Half oktober stelde het CDA-Kamerlid een aantal vragen over de vergoeding van de kosten van de contra-expertise door verzekeraars. Zo zouden, volgens consumentenprogramma Radar, verzekeraars in veel polissen een clausule hebben waarin wordt gemeld dat de kosten voor de contra-expertise slechts deels vergoed worden in tegenstelling tot wat er in het Burgerlijk Wetboek geschreven staat.
De minister laat weten dat verzekeraars zich wel degelijk aan de wet moeten houden. “Uit de wet volgt dat de kosten ter vaststelling van de schade ten laste van de verzekeraar komen, indien zij redelijk zijn. Of de kosten redelijk zijn, is afhankelijk van een beoordeling van de omstandigheden van het geval. Het in algemene zin maximeren van de redelijke kosten tot een lager bedrag dan de verzekerde som is met voornoemde bepalingen niet verenigbaar. Welke kosten in een individueel geval redelijk zijn, is ter beoordeling aan de rechter”, aldus Van der Steur. Volgens de minister maakt het dan ook niet uit of de kosten voor de contra-expertise de verzekerde som overschrijdt.
Daarnaast meldt de minister dat de AFM toch een onderzoek zal doen naar dit onderwerp. Voorheen zag de toezichthouder geen reden om onderzoek te doen naar de vergoeding van de contra-expertise omdat er geen sprake zou zijn van structurele misstanden. “De AFM heeft mij laten weten dat zij naar aanleiding van de recente signalen over contra-expertise dit onderwerp expliciet zal opnemen in het jaarlijkse Klantbelang onderzoek naar de afhandeling van schades. Dit onderzoek start in december 2015. In de zomer van 2016 zullen de resultaten bekend zijn. Daarnaast wordt het onderwerp meegenomen in het doorlopende toezicht, naar aanleiding van recente signalen”, aldus Van der Steur.