Het doel van de Interactiebank is het aanbieden van betalingsverkeer aan het intermediair, aldus de initiatiefnemers ex-directeur L.H. Mos van Zürich en directeur J. Schouten van Schouten Assurantiën in Rotterdam. Over drie jaar zal worden onderzocht of de deelnemende assurantiekantoren behoefte hebben aan aanvullende dienstverlening.
De benodigde vergunning van De Nederlandsche Bank wordt uiterlijk 1 januari 1997 verwacht. Volgens Mos heeft de toezichthouder deze termijn voluit nodig voor het vereiste antecedenten-onderzoek. "Maar dat die vergunning er komt, is zeker. We hebben ons huiswerk goed gedaan."
De Interactiebank zal voorlopig worden gehuisvest in het Amsterdamse kantoorpand van de Deutsche Bank de Bary, de samenwerkingspartner van Mos en Schouten. Vooralsnog wordt van start gegaan met vier medewerkers die verantwoordelijk worden voor de servicing van de assurantiekantoren. Naar een directeur wordt nog gezocht. De bancaire back-office is voor rekening van Deutsche Bank de Bary, die daarvoor een vergoeding ontvangt. De investering, inclusief de eenmalige bijdrage voor het lidmaatschap van de bankgirocentrale van 2,5 ton, is volgens Mos geen probleem.
Lonend marktaandeel
De tussenpersonenbank wil de dagelijkse stroom van premies (inclusief provisies) en schade-uitkeringen tussen enerzijds de klanten en de zelfincasserende tussenpersonen én anderzijds tussen verzekeraars en het intermediair gaan verzorgen. Volgens Mos is hiermee een jaarlijkse stroom van zeker f 15 mld gemoeid. De rentewinst hierover en de te betalen transactiekosten door de deelnemende kantoren vormen de voornaamste inkomstenbron van de nieuwe bank, zegt Mos. Hij is ervan overtuigd dat de bank winstgevend te maken is. "Vorig jaar hebben de banken gezamenlijk f 1,8 mld verdiend aan het betalingsverkeer. Gemiddeld wordt 40% van de winst uit betalingsverkeer gehaald. Het zal voor ons geen vetpot zijn, maar het is wel een haalbare kaart, te meer omdat het renteniveau nu nog laag is."
Vooralsnog verwacht Interactiebank binnen de groep van maximaal vijfduizend beroepsmatig werkende tussenpersonen een "lonend marktaandeel te boeken".
Particulier initiatief
Verzekeraars en de standsorganisaties nemen het plan voor kennisgeving aan, mede omdat de precieze details (nog) niet bekend zijn gemaakt. NVA-directeur J.A. Pennink zegt dat zijn organisatie geen standpunt heeft ingenomen. "Het is een particulier initiatief. Als NVA zijn we daarin niet betrokken. We zullen dan ook zeker geen advies uitbrengen aan onze leden." Volgens de NVA is drie jaar geleden tussen toenmalig directeur mr. H. Scheffer en Schouten "al eens informeel over het idee gesproken".
De NBvA is eveneens neutraal in zijn commentaar. De bond heeft wel twijfels over de haalbaarheid van het plan. "Niet elk kantoor zit hierom te springen." Secretaris B. van Uden zegt desgevraagd dat de leden zelf uitmaken of zij met de nieuwe bank in zee gaan. "Het is de beslissing van de individuele ondernemer. Een advies van onze kant valt niet te verwachten."
'Achteruitversnelling'
Van verzekeraars laat Aegon weten niet goed te kunnen inschatten wat de gevolgen zullen zijn. "Eerst willen we kennisnemen van de details. Uiteraard blijven we de ontwikkelingen op de voet volgen."
H.J. Rutten van de raad van bestuur van Fortis Nederland noemt het plan een "achteruitversnelling" en vindt de argumentatie achterhaald. "Ik moet nog zien of het plan doorgaat. Voorlopig maak ik me er geen zorgen over." Het marktonderzoek, uitgevoerd in opdracht van de initiatiefnemers, voegt volgens hem niets toe. "Elk assurantiekantoor zegt dan 'ja' tegen een bank voor en door tussenpersonen."
De drijfveer van de initiatiefnemers om met een 'eigen' bank meer tegenwicht te kunnen bieden aan de multichannel-distributie van banken, al dan niet gelieerd aan verzekeraars, vindt Rutten niet van deze tijd. "Er is sprake van een voldoende reprociteit (=wederkerigheid) tussen banken en tussenpersonen. Bij onze banken bijvoorbeeld is 50% van de productie van het intermediair afhankelijk. Nee, als de insteek een optimaal op de bedrijfsvoering van tussenpersonen afgestemde dienstverlening zou zijn geweest, had ik dat veel beter kunnen begrijpen."
Lid van de raad van bestuur drs. V.I. Goedvolk van Stad Rotterdam reageert eveneens vrij sceptisch. "Om voldoende rendement op betalingsverkeer te maken, zal er toch sprake moeten zijn van grote volumina. Ik denk dan toch aan enkele honderden miljoenen guldens. En eerlijk gezegd, geloof ik daar niet echt in."