, kunstenaars en dergelijke. "We proberen een pakket samen te stellen waar zij behoefte aan hebben en dat bovendien nog betaalbaar is", aldus Kuiper. "Het is niet de makkelijkste klantengroep om te verzekeren. Zo is het verzekeren van kunstwerken uitermate lastig. Hoe schat je bijvoorbeeld de waarde van een kunstwerk in? Wij proberen daar oplossingen voor te vinden en we zijn daar vrij uniek in. Gewoon het tarievenboekje uit de kast halen, daar is niet zoveel aan, maar met maatschappijen onderhandelen, de mogelijkheden aftasten, dat maakt het vak leuk."
"Er zijn bepaalde doelgroepen waarvan wij vinden dat die een verzekering nodig hebben, en waarvoor wij in samenwerking met de verzekeraar of een klant een interessant product hebben ontwikkeld. Daar moet een bepaalde prijs voor berekend worden, anders is het voor de klant niet te doen. Soms moet je ook wat durven inleveren. Je vraagt je wel eens af of het nog zinvol is, of het nog wel rendeert, maar ik moet bekennen dat ik me dat meestal pas achteraf bedenk."
Kraakpanden
Kuiper heeft ondervonden dat klanten waarvoor de verzekeraars huiverig zijn vaak net zo veel of nog minder schade veroorzaken als vergelijkbare groepen. "We zijn in het begin met kraakpanden bezig geweest. Geen enkel intermediair zou het in zijn hoofd halen, maar omdat ik een aantal mensen uit de kraakbeweging kende, keek ik er anders tegenaan. Voor alle kraakpanden die wij hebben verzekerd hebben we nog nooit enige schade hoeven uitkeren. Ons kantoor mag over het algemeen niet mopperen wat het schadeverloop betreft, zeker als je bedenkt dat we een Amsterdamse tussenpersoon zijn."
"Een andere bijzondere groep waarvoor een beroep op ons werd gedaan waren ex-verslaafden die onder begeleiding weer in onze maatschappij probeerden terug te keren. Het was duidelijk dat de verzekeringsmaatschappijen niet stonden te springen deze groep onder te brengen. Ten slotte vonden we toch een verzekeraar die het met onze argumentatie eens was. Als je de angst ziet van de meeste verzekeraars, en je vergelijkt dat met de werkelijke schade, dan blijken de maatschappijen er vaak flink naast te zitten. Er komt natuurlijk wel wat schade, maar in vergelijking met een reguliere particuliere aansprakelijkheidsverzekering scoort die moeilijk te verzekeren groep niet per definitie slechter. Ons doel is niet alleen: wij moeten geld maken. De klant staat voorop, en dat hoort ook zo. We blijven zoeken naar wegen om de klant te helpen. Als adviseur en intermediair heb je een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Er is meer dan alleen geld verdienen, dat staat bij ons ongeschreven in het vaandel. Dat geldt vooral naar mensen toe die niet zo makkelijk naar het intermediair stappen, die ervan uitgaan dat men wellicht raar staat te kijken van hun verzoeken."
In Amsterdam kent Kuiper nog twee assurantiekantoren die vergelijkbaar zijn met MeMo, De Eenhoorn en Ideële Verzekeringen. Daarnaast zijn in Zeist nog twee 'bevlogen' tussenpersonen gevestigd.
Log lichaam
MeMo Verzekeringen werkt samen met 25 tot 30 verzekeraars, zodat Kuiper aardig wat vergelijkingsmateriaal heeft. Vooral de grotere maatschappijen lijden volgens hem aan een geringe flexibiliteit. "Verzekeringsmaatschappijen zijn per definitie niet alternatief. Bovenaan staat het maken van winst, al zijn er uitzonderingen zoals Delta Lloyd, dat als een van de eerste met Triodos een zuiver groen fonds heeft opgericht. Zoiets getuigt van lef. Ook de Zwolsche Algemeene is goed bezig: in een totaalpakket van allerlei fondsen kun je bij hen voor groen kiezen. Maar de maatschappijen hebben steeds minder mogelijkheden om groen te denken, omdat ze steeds meer tot logge lichamen uitgroeien. Naarmate de verzekeraars groter worden, merk je dat bepaalde afdelingen zich strikt aan bepaalde regels moeten houden. Er is daar steeds minder ruimte voor het ontplooien van eigen initiatieven. Dat kan bij zo'n groot bedrijf ook niet. Als acceptanten een eigen beleid zouden voeren, wordt het een puinhoop. Gelukkig zijn er nog wel maatschappijen die zich flexibel kunnen opstellen, met name Interlloyd. Ook bij de wat kleinere verzekeraars zitten mensen die creatief na kunnen en mogen denken om tot oplossingen te komen."
