Volgens ingewijden heeft het ministerie van Financien getracht te voorkomen dat de bedrijfstak contact zou opnemen met politici over het Besluit. "Ze zijn als de dood voor een inhoudelijke behandeling", luidt één van de uitspraken. "Als het namelijk tot een inhoudelijke behandeling komt, loopt men het risico van een volledig wetgevingstraject. Als dat gebeurt, is 15 november niet meer haalbaar. Je moet dan eerder denken aan 1 februari", luidt de conclusie van een ingewijde.
Verrassingen
Het tweede concept Besluit Financiële Dienstverlening wijkt op hoofdlijnen niet veel af van de eerste versie. Toch zijn er wel een aantal opvallende wijzigingen.
Zo is een verscherping aangebracht in de eis aan de betrouwbaarheid van medewerkers. De werknemer moet een verklaring van goed gedrag kunnen overleggen. Dat geldt ook voor medewerkers die al in dienst zijn. De NBVA heeft berekend dat zo'n verklaring bijna _ 30 gaat kosten. Volgens D&O-directeur Jurjen Oosterbaan Martinius gaat dat de bedrijfstak _ 1 mln kosten.
Wat wellicht ook tot gefronste wenkbrauwen gaat leiden, is dat het Besluit meer regelt dan Europees is vereist. De minister specificeert in het Besluit ongeveer zeventig normen. Slechts dertien daarvan zijn te herleiden naar Europese regelgeving en zeker dertig normen zijn het resultaat van wat de minister noemt "nieuwe nationale beleidsinitiatieven". Bij de parlementaire behandeling van de WFD sprak de Kamer zich nog uit dat de Nederlandse wetgeving zo dicht mogelijk bij de Europese wetgeving moet blijven, zodat de financiële dienstverleners geen 'concurrentieel' nadeel ondervinden.
Harde schijf
Verrassend is ook dat de harde schijf van een computer als zogeheten duurzame drager wordt aangemerkt. Dat betekent dat de tussenpersoon nu ook via e-mail zijn klant kan en mag informeren. Hij moet zich wel vantevoren vergewissen dat de klant de informatie op die wijze kan ontvangen. Bureau D&O komt in zijn WFD-nieuwsbrief tot de conclusie dat deze bepaling de extra kosten van de WFD kan beperken. "Het is dus zaak dat de tussenperoon zoveel mogelijk e-mailadressen van zakelijke relaties gaat verzamelen", aldus D&O.
Schandalig
In het BFD is een wijziging opgetreden ten aanzien van de module Beleggen A. In het eerste concept moest iedereen die adviseerde op het gebied van levensverzekeringen en hypotheken het diploma Beleggen A halen. In het tweede concept moet alleen de adviseur die levensverzekeringen en hypotheken adviseert met een beleggingscomponent dit diploma bezitten.
Volgens Arno Dolder, directievoorzitter van Legal & General, is dit "schandalig". "Dat betekent dat iemand een levensverzekeringsadvies kan geven en dat hij niet kijkt of zo'n verzekering met een beleggingscomponent beter zou zijn voor de klant", aldus Dolders. "De wet is bedoeld om consumenten te beschermen, maar op deze manier krijgt de consument niet het beste advies." Dolders denkt dat er ongetwijfeld tussenpersonen zullen zijn die "te lui zijn om de module te halen". "De wetgever stuurt de markt naar garantieproducten. Ik vind het heel gek dat dit er zo maar in kan sluipen", aldus Dolders.
De termijn voor de module Beleggen A is ook verschoven. Eerst stond de datum waarop het diploma gehaald moest zijn op 1 juli 2007. In het tweede ooncept is deze verschoven naar 1 januari 2008.
Permanente educatie
Op het terrein van permanente educatie zijn ook wat wijzingen opgetreden. Zoals al eerder vastgesteld komt er een wettelijk systeem van permanente educatie. Per module zal de minister periodiek bekend maken welke nieuwe kennis de vergunninghouder moet verwerven om zijn vergunning voor die module te behouden. Het voldoen aan deze eis moet blijken binnen achttien maanden na het bekend worden van de nieuwe eis. Dit was twaalf maanden.
Nieuw is verder dat er een examen moet worden afgelegd. Naast het afleggen van een examen kan worden bepaald dat aan de eis van permanente educatie ook wordt voldaan door het volgen van andere deskundigheidsbevorderende activiteiten, bijvoorbeeld door het bijwonen van een informatiebijeenkomst.
Gefaseerd
De minister heeft aangekondigd in de begeleidende brief bij het Besluit, dat de WFD waarschijnlijk gefaseerd ingevoerd zal worden. Aan "representatieve organisaties" is gevraagd de knelpunten te inventariseren en daarbij speciaal aandacht te besteden aan kleine en middelgrote ondernemingen.
NBVA
De NBVA is van mening dat er in het Besluit Financiële Dienstverlening nog "essentiële zaken" ontbreken. Zo zijn de kosten voor de vergunning en het tijdstip van inwerkingtreding van de WFD nog steeds niet bekend.
Verder betreurt de NBVA dat de vormvrijheid niet van toepassing is op de toetsing van de betrouwbaarheid en dat er geen vrijstelling is voor de module Consumptief krediet op basis van Hypothecair krediet.