Zorg en Zekerheid zet niet alles op één kaart
door Richard Vroom
Als duidelijk teken van haar financiële gezondheid, zal Zorg en Zekerheid per 1 januari 1997 haar nominale ziekenfondspremie substantieel verlagen, met aanzienlijk méér dan de landelijke f 110 verlaging die voortvloeit uit de invoering van de eigen bijdrage voor fondsverzekerden. De zelfverzekerdheid straalt eraf in de directiekamer.
De Leidse zorgverzekeraar was in 1992 medestichter van het samenwerkingsverband Meander-groep, een strategische alliantie met de collega's PWZ, RZR en ZAO (en aanvankelijk ook Trias). Hendriks: "Maar wij hebben vanaf het begin met nadruk gezegd: wat wij niet willen is een fusie, danwel een verdergaande integratie."
Vorig jaar ontstond bij enkele andere leden van Meander de wens om toch tot verdere integratie over te gaan en werd er druk op Zorg en Zekerheid uitgeoefend. Maar in Leiden werd er toen voor gekozen op te stappen. "De ziektekosten zijn in Amsterdam per verzekerde 30% hoger dan bij ons. Voor onze verzekerden was een fusie dus in financieel opzicht niet interessant. Daarnaast heb je ook nog te maken met de cultuur van de organisaties. Als ik kijk naar de Amsterdammers (ik ben er zelf eentje) en naar de Leidenaren, dan zie ik toch ook duidelijke cultuurverschillen. Ik kan dus geen objectieve voordelen noemen van een grootschalige fusie in het kader van de Meander-groep."
Inmiddels is de Meander-groep als zodanig uiteengevallen, omdat vervolgens RZR en ook PWZ fusie niet zagen zitten. Erfgoedbewaker ZAO gaat nu fuseren met het niet-Meanderlid Anova in Amersfoort.
Schaalgrootte
Hendriks: "Er is een stroming die zegt: een béétje zorgverzekeraar moet vandaag de dag toch ten minste een miljoen verzekerden hebben. Daarnaast zie je als trend dat zorgverzekeraars landelijk gaan werken. Wij blijven ons, voor zover als dat mogelijk is, regionaal oriënteren. Ik weet niet of landelijk werken wel zo verstandig is. Je hebt toch in elke regio een bepaalde verzekerden-dichtheid nodig om op een adequate wijze zorg te kunnen inkopen en invloed te kunnen uitoefenen op zorgverleners en instellingen."
Als er maar een stuk of vijf grote zorgverzekeraars zouden overblijven, gaat volgens Hendriks de stelling van Edward Chamberlain spelen: in eerste instantie beginnen ze met een prijsoorlog, dan komen ze erachter dat het veel verstandiger is om samen te gaan werken en vervolgens gaan ze zich gedragen als monopolist. "Dan is er absoluut geen marktwerking meer over."
Particulieren
De ongeveer 10.000 particulier verzekerden die door Zorg en Zekerheid in MeanderZorg waren ingebracht, worden per 1 januari 1997 overgeheveld naar de onderlinge waarborgmaatschappij waarin haar aanvullende ziekenfondsverzekeringen zijn ondergebracht. Hendriks laat blijken dat directie en bestuur er nog niet uit zijn of dit op de langere termijn een werkbare oplossing is. "Wij filosoferen nog over de wenselijkheid om een aparte werkmaatschappij voor de particuliere ziektekostenverzekering op te richten. In een onderlinge waarborgmaatschappij zijn het uiteindelijk de verzekerden die het laatste woord hebben. In de onderlinge waarin de particuliere polissen nu worden ingebracht, zitten tot dusver uitsluitend aanvullende ziekenfondsverzekeringen. Is het werkbaar dat er een ledenraad is die bestaat uit vertegenwoordigers van zowel fonds- als particulier verzekerden? Het zijn toch verschillende belangen."
Chipkaart
Zorg en Zekerheid maakte onlangs bekend dat zij - ter vervanging van de huidige kaart met magneetstrip - voor al haar verzekerden een chipkaart gaat invoeren. magneetstrip. Deze kaart is voorzien van een chip waarop een schat aan informatie kan worden opgeslagen. Hendriks: "Wij waren het praten over de invoering van zo'n kaart een beetje beu. Je kunt eindeloos blijven overleggen voordat je het over alle aspecten eens bent. Wij hebben gezegd: we gaan niet aan het einde beginnen, maar aan het begin. Dat wil zeggen dat we deze chipkaart niet zien als dé oplossing voor de toekomst, maar wel als de eerste stap naar..."