Op beleggingsgebied kunnen ook grote maatschappijen nog wel groen zijn, meent Kuiper. "Maar in de schadebranche is dat per definitie niet aanwezig. Zoiets is ook moeilijker te verwezenlijken, want wat is er bijvoorbeeld groen te maken aan een autoverzekering of een aansprakelijkheidsverzekering? Het is jammer dat er geen creativiteit meer kan worden aangeboord om een product een groene tint te geven. Het zou mooi zijn als een milieuvriendelijke auto beloond wordt met een lagere premie; op die manier kan een verzekeraar een maatschappelijke stimulerende functie hebben. Bij kleinere maatschappijen is men nog wel bereid naar alternatieve mogelijkheden te kijken."
Geen gouden bergen
Kuiper zet vraagtekens bij de gretigheid waarmee verschillende partijen op de groene trein springen. "Ik ben ertegen dat men het groene denken gaat benaderen als een gat in de markt. Je ziet zoiets in de financiële wereld met de groenfondsen. Er gaan miljarden in om, omdat de overheid daar voordelen aan geeft. Er is nu zelfs meer geld te besteden dan dat er projecten zijn. De grens van wat groen is, wordt verlaagd; omdat het geld toch ergens in belegd moet worden. Dan ben je verkeerd bezig, aangezien een dergelijke belegging niet meer de essentie raakt. Bij groen denken gaat het om meer dan de winst, het heeft te maken met verantwoordelijkheid, maatschappelijke betrokkenheid bij de projecten waar men in investeert. Heeft zo'n project invloed op de natuur of op het maatschappelijke geheel of op de mensen die daar werken? Je moet kortom, een evenwicht vinden. Doe je dat niet, dan krijg je van die projecten waarbij snel wat geld wordt geïnvesteerd, omdat de overheid toch meebetaalt."
Teakhout noemt Kuiper zo'n typisch westers product met prachtige beloftes, 20 tot 30% rendement over dertig jaar. "De één brengt het nog mooier dan de ander. Het gaat daarbij slechts om het financiële rendement. Op zich is het niet slecht, stukken oerwoud worden veilig gesteld, maar de opzet is ondoorzichtig en gericht op mensen die geld willen verdienen. Als de maatschappijen die teakfoundations-rendementen wat realistischer hadden gesteld, 8%, 9%, dan was niet iedereen over ze heen getuimeld, maar dan hadden waarschijnlijk ook nooit zoveel mensen geparticipeerd. De afgang is nu natuurlijk groot. De goede projecten lijden daaronder. Bij het Meerwaardefonds van Triodos hebben ze dat meteen goed gedaan. Ze kwamen er rond voor uit dat de geldelijke opbrengst lager zou zijn dan bij een regulier ander fonds. Ze beloven tenminste geen gouden bergen."
Duurzaam
"Als je puur naar de prijs kijkt, is een groen product duurder, vergelijkbaar met een biologische slager waar je ook meer moet betalen. Maar door te investeren in groenfondsen ben je tegelijk bezig met iets wat duurzamer is dan een reguliere belegging. Relatief zijn ze wel duurder, maar op de lange termijn brengen ze naast geld meer op dan andere fondsen. Triodos met het Meerwaardefonds, het Groenfonds van de Zwolsche Algemeene en het fonds van Reaal in samenwerking met Novib en ASN zijn fondsen die rendement-verantwoord zijn, maar waarvan ook het bedrijf waarin belegd wordt verantwoord is, omdat die bedrijven nu al bezig zijn met de gevolgen voor milieu en maatschappij in de toekomst. Het maatschappelijk rendement is moeilijk in getallen uit te drukken, maar de combinatie financieel en maatschappelijk rendement overstijgt verre de waarde van reguliere beleggingsfondsen."
