De klant van TVM had zowel zijn pleziervaartuig als de bijbehorende volgboot verzekerd bij TVM Verzekeringen. Op de verzekering zijn de voorwaarden Noord Nederland Schepenverzekering NN2013 van toepassing. Daarin is onder andere bepaald dat "schade door alle gevaren van de vaart, als storm, blikseminslag, schipbreuk, stranden, aanvaren, brand, ontploffing, diefstal en alle andere plotseling van buiten komende onheilen" verzekerd is. Daarnaast is ook bepaald dat "schade door diefstal van onderdelen van het vaartuig en/of scheepstoebehoren, waaronder aanhangmotoren, mits deze ter verzekering zijn opgegeven en de diefstal van verzekerde zaken door braak is voorafgegaan en door de bevoegde instantie proces-verbaal is opgemaakt. "
Gestolen
De boot van de klant is in de avonduren gestolen, waarop de klant direct aangifte heeft gedaan bij de plaatselijke politie. De dag erna is de diefstal ook gemeld bij de verzekeraar, waarna een expert het schadebedrag uiteindelijk op € 1.100 heeft vastgesteld. TVM oordeelt aan de hand van het expertiserapport dat de boot "enkel aan landvasten lag aangemeerd en niet op slot lag, waardoor van braak geen sprake is." In het verweer laat de klant weten dat hij de boot zo veilig mogelijk heeft achtergelaten, "met een hangslot om de motor en door de startonderbreking mee te nemen." Daarnaast benadrukt de klant dat in de verzekeringsovereenkomst of de bijbehorende voorwaarden niet is bepaald hoe een boot aangelegd moet worden.
Eerdere conclusie
TVM Verzekeringen houdt vast aan de eerdere conclusie dat er sprake van braak moet zijn. "In dit geval is de gehele boot gestolen. Dit kon gebeuren omdat de boot enkel aan landvasten lag afgemeerd en niet was voorzien van enig slot of op welke wijze dan ook beveiligd was tegen wegnemen", laat de verzekeraar in de de Geschillencommissie weten. Daarnaast vindt de verzekeraar dat de consument "roekeloos heeft gehandeld door de boot onafgesloten en zonder beveilig tegen diefstal enkel aan landvasten afgemeerd aan de kade achter te laten. [...] Het wegnemen van de startonderbreker van de buitenboordmotor was niet voldoende."
Oordeel
Kifid erkent dat "het door de verzekeraar aangehaalde artikel braak vereist bij 'schade door diefstal van onderdelen van het vaartuig en/of scheepstoebehoren, waaronder aanhangmotoren'." In deze kwestie is volgens de Geschillencommissie echter geen sprake van diefstal van een onderdeel of scheepstoebehoren, maar van een gehele boot. "Het vereiste 'braak' kan hierop niet van toepassing worden geacht." Ook de roekeloosheid wordt door Kifid van tafel geveegd. Volgens de geschillencommissie heeft TVM Verzekeringen "onvoldoende aangedragen om tot de conclusie te kunnen komen dat er sprake is van grove schuld bij de klant." Daarnaast acht de commissie het van belang dat hoe de klant volgens de verzekeraar had moeten handelen, niet is vastgelegd in de polisvoorwaarden.