Ohra: Vendrik trekt onjuiste conclusies over collectiviteiten

Ohra is in de pen geklommen in reactie op Kamervragen van Kees Vendrik (Groen Links). "U wekt de verkeerde suggestie over het standpunt van Ohra en uw vragen komen voort uit onjuiste conclusies in het Volkskrant-artikel", aldus Ohra in een brief aan Vendrik.

Vendrik baseerde zijn vragen op het Volkskrant-artikel 'Collectief zorgcontract in gevaar' naar aanleiding van een brandbrief van de maatschappij. In deze brandbrief spoorde Ohra werkgevers aan hun werknemers te overtuigen van het belang van een bedrijfscollectiviteit.
In vragen aan minister Hoogervorst vraagt Vendrik of Ohra met zijn brandbrief de keuzevrijheid van verzekerden niet onder druk zet. Ook wil hij weten hoe de minister de waarschuwing van Ohra beoordeelt dat eventuele verliezen gecompenseerd zullen worden door hogere premies aan individueel verzekerden. "Is bij Ohra niet bekend dat kruissubsidiëring niet is toegestaan?" Verder wil hij weten of de minister geïnteresseerd is in de omvang van collectieve contacten.
Twee boodschappen
Ohra vindt dat de onderwerpen keuzevrijheid en kruissubsidiëring in de verkeerde discussiecontext zijn geplaatst, zeker als het gaat om de positie die verzekeraars hierin nemen.
De direct-writer beaamt voorts niet te willen vrijgeven hoeveel collectief verzekerden Ohra telt. De maatschappij noemt dit concurrentiegevoelig en niet intransparant. Volgens Ohra is het landelijk aantal collectief verzekerden veel relevanter.
Volgens Ohra zijn er in de brandbrief twee belangrijke boodschappen vermeld:
- Als collectieve contracten niet optimaal benut worden of sprake is van een sterke versplintering van verzekerde werknemers, leidt dat tot een slechter verzuim- en reïntegratiebeleid.
- Gelegenheidscollectieven die weinig homogeniteit en/of distributievoordelen bieden gericht op lange termijn, voegen onvoldoende toe in de ontwikkeling van collectiviteiten in het algemeen.
Antwoorden Hoogervorst
Ook minister Hoogervorst heeft gereageerd op de vragen van Vendrik. Hij geeft aan niet de mening te delen dat de keuzevrijheid van verzekerden onder druk staat. "De keuzevrijheid van de verzekerden is in de Zorgverzekeringswet voldoende gewaarborgd. Het is uiteindelijk altijd de verzekerde die het laatste woord heeft. Dat hij daarbij ook door zijn werkgever gewezen wordt op de mogelijkheid van deelname in de door die werkgever te sluiten collectiviteit, hoort daar bij", aldus de minister.
Verder stelt hij dat het een misverstand is dat kruissubsidiëring verboden is. "Dat is niet zo, en in veel branches komt kruissubsidiëring met een strategisch belang dan ook veelvuldig voor. Ik heb eerder aangegeven dat ik het ongewenst zou vinden als de kruissubsidiëring zou leiden tot eenzijdige afwenteling op de individuele verzekerden."
Tot slot geeft Hoogervorst aan de Kamer te hebben toegezegd inzicht te verschaffen in de verhouding collectief en individueel gesloten zorgverzekeringen. "Het CTZ (straks NZA) zal hiernaar in het voorjaar van 2006 nader onderzoek doen. Voor een individuele verzekeraar en dus ook voor zijn concurrenten is inzicht in de omvang van de collectieve portefeuille inderdaad concurrentiegevoelige informatie. Dat houdt overigens niet in dat de toezichthouder niet over deze informatie mag beschikken. Hij moet daarmee echter wel zorgvuldig omgaan."

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.