Overheid
Kuiper toont zich ongerust over de tendens dat de overheid haar sociale taken naar derden overhevelt. "Ik heb moeite met het terugtreden van de overheid wat betreft sociale zekerheid. Volgens mij gaat dat niet de goede kant op. Er zijn veel mensen die bijvoorbeeld het WAO-gat zullen afdekken, die kunnen het zich veroorloven, maar een groot aantal zal er niet aan toekomen. Ik ben bang dat we in de toekomst een maatschappij hebben waarin zich mensen bevinden die niet verzekerd zijn, omdat zij, noch hun werkgever, noch de overheid er om wat voor reden dan ook voor gezorgd hebben. Voor veel mensen zal geen basisvoorziening meer zijn, waardoor ze enkel nog hun hand kunnen ophouden, met alle gevolgen van dien. We leven in een welvaartsstaat en knabbelen aan de essentiële levensbehoeften. Het klopt toch niet dat een overheid zich druk gaat maken over het feit dat ze f 75 miljoen aan ouderen voor een kunstgebit moeten uitkeren?"
Ook op het gebied van deregulering is de overheid volgens Kuiper verkeerd bezig. "De regering wil deregulering toepassen om diverse vakgebieden, van taxichauffeurs tot notarissen, toegankelijker te maken. De overheid steekt ook energie in het intermediair, hoewel bewezen is dat in ons land de huidige regeling goed werkt. Kijk maar naar de positieve reacties uit het buitenland. Er wordt onafhankelijk gewerkt, er is expertise in huis, en toch wordt zoiets overboord gegooid omdat de branche wat kostenplaatje betreft vrijer en doorzichtiger gemaakt moet worden voor het publiek. Maar voor welk publiek? De Consumentenbond? Als je het alleen voor de Consumentenbond doet, dan kun je zo naar de SER lopen en alle provisieregelingen en afspraken van maatschappijen opvragen." Om zaken als deze is Kuiper vijf jaar geleden lid geworden van de NVA. "Ik ben het niet altijd met ze eens, maar het is wel een organisatie die voor jouw problemen op de bres wil staan."
Volgens Kuiper kan het intermediair ook zelf iets aan de toegankelijkheid doen. "Als een klant mij vraagt wat ik voor het adviseren en bemiddelen verdien, dan reken ik het zo voor hem voor. Daar moet je niet angstvallig over doen, dat is ook een fout van het intermediair en een fout van de brancheverenigingen. Als iemand om een goede reden mijn jaarstukken wil inzien, dan mag hij dat van mij. Hij zal hoogstens verbaasd staan van wat ik er aan overhoud."
Kuiper: "Naarmate verzekeraars groeien, verliezen ze hun creatief vermogen."
Reeds als kind kwam Alex Kuiper (43) in contact met de verzekeringswereld. Geregeld bezocht hij aan de hand van zijn vader, die net als zijn opa en zijn oom in het verzekeringsvak werkzaam was, klanten met verzekeringsvragen of schade. Eind jaren zeventig was Kuiper werkzaam bij de Europeesche op de Varia-afdeling en vervolgens bij Royal Nederland. Ontevredenheid over het toenmalige klantonvriendelijke beleid deed hem besluiten bij Stichting MeMo (Mens en Milieuvriendelijk Ondernemen) te solliciteren, waar men iemand zocht die zich bezig zou kunnen houden met assurantiebemiddeling. De stichting was bezig een verzekeringsportefeuille op poten te zetten die Kuiper verder uit kon bouwen. De subsidiegever van MeMo maakte halverwege de jaren tachtig bezwaar tegen het subsidiëren van een assurantiekantoor. Kuiper nam vervolgens de portefeuille zelf over. Op het ogenblik zijn naast Kuiper twee mensen op het assurantiekantoor werkzaam. Het bedrijf opereert landelijk, maar de nadruk ligt op de Randstad, de regio Nijmegen en Groningen.
Mercedes-Benz Insurance Services