Van de honderd grootste intermediairbedrijven uit 2007 zijn er maar liefst negen geëindigd in een faillissement. De Houtense OBP Groep tekende voor het laatste omvangrijke bankroet.
Uit de toplijst van 2007 verdwenen eerder door een faillissement de namen Liocorno, Fortucon, Zekergroep, Young Life, Realis, PensioenPlatform, Agea en DSB Bank. Het jaar 2009 was sowieso goed voor een recordaantal faillissement: bijna 120.
Rechtszaak Reaal
In Houten werkten in de hoogtijdagen circa honderd mensen voor OBP. De 34 nog overgebleven medewerkers voelden in september al nattigheid, toen zij slechts een deel van hun salaris ontvingen. "De basis voor dit faillissement ligt in de instorting van de hypotheek- en spaarmarkt, de veranderingen in het provisiesysteem en de lastenverzwaringen," zei directeur Erik Jan Visser.
Een rechtszaak met Reaal noemde hij de spreekwoordelijke druppel. Die maakte eerder een einde aan de twaalf jaar durende relatie met OBP, voerde pensioencontracten over naar Flexis Benefits en eist € 1 mln aan provisie terug voor een vroegtijdig beëindigd pensioencontract met ArkeFly.
Schuldenlast
Toch is Reaal niet de grootste schuldeiser van OBP. Dat is een andere verzekeraar, ASR, die OBP begin deze eeuw financieel steunde in zijn expansie. Ook Optima zegt, nadat het eerder de particuliere portefeuille van OBP had gekocht, nog "een fors bedrag" tegoed te hebben.
De schuldenlast van OBP zal volgens de curator rond de € 3 mln uitkomen. "Schuldeisers moeten er rekening mee houden dat hun vordering niet voldaan zal worden."
Doorstart
De managementleden John Martens en Johan van Vliet hebben inmiddels een deel van de verzekeringsportefeuille van OBP Groep overgenomen. Het gaat om een groot deel van de bedrijfsmatige (pensioen-)verzekeringen en een ziektekostenportefeuille (jaaromzet ruim € 50.000) met als risicodrager CZ. Van de 34 OBP-medewerkers gaan er zeven over naar het nieuwe bedrijf.
Voormalig OBP-directeur Erik Jan Visser gaat vanuit een ander pand in Houten met vijf medewerkers verder met MAX Producties, waar de internetactiviteiten van OBP waren ondergebracht. MAX viel niet onder het faillissement.
