Oud-topman Groen van NCM mist zijn privé-chauffeur

Hij werkt al weer sinds een half jaar als partner en adviseur van een adviesgroep voor procesmanagers, maar toch achtervolgt het verleden hem nog altijd. Oud-topman Harry Groen (52) kan zich maar moeilijk ontworstelen aan het negatieve imago dat indertijd rond hem is opgebouwd.

In het financieel tijdschrift FEM laat Groen die 31 jaar bij de NCM in dienst was waarvan de laatste acht jaar als voorzitter van de raad van bestuur, zich uit over de al dan niet terechte reputatie dat hij arrogant, ijdel, eigenwijs, en conflictueus zou zijn. Kortom, iemand met wie je moeilijk door één deur komt.
Groen: "Dat laatste is absolute onzin. Bij de NCM is er, welgeteld, één heel duidelijk conflict geweest. Alle andere zaken hebben een totaal andere achtergrond. Ik ben niet arrogant. Ik ben duidelijk, dat wel ja. Je moet op een gegeven moment piketpaaltjes slaan. Dit durf ik te zeggen: ik had niet gepresteerd, wat ik heb gepresteerd, als ik een wanproduct zou zijn. Ik krijg voldoende signalen uit de buitenwereld, ook van klanten, dat er een andere kant aan Harry Groen zit. Maar ik ben het met u eens dat er een beeld van mij bestaat, dat me nog steeds achtervolgt."
Zelfkritisch vermogen
Zijn dienstverband bij de NCM was uitermate succesvol en succes verteert, zeggen ze wel eens. Groen: "Nou, verteert....zoiets gaat met golven. Het is als met een relatie. Als je denkt dat ze binnen is, ben je haar kwijt. Je moet een stevig zelfkritisch vermogen houden en je moet open blijven staan voor signalen uit de buitenwereld die je vertellen dat je nu toch wel erg in jezelf gaat geloven. Want natuurlijk, de verleiding van de weelde is een grote. Het slaat niet in je bol, nee, anders ben je ongeschikt voor je werk. Maar soms denk je wel: wat ik aanraak, verandert in goud. Gelukkig is vaak genoeg aangetoond dat dat een fabel is."
Himalaya-gebergte
Volgens Groen heeft hij in het najaar van 1994 in de zuivere, ijle lucht van het Himalaya-hooggebergte de conclusie getrokken dat hij en de NCM hun langste tijd hadden gehad. Niet de druk van commissarissen leidden zijn vertrek in, maar Groen zelf nam het besluit op te stappen. De man die ooit op 29-jarige leeftijd directeur bij de NCM is geworden, heeft sindsdien veel invloed gehad op de ontwikkeling van de kredietverzekeraar. "Dat vraagt enorm veel energie en geweldig veel betrokkenheid. De trend was zeer succesvol, dat scheelt. Maar op een gegeven moment moet je je afvragen of je die spanningsboog in dezelfde omgeving in tact moet laten. Dan heb je ook alles meegemaakt. Dan treedt er een repeteer-effect op, op punten zelfs verzadiging. Een voorzitter moet acht tot tien jaar blijven zitten, daarna moet er een nieuwe komen. Dat is voor de voorzitter goed, en vooral ook voor het bedrijf. Als ik ooit iets anders wilde beginnen, kon ik niet nog vijf jaar wachten."
Afkickperiode
Na zijn vertrek nam hij bijna een jaar de tijd voor vakanties en bezinning. "Ik wilde eerst duidelijk afstand nemen van de NCM. Ik liep met een brandmerk rond, was te veel NCM. Dat zit in je vezels en in je aderen, ik wilde een afkickperiode. Het zou onwaarachtig zijn geweest en ik zou zelf tegen een geweldige balk zijn opgelopen, als ik toen binnen een maand een functie op dit niveau had geaccepteerd..."
Bij Boer & Croon heeft de man die het gezicht van de NCM lang heeft bepaald, lang moeten wennen aan zijn nieuwe omgeving. "Bij de NCM werk je in een bedrijf met 1.400 mensen en alles wat daarbij hoort, hier heb je te maken met een vormgeving en situering die van nature heel anders is. Echt minder leuk...nou, het enige wat ik ontzettend mis, en dat heb ik vanaf dag één ook gezegd, is mijn chauffeur. Die heb ik vijftien jaar gehad, maar dat is hier absoluut onbespreekbaar. Een klant ziet je al aankomen. Ik vind het jammer. Een chauffeur is uiterst productief."
Minder rituelen
Het is bij Boer & Croon aanpakken, maar anders dan bij de NCM, vindt Groen. "Hier heb ik de kans om materie goed te laten beklijven. Dat is maar goed ook, want je moet echt over de problemen van de opdrachtgever kunnen nadenken. Ik voel nu niet de druk dat over een halfuur de OR voor de deur staat, of dat ik naar een lunchafspraak moet. Wat hier minder speelt, zijn de bekende rituelen van budgetrondes en de buitenlandse vestigingen bezoeken. Laat ik het zo zeggen: bij de NCM zat er in mijn dagtaak een behoorlijke en onvermijdelijke component interne controle en beheersing. Ik schat het op zo'n 40%."
Groen maakt zich zorgen over het "majestueuze beslag" dat op de topmensen in het bedrijfsleven wordt gelegd. Vaak worden er volgens hem beslissingen genomen die zijn geïnspireerd door de winst van het moment. "Of ik daar ook bij de NCM tegenaan liep? Het is een algemeen verschijnsel. Ik heb zelf bij de NCM het begrip 'maatlat' geïntroduceerd. Ons werd daar ook ieder kwartaal de maatlat van de winst voorgelegd.....".
Oud-topman Groen....ik ben niet arrogant...

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.