De kaart is voorlopig van 'binnen' nog goeddeels leeg, omdat Zorg en Zekerheid de maatschappelijke discussie over de privacy-aspecten niet wil frustreren. "Er staat dus nog helemaal geen medische informatie op en de verzekerden kunnen dat uiteraard bij al onze vestigingen laten controleren." Het motto is: de chipkaart introduceren bij zorgverleners en instellingen en hen leren hoe ze ermee moeten omgaan. "Op zichzelf is dat al een hele toer. Daarnaast moeten we zelf ook ervaring opdoen met een kaartbeheersysteem." Hendriks wil in 1997 onder meer onderzoeken of van die chipkaart een uniek identificatiemiddel kan worden gemaakt, met bijvoorbeeld een digitaal vastgelegde pasfoto of vingerafdruk. "Ik heb de indruk dat de fraude met verzekeringsbewijzen hand over hand toeneemt in de ziektekostenverzekeringen." Wellicht is de kaart te gebruiken voor een zekere betaalfunctie, waaronder een rekening-courantverhouding met de verzekerden (denk aan de eigen bijdragen). "Ik heb uit reacties op ons initiatief begrepen dat enkele zorgverzekeraars bezig zijn met banken om te komen tot een chipkaart voor de zorgsector. Dat is allemaal nogal geheimzinnig. Onze kaart is in elk geval inpasbaar in andere systemen."
Toch zou men zich kunnen afvragen: waarom nu een dure chipkaart zonder inhoud invoeren? Hendriks: "Onze huidige magneetstripkaart is aan vervanging toe. Zo'n chipkaart gaat twee keer zo lang mee (zes jaar) en is alleen daardoor al bijna financieel neutraal."
Zakelijke markt
Toen de toenmalige staatssecretaris Dees in 1992 de wettelijke werkgebieden van de ziekenfondsen ophief, ging Zorg en Zekerheid al snel op de 'collectieve toer'. "Wij waren een van de eerste die een grote collectiviteit voor ziekenfondsverzekerden hebben gesloten. Dat was bij de KLM. En daar zijn wij nog steeds erg blij mee."
Tegenwoordig heeft de maatschappij een speciaal team voor de zakelijke markt, want de employee-benefitstrend is natuurlijk niet aan het Leidse Kanaalpark voorbijgegaan. Deze maand verscheen het eerste nummer van een periodiek voor de bedrijvenmarkt onder de titel 'Zeker van uw zaak'. De niet-gezondheidsverzekeringen worden bij andere maatschappijen ondergebracht via het eigen assurantiebemiddelingsbedrijf.
Enkele jaren geleden heeft Hendriks overigens geëist dat alle medewerkers van de bemiddelingsafdeling, dus ook de administratieve mensen in de binnendienst, het B-diploma zouden gaan behalen. "Ik erken, dat dit misschien een beetje overdone was, maar het heeft wel geholpen. Ik vind dat de mensen goed moeten weten waarmee ze bezig zijn."
FNV-effect
Zorg en Zekerheid is een van de verzekeraars die betrokken zijn bij de uitvoering van de in september geïntroduceerde aanvullende ziekenfondsverzekeringen voor FNV-leden. Hoe scoort dat bij de maatschappij? Hendriks: "Dat loopt goed. Wij hebben inmiddels al tussen de achthonderd en duizend aanmeldingen ontvangen, en wat mij bijzonder verheugt is dat er driehonderd nieuwe verzekerden bij zitten, dus die komen nu ook met hun basis-ziekenfondsverzekering naar ons toe."
Overigens schommelt het totaal aantal verzekerden de laatste jaren rondom de 420.000. Tot op zekere hoogte maakt Hendriks zich hier zorgen om, want de bevolking in het verzorgingsgebied (globaal de driehoek Utrecht-Haarlem-Den Haag) groeit. Daar staat als 'vergoelijking' tegenover dat de fondsen in de periode vóór het schrappen van de regiogrenzen als monopolist vrijwel automatisch meegroeiden met de bevolkingsaanwas.
Regres
Zorg en Zekerheid maakt duidelijk werk van regres. "Als wij aansprakelijkheid van een derde vaststellen, gaan wij de kosten verhalen en de verzekerden kunnen zich daar bijvoegen voor hun eigen aanspraken. Dat geldt voor de individuele verzekerden voorzover het materiële en immateriële schade betreft en dat geldt ook voor de werkgevers waar het loonkosten betreft."
