De betrokken vrouw brak in 1985 een bovenarm. Deze breuk moest operatief gezet worden. Door een medische fout is de arm verlamd geraakt en werd de vrouw arbeidsongeschikt.
De aansprakelijkheid voor deze fout is erkend. De verzekeraar in kwestie is bij de berekening van het inkomensverlies van de vrouw uitgegaan van een aantal veronderstellingen, zoals het tijdelijk stoppen met werken voor het krijgen van kinderen om daarna alleen parttime betaald werk te verrichten.
'Nooit gezegd'
De vrouw was het hiermee oneens. Zij heeft naar eigen zeggen nooit een concrete uitspraak gedaan over de wens om kinderen te krijgen. Bovendien acht zij het onjuist om ervan uit te gaan dat een vrouw automatisch een aantal jaren met werken zal stoppen, zodra zij kinderen krijgt. Zij stelt dat het in deze maatschappij normaal is dat zowel mannen als vrouwen tot hun 65ste blijven werken.
Oordeel
De Commissie oordeelt ten eerste dat het aannemelijk is gemaakt dat de vraag over het krijgen van kinderen door de verzekeringsmaatschappij vooral aan vrouwen gesteld wordt. Dat is in strijd met de wet.
Voorts kunnen algemene statistische gegevens niet per definitie van toepassing worden geacht op ieder individueel geval, zeker niet bij de huidige veranderingen in de arbeidsparticipatie van vrouwen.
"De te gebruiken statistische gegevens mogen niet de betekenis hebben dat zij telkens als uitgangspunt worden gehanteerd, waarbij van een vrouw verlangd wordt dat zij het bewijs levert van andere concrete omstandigheden", aldus de Commissie die genoemde handelwijze als onwettig kwalificeert.
Commissie Gelijke Behandeling Oordeelnr. 96-90