In 1992 ging het om 96 zaken, in 1995 waren het 120 en na de eerste tien maanden van 1996 staat de teller al op 138 zaken. "Wij als ziekenfonds en ook als particuliere verzekeraar verhalen de kosten die we kunnen verhalen. Ik vind uit economisch oogpunt, dat de kosten dáár moeten drukken waar ze veroorzaakt worden. Toch is het in zijn algemeenheid best wel moeilijk. Als een verzekerde met een beenbreuk in het ziekenhuis wordt opgenomen, wat is het dan? Men kan van de trap gevallen zijn, een schop tegen zijn been gekregen hebben, van de fiets gevallen zijn, een auto-ongeluk gehad hebben. Hoe kom je erachter of er wel of niet een aansprakelijke derde is? Het gaat dus om de signalering ervan. En om nu iedere keer alle verzekerden aan te schrijven die in het ziekenhuis terechtgekomen zijn, gaat wat ver. Dus proberen wij op basis van signalen als bijvoorbeeld ambulancevervoer, inschakeling van fysiotherapeuten een antwoord te krijgen op de vraag: was er wel of niet een ongeval? Op het moment dat wij weten dat er sprake is van een ongeval, dan gaat er een brief uit naar die verzekerde met vragen over de toedracht."
Rechtsbijstand
Vorige maand is de WTV-vergunning van Zorg en Zekerheid uitgebreid met de branche rechtsbijstand. "Dat moet vooral worden gezien in combinatie met de hulpverlening aan verzekerden. Dan praat je over het verhalen van ziektekosten, letselschade en immateriële schade. Daarnaast kunnen tegenwoordig de buitengerechtelijke kosten op de schuldige derde worden verhaald. Dat betekent dat de rechtsbijstand die wij onze verzekerden in principe gratis aanbieden, erg weinig kost. We zijn nu bezig om in combinatie met dat letselschadeverhaal de dekking uit te breiden met juridische procedures in het kader van het sociaal verzekeringsrecht, het arbeidsrecht, en voeging in strafzaken."
Eigen bijdragen
Per 1 januari 1997 wordt een eigen-bijdrageregeling in de ziekenfondsverzekering ingevoerd. Deze moet de fondsverzekerden dermate consumptiebewust maken dat het een besparing van f 100 miljoen gulden oplevert ten gevolge van minder gebruik. Organisaties van werkgevers, werknemers, medici en verzekeraars hebben er forse kritiek op uitgeoefend, maar politiek Den Haag houdt tot dusver vast aan dit element uit het regeerakkoord.
Voor de zorgverzekeraars betekent het een forse administratieve inspanning. "Wat die regeling in maatschappelijk opzicht oplevert, is nog maar de vraag, maar ik weet wel wat het ongeveer gaat kosten. Het kost ons f 2,5 miljoen per jaar."
Heeft hij misschien nog een boodschap voor Den Haag? "Ja, dat gekrakeel over de collectieve lasten, daar moeten we eens mee ophouden. Ik vind dat de gezondheidszorg in Nederland geregeerd wordt op basis van: wat zit er in de collectieve lasten en wat niet? Ik zal de dag prijzen dat men eens wat meer naar de inhoud van de zorg gaat kijken. Ik begrijp best dat die lastenverdeling van belang is voor minister Zalm. Maar ik zou graag willen dat men zich binnen het ministerie van WVC meer gaat bezighouden met de inhoud van de zorg dan met de financiering ervan, zeker als ik kijk naar een bevolking die ouder wordt en naar de geestelijke gezondheidszorg, waarvan de kosten sprongsgewijs omhoog gaan. En dat heeft alles met maatschappelijke ontwikkelingen te maken. Ze moeten wat meer van die dogma's af wat de collectieve lasten betreft."
Hendriks: "Je hebt toch in elke regio een bepaalde verzekerden-dichtheid nodig."
R.H.M. Hendriks (52) heeft aanvankelijk carrière gemaakt in de internationale hotelwereld, en klom daarin op tot de rang van 'maitre d'hotel'. In 1976 trad hij in dienst van de Ziekenfondsraad, waar hij uiteindelijk hoofd van de statistisch-economische afdeling werd. In 1983 stapte Hendriks binnen Amstelveen over naar het ziekenfonds CZH. Drie jaar later werd hij daar benoemd tot algemeen directeur. Op 1 januari 1989 fuseerden CZH en het ziekenfonds RZLA in Leiden tot Zorg en Zekerheid. Sinds maart 1992 is Hendriks algemeen directeur. Hij vervult tal van nevenfuncties, zowel binnen de branche als op sociaal-maatschappelijk vlak, waaronder die van secretaris-generaal van de International Marching League (overkoepelende internationale wandelsportorganisatie).
Mercedes-Benz Insurance Services